Anderen, zonder die in onze aanhef eerstgenoemde meteo-genen, zien zich genoodzaakt om het door hen gewenste weertype te bestellen. Of zoiets per e-mail gaat of ouderwets per fax is mij niet bekend, maar Jeroen van Greenlane Tracks heeft voor het greenlane-weekend in de Achterhoek van 1 en 2 oktober vast geprobeerd om ons rijders mooi weer voor te schotelen.
Kwestie van opvatten? Nu kun je de definitie van ´mooi weer´ echter niet precies vastleggen. Voor een BBQ en kamperen is het fijn als het niet regent, maar als je een greenlane-rit wilt rijden is wat extra vochtigheid van boven wel gewenst – al is het maar om de overlast door stof voor de omwonenden te voorkomen. Een tweede voordeel is dat je 4×4 dat ene favoriete kleurtje krijgt: modderbruin. In die zin is regen dan weer ´mooi weer´. Het KNMI kan kennelijk helemaal niets met dergelijke definities. De gehele week voorafgaand aan het Achterhoektreffen zou volgens hen juist dát weekend letterlijk in het water vallen. 100% kans op regen. Dat is volgens een rechtgeaard meteoroloog ´slecht weer´.
Wijselijke aanpassing. Hoe het ook zij met de juiste definitie van ´mooi´ en ´slecht´ weer, wanneer ik de bewuste zaterdagmorgen vroeg mijn afgetankte Einhorn start om richting Ruurlo te rijden, komt de regen letterlijk met bakken uit de hemel, gelardeerd met flinke windvlagen. Het lijkt wel herfst… De daktent en trailer, die ik in eerste instantie mee zou nemen om op de camping te overnachten, laat ik dus maar thuis. Niet omdat mijn daktent niet tegen regen kan – deze is prima waterdicht met een hardshell als dak – maar een drijfnatte tent moet ook ergens kunnen drogen wil je voorkomen dat schimmel zich meester maakt van je tentdoek. Thuis heb ik geen mogelijkheid om de daktent binnen uit te vouwen en het aantal dagen om dat drogen buiten te bewerkstelligen zijn rond deze tijd normaal gesproken schaars. Ik kies ervoor een B&B ergens rond de startlocatie te regelen.
Boven: Wie beweert dat Nederland niet mooi is, heeft nog nooit door de Achterhoek gereden.
Magie op bestelling? Mijn navi loodst mij feilloos, binnendoor, naar de Achterhoek. Maar het lijkt wel of, naarmate de eindbestemming naderbij komt, het steeds droger wordt. Zou het dan tóch waar zijn dat je goed weer kunt bestellen? Dat zou wat zijn! In gedachten zie ik boeren op hun tablet regen bestellen en badgasten prefereren natuurlijk zonneschijn. Surfers zijn gebaat bij wind en geen enkel buurtfeestje kan meer in het water vallen. Campinggasten willen natuurlijk…. Ik ruk mij uit deze stroom van gedachten weg, want ik moet mijn aandacht op de weg houden: tussen de lijntjes rijden en zorgen dat ik onderweg niets raak. Dat lukt wonderwel en zonder kleerscheuren parkeer ik m´n Einhorn op de parkeerplaats van de camping in het plaatsje Ruurlo.
Boven: Waar zie je dat nog, varkens die lekker los kunnen lopen, in de modder rollen, scharrelen in de wei en die weten hoe een boom er in het echt uit ziet, dus niet alleen van een foto…?
Warm onthaal. Camping De Meibeek fungeert voor het Achterhoekweekend als startlocatie, alwaar Jeroen een trekkershut als tijdelijk onderkomen heeft betrokken en wier leefoppervlak is vergroot met een partytent. Uiteraard word je, hoe kan het ook anders, verwelkomd door de geur van verse koffie, vermengd met die van een warm worstenbroike. Ik zie, wanneer ik de partytent binnenwandel, oude bekenden, maar ook nieuwe gezichten. Voor onderweg krijg je een rode zakdoek mee, die je, als je het wilt, aan je auto kunt bevestigen. Want niet alleen de boeren liggen onder vuur met het zogeheten stikstofverhaal, maar ook onze hobby gaat dit merken. Voor thuis in de tuin krijg je een gevlochten vogelnestje mee voor de gevederde vrienden alsmede het roadbook voor de eerste dag. Alles is, zoals te verwachten, tiptop in orde.
Samenscholingen? Al gauw vormen zich onder de deelnemers kleine groepjes. Ondanks dat ik mij sinds kort verplaats in een vrij nieuwe Suzuki Jimny, is mijn rijstijl niet veranderd: een greenlanerit rijd ik altijd kalm, rekening houdend met wandelaars, fietsers, ruiters, spelende kinderen en aanwonenden. Steevast kom ik als laatste aan. Dat schept een band met anderen die het gaspedaal ook met een fluwelen rechtervoet bedienen. Uiteindelijk vormen we met drie auto´s de achterhoede.
Multiple choices. Nu is het zo dat het gebruikelijk is om tijdens een dergelijke rit één iemand aan te stellen om te rijden, terwijl een ander navigeert. Een simpele rekensom leert ons dat je dan per auto minimaal met zijn tweeën moet zijn. Groep 2, basisschool. Maar wát nou als je alleen rijdt? Juist, multitasking. Wij vrouwen zijn daar meester in. Zolang ik bolletje-pijltje rijd, rijd ik alleen en heb ik én moeten rijden, én moeten navigeren. En dat gaat prima. Dit weekend helemaal, want het roadbook van Jeroen kent geen afstanden – wat het navigeren een stuk makkelijker maakt. Een tripteller heb je dus niet nodig. Naast het roadbook staat mijn Garmin Overlander standby zodat fout rijden haast niet mogelijk is. Haast niet… onthoud dit even voor straks.
Mild off-road. De rit is prima geschikt voor SUV´s en standaard 4×4´s. Niks krassen door eigenwijze takken die half over het pad hangen, schier onmogelijke passages of zwaar lieren om je uit een benarde positie te redden. De ondergrond is hier puur zand en dat heeft de eigenschap dat het net zolang nat blijft als de tijd dat het erboven heeft geregend. Volgens Jeroen is deze rit 100% stofvrij en dat is wel eens anders in deze contreien. Alles is dus prima in 2WD te doen, maar áls je, net zoals ik, eindelijk een knappe terreinwagen hebt, met alles erop, eraan, en eronder – dan mogen de uitdagingen wel iets groter zijn. Die uitdagingen zijn er ook wel, maar dan nog hoeven de vrijloopnaafjes niet aan den arbeid.
Smakelijk oponthoud. Van ons kleine groepje rijd ik voorop. Multitasking wordt hier groot geschreven: rijden, navigeren, het konvooi bij elkaar houden, een geschikte plek zoeken én vinden voor het versterken van de inwendige mens en zorgen voor zonneschijn. Dat laatste gaat steeds beter: ik heb niets besteld, ik weet niet eens hoe dat moet, maar naarmate de dag vordert wordt het steeds mooier weer. Zoals altijd met dergelijke ritten kan een bezoek aan een plaatselijke uitspanning niet uitblijven. Koffie, thee, én uiteraard een punt mét slagroom laten zich op zulke locaties goed smaken. Zo goed, dat ik aan het eind van de dag er nóg eens langsrijd, zij het om een heel andere reden.
Tijdelijke armoedzaaier. Wanneer wij voldaan na de eerste dagrit weer terug op de camping arriveren, zie ik mij genoodzaakt om nog even langs de supermarkt te rijden. Er staat namelijk ‘vlees schroeien’ op het programma en zonder koeling in m´n auto moet ik dat vlees nog even ergens scoren. Haast automatisch grijp ik naar de plaats waar mijn tas altijd in de auto ligt, maar het lijkt wel of Hans Klok heeft meegereden. Mijn tas is weg. De halve auto wordt overhoop gehaald, maar dat levert niets op. Zonder tas ben ik ridder te voet – geen betaalpas betekent geen inkopen doen, niet tanken en zelfs mijn B&B zou ik niet kunnen betalen. Ik kijk de tracks in mijn Garmin Overlander na om te kijken waar ik mogelijk ergens die tas heb laten liggen. Kijk, misschien dat restaurantje in de buurt van Groenlo. Gelukkig zit mijn telefoon niet in die tas. Bellen, vragen… ja, die hangt hier nog aan de stoel, hoor ik aan de andere kant van de lijn. Dus het wordt even geen supermarkt, maar eerst helemaal terug naar Groenlo. Pas daarna kan ik een supermarkt zoeken en mijn auto weer aftanken. Intussen is het al zo laat dat ik besluit door te rijden naar mijn overnachtingsplek te Zwiep – naast een oude molen. Hiermee loop ik helaas de BBQ mis. Dat is dan even niet anders maar daar staat tegenover dat de volgende dag een uitgebreid ontbijt op mij wacht, op een unieke locatie: in de Zwiepse molen, naast een knapperend haardvuur.
Boven: Gelukkig is de Kerst nog ver…
Hoofdmaaltijd…? Voordat het de volgende dag is, moet ik eerst nog met enkele muggen afrekenen. Ik schijn woest aantrekkelijk voor hen te zijn, getuige het feit dat zij altijd mij moeten hebben. Als dank wordt mijn lichaam vaak getooid met enkele flinke bulten. Terwijl ik nog op muggenjacht ben, rommelt het buiten. Onweer? Niet veel later plenst het buiten. Een blik op Buienradar leert dat precies over Zwiep een fikse bui trekt. Zuidelijker, op de camping, hebben zij wellicht enkele druppen gehad.
Loos alarm. Ons kalm-aan-groepje heeft er de tweede dag een auto bij en zo vertrekken wij gevieren. Men heeft nog steeds het volste vertrouwen in mijn navigatiekunsten – ik rijd ook vandaag weer voorop. Het grote voordeel is, dat als er iemand achter je rijdt, deze kan zien dat er wat mis is met je auto – nog voor je het zelf in de gaten hebt. Mijn rechterachterwiel lijkt namelijk visueel te slingeren. Stoppen. Kijken, voelen. Lijkt allemaal in orde. Even verder besluit ik de Einhorn toch maar even op een krik te zetten: twee recoveryboards zorgen er voor dat het eronder geplaatste hefinstrument niet zomaar in het zachte zand wegzakt. Het zal toch niet zo zijn dat ik tijdens een greenlanerit ook nog een bushfix moet uitvoeren? Mannen die er meer kennis van hebben dan ik voelen, trekken en wrikken aan het wiel, maar die geeft geen krimp. Doorrijden dan maar. Het tijdelijke oponthoud heeft als voordeel dat een paard en wagen – mét richtingaanwijzers, die voor ons reed, intussen zover vooruit is dat wij er geen last meer van hebben.
Navi slijtage? In de loop van de dag beginnen mijn navigatiekunsten kleine barstjes te vertonen. Ergens mis ik een afslag, waar we pas kilometers later achter komen. Volgens het roadbook zouden we nu een T-splitsing moeten krijgen, maar die komt niet. Ik herken enkele objecten langs de weg die ik eerder heb gezien – een vaag teken dat er iets niet goed is. Overleg met de achterhoede. Terugrijden, of een straatnaam uit het roadbook als nieuw beginpunt markeren? Democratisch wordt besloten om via de navi een straat uit het roadbook op te zoeken en vandaar uit verder te rijden. Dat lukt. Niet veel later schijn ik nog iets over het hoofd gezien te hebben. ´Rijd de doodlopende weg in´, staat nog expliciet bij het desbetreffende plaatje. Dat doen we ook, maar na twee keer op een erf te zijn beland, komen we erachter dat er ergens weer iets niet klopt.
Boven: Yep, een leuke hond.
Eindbestemming. Intussen wachten de organisatie en de overige rijders op ons. Het is niets nieuws dat wij de laatste zijn, maar Jeroen, die nog wel eens de route achterstevoren rijdt om rijders op de foto te kunnen zetten, heeft ons onderweg ook niet gezien – toch een teken dat wij behoorlijk van de route geraakt zijn. Nu zouden we natuurlijk, koste wat het kost, de navigatiefout kunnen vinden en via de laatste plaatjes de eindbestemming bereiken, maar wij besluiten legaal vals te spelen. Jeroen wordt gebeld en via Google Maps krijgen we van hem de eindlocatie. Pas dan blijkt hoever wij van de eigenlijke route verwijderd zijn! In een soort ronde houten schuilhut langs een zandpad, dat voor de tweede dag als eindpunt fungeert, nemen we afscheid van de overige rijders. Er worden handen geschud, gezwaaid, getoeterd. Onze wegen scheiden zich.
Boven en onder: Koeien. Steevast zijn die nieuwsgierig als ze iemand of iets onbekends in het oog krijgen zoals je op de foto boven kunt zien. Even kort observeren en dan over gaan tot de orde van de dag: eten!
Toch… ? Terwijl ik in de buurt een plekje zoek om in de avondzon even bij te komen en het avondeten te bereiden, kijk ik terug op een mooi en geslaagd weekend. Een weekend wat zeker voor herhaling vatbaar is. Eén ding weet ik zeker: ik zal dan niet meer afgaan op de woorden van een meteoroloog. Je kunt het weer namelijk gewoon bestellen.
Fotografie: Greenlane Tracks. Tekst: Kitty Madison, aangevuld door Jeroen Kielen van Greenlane Tracks.
Greenlane Tracks had het super georganiseerd.
Mooie omgeving ,weer iets anders als Brabant.
En zoals gewoonlijk een gezellige groep mensen,met de zelfde passie.
In de avond een gezellige bbq en de overnachting op de camping maakte het helemaal af.
Zeker voor herhaling vatbaar.
Jeroen, bedankt voor je positieve reactie. Graag tot een volgende keer.