Vrij vertaald uit de aanhef; de grootste collectie convertibles ter wereld. Cabriolets zeggen wij hier in Nederland liever. Onder meer de min of meer pioniers onder de 4×4 voertuigen, de toen nog utilitaire Willys/Jeeps en Land Rover’s gingen ’topless’ door het leven en we hopen stilletjes dan ook enkele leuke dan wel bijzondere exemplaren tegen te komen. Helaas komen we aangaande deze voertuigen bedrogen uit. Sterker, we komen zelfs geen enkele 4×4 tegen in het museum. Zelfs niet de Chevrolet 4400 in brandweer uitvoering welke voor de ingang van het museum geparkeerd staat heeft geen aandrijving op alle vier de wielen (op de openingsfoto kun je hem bewonderen). Jammer natuurlijk, maar niet geschoten is altijd mis en desondanks hebben we ons geen seconde hoeven vervelen bij het bezichtigen van alle convertibles welke verdeeld zijn over drie verschillende gebouwen, gelegen rondom een wijngaard in wording. Het gros stamt uit het midden van de vorige eeuw, tevens zo’n beetje de gloriejaren van de Amerikaanse automobiel en de industrie die ze produceert.
Boven: Ford Model A pick-up, rond de jaren dertig.
Hutje, mudje. Behalve dat we geen 4×4 tegen komen zouden we ook kunnen zeuren over het enorme aantal convertibles en ‘Americana’ (spullen uit het alledaagse leven van de Amerikanen ‘in de verleden’ tijd). Dat brengt namelijk met zich mee dat het museum stampvol staat. Niet alleen met auto’s dus, maar als gezegd ook met spullen uit die tijd. Radio’s en televisies, fornuizen, speelgoed, bedenk het, en ongetwijfeld staat het in een van de drie gebouwen. Om de auto’s heen lopen om ze van meerdere kanten te bewonderen en/of fotograferen is derhalve vrijwel onmogelijk. Het voordeel is dan wel weer dat het de aandacht zonder problemen uren gevangen kan houden. We nemen je mee en gaan op een aantal auto’s wat nader in.
Boven: Oldsmobile Model R, curved dash (gebogen dashboard) uit 1903. Nieuwprijs destijds circa, en ga nu maar even zitten: $ 650,-! Het is de eerste kwaliteitsauto van Amerika en ook de eerste auto die door producent Olds Motor Works ‘Oldsmobile’ genoemd wordt. Oldsmobile is tevens het oudste automerk van de States en van deze Model R ‘curved dash’ zijn er bijna 4.000 geproduceerd.
Onder: Studebaker pick-up, beginjaren vijftig.
Boven: Ford Model A Sport Coupe uit 1928, als we ons niet vergissen.
Onder: Buick Model 10 rond 1910.
Boven en onder: Herkenbaar uit duizenden, de Cadillac Eldorado Biarritz uit 1959, het jaar ook met de grootste ‘vinnen’ aan de achterzijde. Verdere kenmerken zijn onder meer de luchtvering en de achterklep welke op afstand te openen is. Van de Eldorado Biarritz hebben er 1.320 de fabriek verlaten en op zoek gegaan naar een nieuwe eigenaar. Die mag in die tijd de auto de zijne noemen nadat hij de verkoper $ 7.401,- overhandigd heeft. Vooral die ene dollar deed het hem natuurlijk…
Boven en onder: Kaiser is in de jaren 1951 tot 1970 niet alleen verantwoordelijk voor de diverse Jeep modellen, maar ook bijvoorbeeld voor deze Kaiser Darrin Series 161 uit 1954. Het meest bijzonder van de Darrin zijn diens schuifdeuren, maar de Darrin is ook de eerste Amerikaanse productie sportwagen die gemaakt is van ‘Fiberglass‘, ofwel glasvezel versterkte kunststof (GVK). Slechts 435 zijn er gemaakt van dit bijzondere ‘automobiel juweel’ met een af fabrieksprijs destijds van ongeveer $ 3.650,- afhankelijk van de opties. Onder de kap is een Continental 161 cid Hurricane F-Head Inline 6 Cylinder motor te vinden, goed voor circa 90 pk, en een 3-speed overdrive manual transmission (handgeschakelde driebak met overdrive). Je wilt niet weten wat een Kaiser Darrin tegenwoordig opbrengt… Wil je dat wel weten, snuffel dan even op het internet; zo heel af en toe komt er een te koop.
Boven: Chevrolet Bel-Air uit de tweede helft van de vijftiger jaren (1957).
Boven: Harley Davidson.
Onder: En heb je het over de Harley Davidson met motor liefhebbers, dan worden vaak in één adem ook de Indian motoren genoemd.
Boven en twee keer onder: De Crofton Brawny ‘Bug’ heeft haar wortels liggen bij Crosley Motors. Het is de enige auto in het museum die wel wat weg heeft van een Jeep, maar dan in mini uitvoering. In ieder geval is hij tamelijk zeldzaam, want er zijn er van 1959 tot 1961 maar 225 gemaakt. Die wortels gaan terug naar begin 1950 als Crosley een multi-purpose voertuigje introduceert onder de naam Farm-O-Road. Het is bedoeld als een goedkoop voertuigje voor boeren en er worden er maar een paar honderd verkocht alvorens Crosley in 1952 failliet gaat. Crosley’s activa gaan over in andere handen en onder andere de Crofton Marine Engine Company van Californië koopt de rechten van Crosley’s kleine, maar toch wel potente viercilinder motortje. Crofton heeft, opvallend genoeg, toch het idee dat er een markt bestaat voor een voertuigje à la Farm-O-Road en bouwt vervolgens een vrijwel gelijk, alleen iets langer voertuigje met een 44 cid motor van 35 pk. Het betekent de geboorte van de Crofton Bug. Nog altijd bedoeld als een basic voertuigje voor de landbouw maar als je iets serieuzer/extra wilde, dan betaalde je $ 450,- extra (totaal $ 1.800,-) voor de ‘Brawny Bug’ zoals op de foto boven. Die had wat grotere banden, beschermplaten, een Powr-Lok differentieel en een aangepaste transmissie die de normale driebak verdubbelde tot een zesbak met ook twee versnellingen achteruit. Behalve dat kreeg de motor ook zeven cubic inches meer inhoud waardoor je tien extra paarden onder het kapje kon vinden (45 pk). Topsnelheid was 50 mijl per uur, 80 km per uur metrisch. Op de snelheidsmeter staat 60 mijl per uur te lezen, maar bij dat extra stukje op de snelheidsmeter staat de ‘vertrouwen wekkende’ waarschuwing ‘Out of Warranty’ (buiten de garantie) te lezen. Vierwiel aandrijving is nooit een optie geweest, maar met zijn gewicht van amper 500 kg. huppelt de ‘Brawny Bug’ waarschijnlijk met gemak over obstakels waar Jeeps, LandCruisers etc. blijven steken….
Boven: Crosley Hotshot. Van 1949 tot 1952 zijn er 1.746 gemaakt en het is daarmee de eerste, in massa geproduceerde Amerikaanse na-oorlogse sportwagen. Crosley is verantwoordelijk voor meerdere ‘eersten’ in de Amerikaanse automobiel geschiedenis. Als eerste komen ze met een betaalbare, massaal geproduceerde auto met een motor met bovenliggende nokkenas, als eerste bezigen ze ook de term Sport-Utility in 1947 voor een convertible stationwagen van modeljaar 1948 (het volumemodel van het merk) en als eerste produceren ze de eerste Amerikaanse auto met schijfremmen rondom welke bediend worden met remklauwen, ongeveer zoals we die heden ten dage nog kennen.
Onder: Crosley CD Convertible.
Onder: Het embleem van Crosley.
Boven en onder: De Franklin Boattail Airman Sport Runabout uit 1928 model 12A. Franklins worden van 1902 tot 1934 geproduceerd in Syracuse, New York. Ze zijn voor die tijd erg innovatief met onder meer luchtgekoelde motoren en kopkleppen. Ze zijn vooral betrouwbaar en vermoedelijk worden ze daarom vaak als ‘dokter’s auto’ aangemerkt. In navolging van zijn non-stop vlucht van New York naar Paris in 1927 accepteerde Charles Lindbergh alleen een 1928 Franklin als geschenk. Qua design zijn er inderdaad ook wel overeenkomsten tussen de luchtgekoelde motor van de Franklin en de motor van ‘The Spirit of Saint Louis’, het vliegtuigje waarmee Charles Lindbergh de eerste non-stop vlucht over de Atlantische Oceaan volbrengt. Maar ook heeft Franklin daarnaast een advertentie campagne opgezet voor haar auto’s rond het fenomeen luchtvaart, met als optie een motorkap ornament in de vorm van een mini replica van het vliegtuigje waarin de gedenkwaardige overtocht gemaakt werd. Dit kwam dan in plaats van het standaard ornament van een leeuw. Van deze Franklin op de foto zijn er slechts zeven gebouwd en de auto heeft op shows tal van prijzen gewonnen.
Boven: Packard Twelfth Series, One-Twenty 120-A uit 1935. Op vijf stuks na zijn er 25.000 stuks gebouwd (alle carrosserie varianten) en de auto wisselde destijds voor $ 1.095,- van eigenaar.
Onder: Chrysler Deluxe 8 Roadster, CD Series 8 uit 1931. De auto herbergt de eerste achtcilinder lijnmotor van Chrysler. De Deluxe Roadster werd alleen geleverd met de zogeheten ‘Rumble Seat’ zoals de Amerikanen die noemen. De Engelsen noemen het een ‘Dicky’ seat maar het wordt ook nog wel eens gekscherend ’the mother in law’ seat genoemd (schoonmoeder zitplaats). Het is dat extra gestoffeerde bankje in de kofferbak dat je ook tegenkomt in het autootje van oma Duck zoals je dat vroeger in de Donald Duck kon zien en lezen. Van deze Deluxe Roadster zijn er 511 geproduceerd en af fabriek moest je daar $ 1.545,- voor betalen.
Boven: Chrysler Town & Country Convertible uit 1948. Het is een van de mooiste en meest elegante ‘Woodies’ in het Amerika van na de oorlog en totaal 8.369 van dit model worden er gemaakt. De prijs af fabriek eind jaren veertig is $ 3.395,-.
Onder: Lincoln Continental Cabriolet V-12 uit 1946. Het luxe model van Ford kost dan $ 4.474 en een totaal van 201 stuks verlaten de fabriek.
Boven en onder: De zeer populaire Buick Roadmaster, Series 76C Convertible uit 1948. Ondanks dat ze weinig verschillen van de modellen uit 1942 zijn ze razend populair in het Amerika van na de oorlog. Snel en sportief en er worden maar liefst 11.367 Roadmasters verkocht, waarmee de auto vier jaar van zijn zeven productiejaren (in de veertiger jaren) de best verkopende cabriolet is. De motor is de 320 cid achtcilinder lijnmotor (5,2 liter) met kopkleppen die 144 pk levert. De af fabrieksprijs is in 1948 $ 2.951,-.
Boven: Ook in de eerste hal te vinden, een stukje jeugd sentiment, nostalgie, hoe je het ook wilt noemen. Speelautootjes voor kinderen.
Boven: Bij binnenkomst van hal twee worden we als eerste op deze beauty getrakteerd. Een Pierce Arrow, eind jaren twintig, begin jaren dertig, maar welk model exact moeten we je schuldig blijven.
Boven en onder: Rijen met uitsluitend convertibles aan weerszijde van het looppad. Op de foto hierboven met het karakteristieke hoofd van een ‘native American (indiaan zeiden we vroeger) als ornament op de motorkap kan er maar één zijn: een Pontiac. Daarnaast een Ford.
Hierboven links in het donkerblauw een Studebaker Champion uit 1950. Daarnaast een Studebaker Champion uit 1952.
Boven rechts als eerste een Plymouth Sport Fury Convertible uit 1959. Daarnaast een Plymouth Special Deluxe uit 1949.
Boven: Een Chrysler 300 uit 1961.
Boven: Helemaal rechts op de foto een De Soto Custom Deluxe Convertible uit 1949. Naast hem twee Lincoln’s.
Boven en onder respectievelijk: Buick Skylark Convertible 1953 en een Buick LeSabre uit 1960.
Boven: Mercury Comet Cyclone GT Convertible uit 1966.
Onder: Buick Roadmaster Phaeton Series 71C Convertible uit 1941. Van dit model verlaten er 326 de fabriek en hij wordt in die tijd van jou voor $ 1.775,-.
Boven en onder: Het bewijs dat de Exide Batteries (accu’s) al een poosje bestaan zien we in de ‘Buick Garage’. Ook de oude Sun diagnose apparatuur is daar te vinden.
Boven en onder: De Muntz Jet uit het geboortejaar van schrijver dezes, 1952. Van 1950 tot 1954 worden er totaal 394 gebouwd. Prijs af fabriek van dit exemplaar uit 1952 is $ 4.450,-. Meer over de bewogen geschiedenis van de Muntz Jet kun je lezen op het bord op de foto onder.
Boven: AMC Rambler American Custom Convertible uit 1961. De Rambler wordt door American Motors Corporation (de company die in 1954 het levenslicht ziet door de fusie van Hudson en Nash) in 1958 geherintroduceerd. Nash heeft de compacte Rambler origineel geïntroduceerd in 1950 met de Landau Convertible. In 1961 krijgt de Rambler Convertible van AMC een wat vierkanter, compacter uiterlijk.
Boven: Radio’s en TV’s uit een tijd die niet eens zo heel ver achter ons ligt.
Boven: Corvair Monza Convertible uit 1963. Mensen hielden van de Corvair of ze haatten hem en dat stempel (lees: vooroordeel) is de auto nooit kwijt geraakt.
Onder: Nash Kelvinator. Cars and Refrigerators (auto’s en koelkasten) staat er op het bord te lezen. En inderdaad, de koelkast achter de Kelvinator heeft dezelfde kleuren. Een ‘coole’ auto, of kenden ze die uitdrukking toen nog niet? Of bedoelen ze ‘koel’ omdat het een convertible is? Vul maar in wat je het leukst vindt.
Boven: De derde hal begint met op de motorkap het hoofd van een ‘native American’ en yep, het is een Pontiac Chieftain Convertible uit 1953.
Onder: Ford Fairlane.
Boven: Een prachtige De Soto Fireflite Convertible uit 1956. Voor iets onder de $ 3.000,- komt er één van de totaal 775 geproduceerde exemplaren in je bezit. Moet je hem wel in die jaren aangeschaft hebben.
Boven en twee keer onder: Een Packard Custom Eight uit 1950 en alleen het ornament op de motorkap is al een lust voor het oog. De auto zelf zorgt vervolgens voor een overvloedige speeksel productie. Op de foto onder het ornament eveneens een Packard, maar een Caribbean uit 1954.
Boven: Ford Thunderbird.
Boven: Stel je voor dat dit je garage is….
Boven: Frazer, Manhattan Four Door Convertible uit 1951. Het is het laatste jaar van Frazer productie en het is na WW II de enige verkrijgbare vierdeurs convertible op de markt, totdat Lincoln de Continental uitbrengt (1961-1967).
Onder: Dodge Custom Royal Lancer, Model D 55-3 uit 1955. Leverbaar in two-tone maar ook in tri-color (driekleur). Productieaantal is 3.302 en de af fabriekprijs is in die jaren $ 2.723,-
Boven: Mercury Montclair Convertible uit 1955. Het is het eerste jaar voor de Montclair Convertible dat deze geleverd wordt met een V8 met een inhoud van 292 cid (cubic inch displacement, 4,8 liter). Het vermogen is 198 pk en dit exemplaar is uitgerust met de optionele Turbo-Drive automatische transmissie. Een nieuwtje op de Montclair is een automatisch chassis smeersysteem. Het enige dat de eigenaar van de Montclair hoeft te doen om de auto te smeren is op een knop drukken in het dashboard. Totaal 10.668 zijn er geproduceerd met een af fabriek prijs van $ 2.712,-.
Onder: Kaiser Convertible uit 1949.
Boven: En we lieten de naam al een keer vallen, maar hier is-ie dan, de Rambler Custom Landau Convertible uit 1950. Van deze voor Amerikaanse begrippen compacte, kleine auto hebben 11.422 exemplaren de fabriek verlaten en met een prijs van $ 1.807,- was hij niet alleen pakweg een goede halve meter korter dan concurrent Chevrolet Convertible maar ook veertig dollar goedkoper.
Onder: De Nash Healey ziet in 1951 het levenslicht en zal tot 1954 gebouwd worden. De teller van deze sportwagen staat dan op slechts 506 exemplaren. De Nash Healey wordt aangeprezen als de enige auto welke het ‘automotive genie’ van drie naties verenigt, te weten het onvergelijkbare Italiaanse ontwerp van het koetswerk door Pininfarina, het exclusieve veersysteem/onderstel van Engelsman Donald Healey en de soepele kracht van de Amerikaanse Le Mans Dual Jetfire motor. Zou dat de in die jaren tamelijk stevige prijs van $ 5.899,- verklaren?
Boven: Cadillac Eldorado Sport Convertible 1953.
Boven en onder: De Studebaker Champion Regal Deluxe 2-door Convertible uit 1950. Tegenwoordig kennen we de auto vooral als de Studebaker ‘Bullet Nose’, maar destijds tijdens zijn introductie in 1950 krijgt hij een veelvoud aan ‘scheldnamen’, van vliegtuig zonder propeller tot en met ‘Buck Rogers Special’. Er zijn er 8.874 gemaakt en voor $ 1.981,- mocht je je eigenaar noemen van de Studebaker Champion Convertible.
Tekst & fotografie: Martin Brink.