Onwillekeurig blijft die vraag door ons hoofd spoken. De Mercedes Benz G-klasse wellicht? We zouden het niet weten, maar wat we wel zeker weten is dat we daar nooit over gehoord hebben, laat staan een uitnodiging voor hebben ontvangen. Andere merken passeren in onze gedachten de revue, zoals Land Rover, Toyota en natuurlijk Jeep. Genoeg meetings, ook internationaal, maar niet van één specifiek model binnen genoemde merken. Wellicht als we de wat meer exclusieve 4×4 modellen onder de loep nemen? Lamborghini bijvoorbeeld, of Hummer en dan met name de H1? Een Hummer meeting komen we wel tegen, maar die is er voor alle modellen van het merk, dus inclusief de H2 en H3. We zetten onze nieuwsgierigheid voor het gemak in de koelkast en maken ons zondag twee juni op om naar de vierde Suzuki LJ 80 Meeting te gaan, ergens niet ver van de Friese hoofdstad Leeuwarden.
Wakker geschud? Het is fervent Suzuki liefhebber Peter Zondag die ons een week eerder attent maakt op de LJ 80 Meeting, tijdens het Open Nederlands Trial Kampioenschap van de VNTTK in Kootwijkerbroek. “Of we weet hebben van de vierde LJ 80 Meeting”? Nee, absoluut niet moeten we eerlijk bekennen. Diezelfde avond, of de dag er na, precies weten we het niet meer, worden we gebeld door Pieter Visser, de initiatiefnemer van de LJ 80 Meeting. En Pieter kennen we al jaren, inclusief zijn passie voor de Suzuki LJ 80. Niet moeilijk ook, omdat we meerdere keren over zijn uitstekende gerestaureerde Suzuki’s LJ 80 verslag hebben gedaan voor diverse bladen. We zijn welkom op de LJ 80 Meeting (31 mei aankomst en weekend van 1 en 2 juni) en de afspraak op 2 juni is snel gemaakt. De eerste juni is voor terrein.nu niet mogelijk omdat ze dan verwacht worden bij de Rally for Kids zoals je eerder al hebt kunnen lezen.
Geboorte. We hebben meerdere keren over de Suzuki LJ 80 en haar ontstaansgeschiedenis geschreven. Voor wie onbekend is met de geschiedenis van dit toch wel unieke, maar aaibare terreinmonstertje een korte uitleg. Voornamelijk omdat je dan weet over welke Suzuki we het hebben. Het is de Japanse Hope Motor Company die in 1965 een klein ‘basic’ vrachtautootje ontwikkelt met vierwiel aandrijving. Betrouwbaar en basic zijn het meest belangrijk van deze HopeStar ON360 en bijvoorbeeld zaken als deuren en een dak ontbreken. Tot daar aan toe, maar om te zitten moet je genoegen nemen met stoelen voorzien van jute bekleding. Aandrijving gebeurt middels een luchtgekoeld tweetakt motortje van Mitsubishi met een inhoud van 360 cc (21 pk). Geen doorslaand succes, want slechts vijftien van deze vrachtwagentjes worden er verkocht. Het bedrijf komt in de problemen en dat is wellicht de reden dat Suzuki in 1968 de productierechten voor de ON360 koopt. Ze weten er in dat jaar 1968 zowaar nog vijf aan de man (of vrouw) te brengen….
Twee LJ kleuters. Ondanks dat de HopeStar ON360 geen slecht voertuigje is, wordt de verkoop afdeling niet blij van het aantal dat ze weten te verkopen. Suzuki gaat de HopeStar echter als basis gebruiken voor hun ‘Jimny 360’, die eveneens bekendheid geniet onder de naam LJ10 of Bruut IV. Die heeft enorm veel wijzigingen ondergaan maar de belangrijkste zijn een eigen ontwerp van de motor, een herkenbare carrosserie en een totale lengte van minder dan drie meter. Daarmee valt het autootje in Japan in de mini autoklasse en belastingtechnisch is dat gunstig. Om die reden ook is het reservewiel niet aan de laadklep te vinden, maar achter de passagiersstoel hetgeen de LJ10 een driezitter maakt. De motor is weliswaar nog altijd een luchtgekoelde tweecilinder tweetakt van 360 cc, maar de Suzuki versie weet er wel vier extra ponies uit te peuren (25 pk). De LJ10 beleeft haar Japanse introductie in 1970 en met zijn gewicht van nog geen 600 kg. is het een perfect voertuigje voor de eigen, Japanse markt. De LJ10 blijft tot en met 1972 in productie om dan in datzelfde jaar plaats te gaan maken voor de licht verbeterde LJ20. Belangrijkste is dat de motor voortaan watergekoeld is. Het betekent ook dat het vermogen stijgt naar 32 pk alsmede de topsnelheid die van 72 km/u naar 75 km/u stijgt. Visueel zien we in 1973 de horizontale sleuven verdwijnen, om plaats te maken voor (8) verticale spijlen in de grille. Bovendien worden de knipperlichten vervangen door twee exemplaren in iedere hoek van de grille. En nog een belangrijke verandering is dat het de eerste Suzuki 4×4 wordt die officieel geëxporteerd wordt. Yep, dat houdt tevens in dat ze voortaan ook het stuur links kunnen hebben. De LJ20 is, net als de LJ10, geen lang leven beschoren, want in 1974 verschijnt alweer de LJ50 ten tonele.
LJ groeistuipjes. De specificaties voor de Japanse automobiel klassen verandert en dat schept voor Suzuki de ruimte om de motor te upgraden. Ze plakken er een cilindertje bij en dit nieuwe, watergekoelde tweetakt motortje heeft dan een inhoud van 539 cc. en levert dan 35 pk in de in 1974 komende LJ50. Geen grote stijging van het vermogen, maar het wordt wel geleverd bij een veel lager toerental, buiten Japan precies een van de grootste klachten aangaande de LJ10 en LJ20, het hoge toerental. Nog altijd geen ontstellend vermogen, zeker voor Amerikaanse begrippen, maar de LJ50 weet ondanks zijn hogere gewicht van 670 kg. toch een topsnelheid te halen van 96 km/u. Die grotere motor zorgt ook dat de regelgeving in Japan het toelaat om het reservewiel aan de achterklep te bevestigen, zodat je met de LJ50 een vierzitter onder de billen hebt. De LJ50 blijft van 1974 tot en met 1977 in productie.
De LJ wordt volwassen. Maar ho, in 1977 komt Suzuki, naast de LJ50 (laatste jaar), ook met de Suzuki LJ80. Het zal de laatste in de LJ serie worden maar het is wel de meest krachtige en met zijn vele upgrades de beste van de LJ reeks. Met iets meer dan 770 kg. is het ook de zwaarste in de serie, maar dat is absoluut geen probleem omdat de LJ80 tevens de eerste viertaktmotor van Suzuki onder de motorkap meekrijgt. Het verhaal gaat dat de geruchten over die nieuwe motor jarenlang ontkend worden door Suzuki, maar samen met een scala aan grote verbeteringen is het Suzuki’s bedoeling om de LJ80 wereldwijd te gaan leveren. En, dat siert de ‘Japjanners’, dan zorg je dat die motor grondig getest wordt alvorens deze op de markt te zetten. Die nieuwe viercilinder SOHC (Single Over Head Camshaft) motor heeft een inhoud van 797 cc en levert 41 pk, goed voor een topsnelheid van 130 km/u. Veel leuker natuurlijk is het grotere koppel van 61 Nm bij 3.500 t/pm. een flinke verbetering ten opzichte van de 52 Nm waar de LJ50 het mee moet zien te redden. De LJ80 beleeft zijn Europese debuut in ons kikkerlandje en blijft tot en met 1983 in productie. Naast de LJ80 komt er nog een pick-up versie met langere wielbasis, de zogeheten LJ81. Nadat het doek valt voor de LJ80 en LJ81 gaat Suzuki nog gewoon verder met het ontwikkelen van auto’s met aandrijving op vier wielen, te beginnen met de SJ serie en Samurai. Maar dat wordt een ander verhaal…
Wedergeboorte. De, jawel, internationale Suzuki LJ80 Meeting (Nederlanders, Belgen, Duitsers, Polen, meerdere Denen, Zweden en Zwitsers als we het goed hebben) is in het leven geroepen door Pieter Visser. Pieter restaureerde in het verleden een Austin Healy maar achteraf beleeft hij daar weinig plezier aan omdat je in feite alles voor deze Engelse auto’s nog nieuw kunt aanschaffen. Dat geldt niet voor een Suzuki LJ80 welke hij in het bezit heeft en welke hij na een ongewilde koprol wil gaan opknappen. Hij doet dat middels een polyester body maar ziet dan dat daarmee veel details verloren gaan. Kijkt hij om zich heen, dan ziet hij ook nog eens dat veel van deze auto’s verregaand zijn aangepast aan 4×4 pret in het terrein. De stap (lees: uitdaging) om dan een tweede LJ80 helemaal origineel te gaan restaureren is dan snel gezet. De benodigde onderdelen weet hij niet alleen in Nederland, maar overal op de wereld aan te schaffen. Soms ook koopt hij de hele voorraad van bedrijven op van wat die nog van de LJ80 hebben liggen. De restauratie van zijn LJ80 schept daardoor veel meer voldoening. Zo nu en dan verkoopt hij onderdelen die hij genoeg heeft en al snel is hij een soort van wandelende encyclopedie over de LJ80, met contacten over de hele wereld. De tijd heeft hij mee, want meer en meer eigenaren van een LJ80 weten de auto op waarde te schatten. De auto heeft dankzij zijn uitstekende prestaties en kwaliteit in de loop der jaren een trouwe schare fans gekregen. Veel eigenaren kunnen daarom maar moeilijk afstand doen van hun icoon; liever brengen ze die weer in de originele staat. Niet direct om er opnieuw het zware terrein mee in te gaan, maar gewoon om er zo nu en dan een ritje mee te rijden en och, een stukje mild terrein rijden gaan ze nog altijd niet ‘uit de weg’, ook al is dat een wat ongelukkige woordkeuze. Van zo’n inmiddels bejaarde ‘legende’ moet je immers geen zware off-road arbeid meer verlangen. Koester hem liever en laat hem van zijn pensioen genieten opdat je nog jaren plezier aan hem kunt beleven. Bezoek met zijn allen bijvoorbeeld eens een automobiel museum en ’s avonds met zijn allen rondom een kampvuur zitten en verhalen uitwisselen horen daar bij zien we bij deze vierde LJ80 Meeting.
Krappe aankomst? De Suzuki LJ80 Meeting wordt dit jaar voor de vierde keer gehouden en telkens om het jaar. Simpeler gezegd, iedere twee jaar wordt de LJ80 Meeting gehouden. Terugtellen tot het debuutjaar heeft geen enkele zin, want Corona heeft de telling in de war geschopt. Terrein.nu is vandaag alleen op pad en arriveert wat later in de ochtend op het ‘LJ80 Suzuki kamp’, zijnde camping ‘de kleine wielen’ nabij Leeuwarden. Net als we Pieter Visser willen bellen om te vragen waar we ons moeten melden zien we opzij van de camping ingang de eerste Suzuki’s verschijnen. De geplande rondrit is begonnen! Razendsnel diepen we onze camera’s op om de in een gezapig tempo passerende ‘Soesjes’ vast te leggen. En het zijn niet alleen LJ80’s die in de ‘optocht meerijden’. Naast LJ80’s en LJ81’s rijdt een breed scala aan ‘vreemde’ Suzuki’s mee (Samurai’s, SJ’s, Jimny’s, Vitara’s en enkele 2wd Suzuki’s) en zelfs zien we enkele Daihatsu’s passeren. Zo lang je maar passie hebt met Suzuki en de LJ80 ben je welkom leren we al snel. Bovendien weet je natuurlijk nooit of Pietje in die Daihatsu thuis druk doende is met de restauratie van zijn geliefde LJ80. Juweeltjes passeren de lenzen van onze camera’s, maar wat het nog leuker maakt is dat we meerdere chauffeurs en bijrijders kennen. Het wordt een kunst om tegelijkertijd te proberen een acceptabele foto te maken en een zwaaiende groet uit te brengen naar opnieuw een goede bekende. De laatste Suzuki heeft ons maar nauwelijks gepasseerd of we worden gebeld door Pieter. “Kom snel daar en daar heen, we wachten op je” laat Pieter weten. Niet veel later volgt het hartelijke weerzien met Pieter en maken we kennis met héél véél LJ80 liefhebbers!
Boven: Alom bekend in de Suzuki wereld, Hans en Thea Bogerd. De passie voor het merk hebben ze overgebracht op hun kinderen. Zoons Wilfred en Jeroen zijn eveneens aanwezig en rijden daags daarvoor samen mee. Jeroen moet de laatste dag helaas verstel laten gaan wegens andere verplichtingen, maar zijn plaats wordt deze laatste dag ingenomen door een andere Soes liefhebber, Jeroen Roelofs. Nog net geen familie van de Bogerd’s, maar wellicht komt dat omdat hij niet alleen passie heeft voor Suzuki’s, maar ook een plekje in zijn hart heeft voor Daihatsu (zowel Taft als Rocky).
Onder: Ronald van Loenen, samen met een LJ80 liefhebber en eigenaar maar zonder kenteken, in zijn LJ81 welke hij in Australië wist te bemachtigen. We geven toe dat het wel wat heeft, zo’n LJ81 die gewoon de sporen draagt van een zwaar werkzaam leven. Zoon Nick van Loenen moet ook nog ergens te vinden zijn onder de deelnemers.
Boven: Gerrit van Os junior. Senior ‘zwerft’ ook nog ergens.
Onder: Arno en Patricia Baauw. Kijken we niet van op om eerlijk te zijn. Als Suzuki specialist (Suzi’s Place in Buren) zou het haast misdadig zijn om niet aanwezig te zijn op toch, mag je wel zeggen, deze unieke LJ80 Meeting. En vergis je niet, verschillende LJ80 exemplaren komen bij hem vandaan.
Boven en vijf keer onder: Een sliert van zo’n zestig voertuigen krijg je niet makkelijk in zijn geheel op de foto. Een latere poging mislukt omdat een van de deelnemende auto’s met ‘pech’ kampt en de stoet daardoor verbroken wordt. ‘Komische pech’ vinden we het eigenlijk. Geen benzine, maar het duurt even voordat die wetenschap doordringt. De benzinemeter geeft namelijk nog vrolijk aan dat de benzinetank voor de helft gevuld moet zijn.
Boven: Gevonden! Zoon Nick van Loenen in zijn eigen Suzuki LJ80.
Boven: In de route opgenomen, het ‘Tegelbruggetje’ (Elfstedenmonument dat bestaat uit ruim vierduizend tegeltjes) met daarop foto’s van Elfstedenrijders welke de Elfstedentocht in het verleden wisten te volbrengen. Samen vormen ze, dankzij kleurgebruik en compositie, de beeltenis van schaatsers. ‘Het monument is ontworpen door Maree Blok en Bas Lughthart’ leren we van het internet ‘en is een ware blikvanger in het weidse landschap tussen Lekkum en Giekerk’. Dat kunnen ook wij inmiddels beamen. Niet alleen winnaars en wedstrijdrijders staan afgebeeld maar ook duizenden toerrijders onder wie W.A. van Buren, de schuilnaam van prins Willem-Alexander die in 1986 de tocht weet te volbrengen. Het monument zou nog niet af zijn. De zuidzijde van de brug wordt de komende jaren ook nog betegeld. Op de voorgrond rechts de LJ80 van Sander Zondag, want die is, samen met pa Peter, natuurlijk ook aanwezig bij de LJ80 Meeting.
Afsluiting. Bij terugkomst op de camping wacht een puike lunch. Na de lunch wordt het weekend afgesloten met een heuse prijsuitreiking. Prijzen zijn er in meerdere categorieën zoals mooiste, lelijkste, meest originele LJ80 en LJ81, mooiste niet LJ en ongetwijfeld zijn we er een of twee vergeten. Het leuke is dat de deelnemers zelf middels een lijst kunnen invullen wat zij vinden en daarmee de uitslagen bepalen. Met andere woorden, welke LJ vinden zij het mooist of het lelijkst of meest origineel etc. DE meest begeerde is natuurlijk de joekel van een beker op de voorgrond, die van de eerste prijs origineel. Ook een wisselbeker is er te winnen. De kans bestaat dus dat je die over twee jaar weer in moet leveren. Jazeker, want de data voor het volgende ‘Eljeetreffen’ in 2026 staan al vast. Je kunt ze alvast vinden in de Agenda van terrein.nu.
Boven: Initiatiefnemer Pieter Visser, hieronder samen met de winnaar van de ‘lelijkste’ Suzuki, Willem Bouwman.
Boven: Gerrit van Os senior valt eveneens in de prijzen.
Boven en onder: Arno Baauw neemt ook eremetaal mee naar huis met zijn prachtige en originele ‘niet eljee’.
Boven: De prijswinnaars van de meest originele LJ’s, met in het midden de nummer 1. Links op de foto de Zwitsers met een tweede plaats en rechts de nummer 3.
We keren huiswaarts in de stellige overtuiging dat we van een uniek treffen hebben mogen proeven. Naar ons weten wordt namelijk nergens ter wereld een treffen georganiseerd voor slechts één model binnen een 4×4 merk. Mocht dat wel zo zijn, laat het ons weten. Blijft overeind dat deze vierde internationale LJ80 Meeting uniek blijft. We rekenen dan de gemoedelijke en ongedwongen sfeer mee.
Tekst & fotografie: Martin Brink.
Leuk verslag, mijn eerste 4×4 was ook een LJ80.
Gekocht bij Cees van Maurik in Eck en Wiel.
Veel plezier mee gehad, alleen was het dunne plaatwerk niet bestand tegen de Nederlandse pekel. Daarom besloten voor een echte Jeep te gaan. Dat werd een CJ5, 8 jaar ouder dan de LJ maar wel hard en een 6 cilinder heeft toch meer power.
Blijf de LJ koesteren in mijn ♥ blijven gave karretjes.
Bedank Martin dat je aanwezig was om mooie foto’s te maken en een mooi verslag te schrijven . Ook wil ik alle vrijwilligers en organisatie bedanken voor dit mooie weekeind . Ik heb het reuze naar mijn zin gehad . Op naar de volgende
Wat een prachtig weekend, al die mensen met dezelfde passie. Hulde aan de organisatie het was top.