Er zijn namelijk nogal wat zaken waar je rekening mee dient te houden wanneer je van plan bent een huis te kopen. Natuurlijk, op nummer één, uiteraard, wáár je wilt wonen. Stad of een rustiek dorp, aan zee of diep in het binnenland, om maar even wat te noemen. Verder is het belangrijk dat je werk bereisbaar is, desnoods met het OV, en wie kinderen heeft kijkt uiteraard naar de locatie van kinderopvang en school. Daarnaast is het fijn als je geen wereldreis hoeft af te leggen voor de eerder genoemde dagelijkse boodschappen en dat andere voorzieningen ook enigszins in de buurt zijn te vinden. Klimaatactivisten zoeken een woning die ver bóven zeeniveau ligt, en uiteraard ga je niet bovenop een gaswinningsgebied wonen…
Boven: Het eerste zandpad tussen landerijen door. Koren hebben wij hier niet, wel gras. Veel gras.
Als pianiste had ik nog meer noten op mijn zang: mijn nieuwe onderkomen moest vrijstaand zijn, want niets is vervelender voor mijn nieuwe buurtjes dan naast een toetsenist wonen die dagelijks haar etudes oefent. Tja, en dan wordt de spoeling op de huizenmarkt aardig dun. Uiteindelijk ben ik neergestreken in Friesland. Ik heb wat met deze provincie, en niet alleen omdat ik Friestalig ben. Een voormalige seniorenwoning annex semi-bungalow is het geworden. Zes meter boven NAP – wie denkt dat onze provincie plat is komt bedrogen uit. Geloof mij, ik ben op een ´daalders plekje´ terechtgekomen. Dat er af en toe een heteluchtballon in je tuin landt hoeft geen probleem te zijn en wakker worden terwijl een ree in je tuin je wazig staat aan te gapen heeft ook zijn charmes.
Boven: Bagger en diepe sporen hebben een haast magische aantrekkingskracht. Het smeekt gewoon om er doorheen te ploegen.
Toch ben ik in mijn ijver een passende woning te vinden één ding vergeten. Dit probleem openbaart zich pas wanneer je een 4×4 aanschaft. Op de één of andere duistere reden hebben veel bedrijven die zich met 4×4, overlanding of offroad bezig houden, zich beneden de grote rivieren gevestigd. Dat is vanuit Friesland een aardig stuk rijden – maar wat je ver haalt is lekker zegt het spreekwoord. Dat neemt niet weg dat bij een greenlanerit in Brabant of Limburg het erop neer komt dat de daktent mee moet. De tijden van hele dagen sturen heb ik al een tijdje achter mij gelaten – liever slaap ik er een nachtje over om de volgende dag fris naar huis te rijden.
Boven: Goed zicht naar voren én naar achteren.
Ik ben eigenlijk wel benieuwd waarom het meeste 4WD-gebeuren hoofdzakelijk in het zuiden plaatsvindt. Je zou zeggen dat zoiets te maken heeft dat er in Brabant en Limburg nog aardig wat onverharde paden liggen. Maar dergelijke tracks zijn er ook in Twente, Drenthe en ook in Friesland is nog niet alles onder het asfalt verdwenen. Nóg niet. Om dat laatste eens te bewijzen ga ik vandaag eens greenlanen in mijn achtertuin. Figuurlijk dan, want zo´n grote achtertuin heb ik ook weer niet. Het is een stralende winterdag, mooi weer om mijn Einhorn, het koosnaampje van m´n 4×4, uit haar winterslaap te halen. Haar accu wordt van de druppellader losgekoppeld, de lier middels een hoofdschakelaar op 12 Volt gezet, de motorkap met een plof dicht. Check. Ligt alles op het dak nog vast? Check. Ligt alles in de laadruimte vast? Check. Voldoende satan-sap? Check.
Boven: Even oppassen geblazen: de bandjes van mijn overmaatse rugzak waar het recoverymateriaal in zit hangen voor de kentekenplaat van Einhorn. Daar gaat oom agent vast wat van vinden, hoewel ik hier absoluut niet bang ben aangehouden te worden door politie. Ze halen de eerste 100 meter van het pad niet.
Ik heb niet de luxe van een ruim onderkomen voor mijn auto, daktent en aanhanger, dus het is op zijn zachtst gezegd allemaal wat krapjes in de garage. Zonder extra striping op de zijdeuren te maken rijd ik haar behoedzaam de garage uit. Het eerstvolgende zandpad ligt nog geen kilometer van mijn huis. Ik zou het bij wijze van spreken lopend afkunnen. Dit pad ligt er altijd prima bij – regenwater verdwijnt hier net zo snel in de grond als de bui erboven duurt, zoals overal op de Friese zandgronden. Een boer is op het land bezig: even een hand omhoog. De agrariër groet met een sigaar tussen zijn vingers terug. Hij kent mij en mijn kleine Einhorn wel. Even verderop ligt een kleine plas, ooit ontstaan door zandafgraving, gelardeerd door nog jonge bomen. De weg er naar toe is doodlopend en het laatste deel onverhard. De wet van het op zand vallend regenwater gaat hier niet op: diepe sporen met bagger en even verderop, jawel: een Opel Corsa. Hoe is die hier terecht gekomen? Terwijl ik uit voorzorg 4WD inschakel en het vertrouwde geluid van mijn automatische vrijloopnaven hoor, houd ik al rekening met het feit dat ik hem er straks uit moet gaan lieren. Lieren ja, want het meeste ogenwerk op personenauto´s is niet ontworpen om, al is het met een touwtje-met-rek, het hele spul door een baggerbak te slepen. De auto is echter onbeheerd en best kans dat-ie hier al een tijdje staat.
Boven: Ja, je kúnt ook gewoon braaf de sporen volgen. Kúnt. Hoeft niet.
Onder: Grensweg, al zou je het niet zeggen. Aan de ene kant ligt Drenthe, aan de andere kant Friesland. Paspoort niet nodig.
Aan de andere kant van de provinciale weg ken ik nog wat routes. Sterker nog: ik heb daar met mijn oude Ignis nog eens tijdelijk vastgestaan. Indertijd heeft Staatsbosbeheer mij uit die penibele situatie gered, door een trekker van een loonbedrijf te sturen. Het laatste waar ik nu bang voor ben is dat ik weer de boswachter moet gaan bellen. Het zandpad is beroerd, maar evengoed is het gewoon een openbare weg waar je 60 km/h mag rijden. Mag. Kunnen is een ander verhaal. Mocht je een kunstgebit hebben, dan trilt deze zonder meer uit je mond als gevolg van een soort wasbord, ontstaan door afdrukken van duizenden paardenhoeven in het zand. Ik zie dat Staatsbosbeheer sinds kort op de zijpaden een soort betonnen drakentanden heeft geplaatst. Je laat het echt wel uit je hoofd om je bolide hierin te sturen, tenzij je een bodemvrijheid hebt van 50 cm.
Boven: Een oude plaats (boerderij) ligt slapend in het landschap. Achter de bomenrij ligt Friesland.
Achter mij doemen koplampen op. Dat is bijzonder. Niemand zonder 4WD haalt het in zijn hoofd dit pad te rijden. Wanneer ik mijn Einhorn even in de berm zet – zonder precies te weten waar nu het pad eindigt en de berm begint – stuift een Forrester, van onder tot boven met ralleystickers beplakt, voorbij. Niks Groene Code. De bestuurder heeft vast geen kunstgebit. Toch zie ik opeens remlichten. De reden van het oplichten van bovengenoemde rode lampjes is waarschijnlijk mijn groene hoed. Ik ben namelijk even uitgestapt en wellicht heeft hij mij voor een boswachter aangezien.
Boven: Onderweg kun je van alles kopen. Eieren bijvoorbeeld op elke straathoek.
Onder: Iemand blij maken met een dode mus. Na 150 meter is het etablissement nog gesloten. Pas ergens april kun je hier terecht…
Verderop wordt het pad nog slechter. Aan een baggerbak in een bocht te zien is de Forrester hier ook doorheen geweest: de bellen staan nog op het water. Kalmpjes aan neem ik dezelfde hindernis, waarmee ik mijzelf bewijs dat snelheid beslist niet nodig is om tijdelijk te blijven steken. En ik houd mij wél aan de groene code. Na dit pad wijzig ik de koers maar eens naar het noorden. Daarvoor moet ik letterlijk een taalgrens over. Hier is dat een in 1886 gekanaliseerde rivier die onderdeel uitmaakt van de oude turfroute. Boven deze rivier spreekt men Fries, eronder Nederlands of Stellingwerfs.
Boven: Een doodgewone openbare weg. Uit goed fatsoen rijd je hier op zondag niet, want dan wemelt het van de vierhoefaangedreven havermotoren die wagens trekken.
Onder: De taalgrens. Ik bevind mij nu in het Friestalige gedeelte. Oh sorry: Ik sit no yn it Frysktalige diel fan ús provinsje.
Benoorden van deze rivier liggen ook nog enkele paden die eruit zien alsof er gisteren een shovel overheen is geweest om de ergste gaten te vereffenen. Niet zo vreemd, want er ligt nog bewoning aan deze weg die zich moeten zien te redden met een conventioneel 2WD voertuig. Dat de gemeente niet meer doet dan strikt noodzakelijk bewijst wel het feit dat ná die bewoning het pad bezaaid is met diepe kuilen en plassen. Niet dat ik dat erg vind. Ik zet Einhorn even stil, hoor weer het geklik aan de voorassen en zonder problemen ploegt de Einhorn zich stapvoets door de baggerbrij heen. Twee mensen die hun viervoeter uitlaten groeten mij, duidelijk geamuseerd dat een vrouw alleen zich in deze onverharde uithoek van de provincie waagt. Wanneer ik niet voorzien zou zijn van allerlei recoverymateriaal zou ik het inderdaad uit mijn hoofd laten. Echter, juist in deze tijd waar de gemiddelde burger zich op zijn zelfredzaamheid moet kunnen beroepen en ik niet steeds afhankelijk wil zijn van allerlei hulptroepen om mij te redden als ik weer eens ergens vaststa, is het zaak om je 4WD-materiaal en je skills tiptop op orde te houden.
Boven: Cockpitview. Boeren hebben ervoor gezorgd dat het een leuke uitdaging wordt hier doorheen te rijden.
Maar eerlijk is eerlijk: veel onverhard hebben wij in Friesland niet. Wij hebben meren, staan bekend om de eilanden, de Waddenzee, de weidse vergezichten, kaatsen en schaatsen. Kom met een boot en je waant je hier in een paradijs. Water zat. Met een 4×4 is dat een ander verhaal. Er zit dan ook niets anders op dan regelmatig naar het zuiden te reizen voor mijn noodzakelijke jaarlijkse dosis bagger. Maar weer even terug naar mijn achtertuin. Zoals bekend is de tijd om je 4×4 van een ander kleurtje te voorzien omgekeerd evenredig met de tijd dat je nodig hebt om die kleurspoeling er weer vanaf te halen. Een retourtje wasbox dus voor ik fris gewassen naar huis rijd.
Onder: Eén, twee, drie, en schóón is uw 4×4!
Tekst & fotografie: Kitty Madison.
Mooi gescheven en mooie foto’s madison👍
Dank je wel Dick 🙂
Leuk verhaal, zet daar dan maar eens een route uit.
Ik heb goede reden om dat niet te doen, en niet alleen omdat de tracks te kort zijn voor een fatsoenlijke route. Ik ken de mensen die aan de paden wonen, ik ken diverse boswachters van SSB – er woont er één bij mij om de hoek. Hooguit zou ik een vorm van samenwerking zien, een idee wat ik wel eens zou willen uitwerken.
Fake Story. This is in South Flori…duh. 😁 I can’t tell the difference except for no palmetto’s, palm trees and of course…Alligators. 🤣 Good job Kitty.
Hoi hoi Kitty,
Je hebt een prachtig verhaal uitgeschreven en ik ben blij voor je dat je je daar zo op je plek voelt.
Ik hoop dat je mooie tijden tegemoet gaat in de toekomst.
Groetjes, Deniz
(Een vriendin van vroeger)