Going back in time (on the Sound of the Nation) schalde er in het verleden over de radio. Wars van onze titel, maar stel je eerst eens voor dat je naar de toekomst kunt reizen. Er zijn enkele theorieën die claimen dat het best wel een keer realiteit zou kunnen worden. Dat zou dan moeten lukken door in een ruimteschip te stappen dat bijna de lichtsnelheid haalt. Kom je dan als reiziger na ‘verloop van tijd’ terug op onze aardbol, dan ben je in de toekomst beland. Toch een gek idee, want wie weet zie je dan je achterkleinkinderen als grijsaards rondlopen. Tenminste, als je maar lang genoeg gereisd hebt met die bijna lichtsnelheid. Lijkt het je echter niks om je achterkleinkinderen als grijsaards te zien, dan heb je een levensgroot probleem, want terugreizen naar je eigen tijd is onmogelijk. Althans, zo lang we nog geen ruimteschip hebben dat sneller kan vliegen dan het licht (circa 300.000 km. per seconde, maar we kunnen er een paar km naast zitten). Maar let op. Je bent ingelogd op terrein.nu en voor terrein.nu is niets onmogelijk. Wij nemen je in dit verslag gewoon wel mee terug in de tijd. Riemen vast, countdown, ontsteking en launch…!
Bestemming. Toegegeven, we hebben wel hulp nodig voor onze reis terug in de tijd en die hulp komt van Cor Missler. Mocht je die niet kennen; Cor is ook actief binnen de off-road club 4×4 Limburg. Tijdens een gesprek op een evenement van de club, inmiddels dank zij Corona tamelijk lang geleden, laat de gepensioneerde Cor vallen dat hij door de week actief is in ‘Nonke Buusjke’. Ons verbaasde gezicht schreeuwt schijnbaar om uitleg wat Nonke Buusjke betekent en Cor legt het gewillig uit. Heel simpel gezegd is Nonke Buusjke een openlucht museum dat het wonen en werken van de mens op het Zuid-Limburgse platteland laat zien. Echter niet in de tegenwoordige tijd, maar ruwweg in de periode eind negentiende, begin twintigste eeuw (zeg maar globaal van 1875 tot en met 1925). Het is globaal ook de periode waarin de industriële revolutie niet of maar beperkt is doorgedrongen tot het platteland. Onmiddellijk is onze interesse gewekt. We zijn verzot op geschiedenis, althans geschiedenis waarin de ontwikkelingen, leefwijze en migratie van de mens centraal staat. Geschiedenis met politiek gekonkel zoals dat tegenwoordig vooral het geval is boeit ons totaal niet. “Anders kom je een keer kijken”, nodigt Cor ons uit. Klaarblijkelijk hebben we ons enthousiasme niet kunnen verbergen en de afspraak wordt gemaakt. Dat was voor Corona en daarom duurt het even voor we Cor’s uitnodiging kunnen verzilveren.
Boven en onder: ‘De houtzagerij’, zou je met wat goede wil kunnen zeggen. De ’tandwielkast’ moet je een kwartslag draaien zodat de as met de rode kruiskoppeling in het verlengde staat van de zwarte band. Boven op het grote tandwiel kun je een balk (of meer) in de vierkante gaten schuiven. Eén pk (paard) of wellicht twee zorgen voor het draaien van het grote tandwiel. De volgende overbrengingen (eerst een klein haaks tandwiel dat op zijn beurt het grote recht opstaande tandwiel aandrijft dat op zijn beurt een recht tandwiel op de as met kruiskoppeling aandrijft) zijn zodanig gekozen dat de as zeer snel gaat draaien. Via een tussen as (niet aanwezig op de foto) wordt de lange rubberen band aangedreven en vervolgens het zaagblad in de tafel.
Het waarom van Nonke Buusjke. Nonke Buusjke is gelegen in de zuidelijke helft van onze provincie Limburg aan de rand van de Schinveldse bossen. Geesteskind van Nonke Buusjke is Thei (Theo) Berkers die in 1974 de eerste stappen zet tot het Nonke Buusjke zoals het nu is. Aanleiding is het feit dat Thei in die jaren meer en meer kritische en vaak pijnlijke vraagtekens zet bij de moderne tijd. Meer specifiek het jachtige leven dat dit tot gevolg heeft. Maar al te vaak lijkt het of we alleen maar leven om te werken, werken en nog eens werken en dat alles in ons leven lijkt te draaien om ‘materiële welvaart’. Hij heeft daar zeker een punt en als je er een beetje over nadenkt ga je je afvragen of je al die ‘zegeningen’ van onze moderne welvaartstaat ook daadwerkelijk nodig hebt. Nog een stapje om na te denken; kunnen we nog wel zonder? Het is uiteraard makkelijk om vanaf de zijlijn kritiek te leveren en we zijn nuchter en eerlijk genoeg om toe te geven dat ook in het verleden niet alles ‘rozengeur en maneschijn’ is geweest. Vroeger was zeker niet alles beter (denk bijvoorbeeld aan armoede en slechte hygiënische omstandigheden) maar dat onze huidige welvaartmaatschappij daar mee af zou rekenen is nog altijd een utopie. Armoede is er nog altijd maar bovendien hebben we het contact met de natuur verloren, zijn we het plezier van noeste arbeid kwijt en wellicht het meest erge; we zijn helaas vergeten wat compassie voor de medemens inhoudt. Thei ziet dat in die tijd al onder ogen en in plaats van toekijken vanaf de zijlijn laat hij daadwerkelijk zien dat het ook anders kan.
Geboorte en jeugd… Nonke Buusjke begint voorzichtig als een van Thei’s klanten, Thei is in die jaren kleermaker, laat weten dat hij in Duitsland een bakoven gaat afbreken. Laat Thei kort daarvoor nu een stukje grond gekocht hebben, inderdaad het stuk grond waar tegenwoordig nog altijd Nonke Buusjke op staat. Thei vraagt aan zijn klant of hij het ‘bakkes’ mag afbreken om het in Schinveld weer op te bouwen. Achter liggende gedachte is om het te gebruiken als schuilplaats en om er gereedschap in op te bergen. De man stemt toe en met behulp van enkele vrienden (de ‘nonkes’) wordt het vakwerkhuisje opgebouwd. De mannen zijn echter flink onder de indruk aangaande de bouwwijze van het bakkes en bijna als vanzelf willen ze daarna weten of de bakoven nog werkt. Tja, wat doe je dan als de eerste vlaaien en broden er perfect uit rollen? Ze komen er mee in de publiciteit, want niet veel later staat er een cameraploeg van Gewest tot Gewest op de stoep die het hele bakproces vastlegt en in een tv programma uitzendt. Het betekent tevens de ontdekking van Nonke Buusjke door het grote publiek.
Stroomversnelling. Het is de eerste stap en er komen er al snel meer. De volgende stap is een schuur van de gemeente waar tijdens een storm het dak vanaf is gewaaid. Ze mogen die afbreken om tot hun grote verbazing te ontdekken dat het van oorsprong, maar liefst 300 jaar eerder, een boerderij is geweest. Thei met zijn nonkes (vrijwilligers) herstellen het woonhuis in zijn oude glorie. Vervolgens zijn het een schoenmakerij, stroopstokerij, een washok, een smederij, een timmerwerkplaats, een weefhuis, klompenmakerij, de dorpswinkel etc. die in hun originele vorm een plekje vinden op het terrein van Nonke Buusjke. Stuk voor stuk worden ze gevuld met authentieke (inmiddels ook antieke) voorwerpen, gereedschappen en wat de mens in die ‘verleden tijd’ nodig heeft. De hele geschiedenis kun je overigens in een boekje met tal van foto’s terugvinden. Dat alleen al rechtvaardigt een bezoek.
Ouderwets leerzaam. Juist omdat alle huizen en gebouwen authentiek zijn ingericht met originele gereedschappen en wat dies meer zij, mag je Nonke Buusjke niet zien als een echt openlucht museum. Vrijwel alles wordt namelijk nog gewoon gebruikt, zodat bezoekers ‘live’ kunnen zien hoe de Limburgers in het verleden leefden. We noemden al de vlaaien die nog op ouderwetse wijze worden gebakken. We hebben er van gesmuld kunnen we je vertellen, want omdat een groep mensen Nonke Buusjke bezoekt staan er verschillende smaken vers gebakken vlaaien te wachten. Maar er wordt in Nonke Buusjke nog gewoon gewoond, gewerkt en geslapen. Een groentetuin, een kruidentuin, kippen, bijen, twee ‘zwijntjes met een hangbuik’ en van tijd tot tijd wordt er geploegd (uiteraard nog met een paard en oude ploeg) en dan hebben we het alleen nog maar over de eerste levensbehoefte: eten. Maar ook de ouderwetse beroepen worden nog uitgeoefend. Cor Missler is bijvoorbeeld timmerman/meubelmaker en doet al het onderhoud en zo nodig restauratie aan de gebouwen en andere spullen zelf, uiteraard op de ouderwetse manier (denk bijvoorbeeld aan pen/gat verbindingen). In een van de gebouwtjes wordt tijdens ons bezoek door een viertal dames pruimen gepit (?) voor jam of vlaai. In het dorp wordt een apart biertje gebrouwen met benodigdheden die op het terrein van Nonke Buusjke groeiden. Dat alles wordt gedaan door pakweg zestig vrijwilligers (Nonkes en Tantes) en ze kunnen er altijd nog wel een paar bij gebruiken vertelt Cor, want Nonke Buusjke wordt enorm druk bezocht. Veel door ouderen die vaak dingen herkennen van hun ouders of grootouders, maar ook schooljeugd komt regelmatig naar Nonke Buusjke. Met name leraren zijn enthousiast omdat ze veel (rudimentaire) aanknopingspunten vinden voor hun lessen in onder meer geschiedenis, natuurkunde, bouwkunde, biologie, techniek en niet te vergeten maatschappijleer.
Boven: Cor ontvangt een bezoekende ‘delegatie’ dames en heren en geeft uitleg over Nonke Buusjke, wat ze kunnen zien en mogen.
Boven en onder: De waskamer of washok. Let op de ‘wasmachine’ met handbediening links in de hoek. Rechts achter op een kastje staan (biologische!) zeep en wasmiddelen (ook ‘zakje blauw’ voor een hagelwitte was). Onder demonstreert Cor een uniek ‘strijkboutje’ voor boorden/kraagjes.
Boven en onder: ‘Wasmachines’ (beter kun je ze wastobbes noemen) uit vervlogen jaren. Om de hoek staat nog een heuse ‘Miele’ wasmachine zoals je op het deksel kunt lezen.
Boven en onder: Mensen gingen vroeger ook dood en dan wordt er een zogeheten ‘dodenplank’ buiten gezet, met daarop onder meer het tijdstip van overlijden.
Boven: De dorpswinkel met van alles uit vervlogen tijden (nog altijd) te koop.
Onder: De dames aan het werk voor jam of vlaai. Door de opwinding hebben we verzuimd het hen te vragen. Gelukkig is Cor zijn geheugen beter dan dat van schrijver dezes en die laat weten dat ze met pruimen bezig zijn geweest voor de jam. En die jam kun je niet alleen op je brood smeren, maar ook in vlaai verwerken…
Boven: Het biertje van Nonke Buusjke. We hebben er een mee gekregen en het is beslist geen verkeerd biertje durven we als regelmatige genieter van speciaal biertjes te zeggen.
Boven: De stroopketel. Onder de ketel moest een vuurtje brandend gehouden worden en daarom sliep de stroopmaker boven zodat hij er regelmatig uit kon om het vuur brandend te kunnen houden.
Onder: Het kamertje boven de stroopmakerij. Links een oude pick-up met net buiten beeld een stapeltje oude (78 toeren) grammofoonplaten.
Boven: De ‘lamp’ in het kamertje boven de stroopmakerij en onder de bedstee met links aan de muur het ‘nachtlampje’.
Boven: Hier wordt uit de doeken gedaan hoe de vakwerkhuizen en dito schuren gebouwd werden. Stuk voor stuk met natuurlijke middelen die ter plekke voorhanden waren en groeiden. Onder geeft initiatiefnemer Thei ‘schriftelijk’ uitleg over het bouwen van je huis. Thei overleed in 2001 op 77-jarige leeftijd.
Boven: Hier zijn ze maar wat trots op, de medewerkers van Nonke Buusjke. Het is een ‘kooitje van de Putter’. De Putter is een slim vogeltje en weet binnen de kortste keren het met voer gevulde bakje aan het touw omhoog te hijsen om te kunnen eten. Dat gold ook voor het drinken uit het bakje met water links.
Boven en onder: Smederij. Let op de enorme blaasbalg aan het plafond om het vuur aan te wakkeren.
Onder: Ook in de smederij te vinden, een ‘snoerloze boormachine’. Hebben we tegenwoordig nog altijd….
Boven: In het Limburgs, maar het zal duidelijk zijn waar het over gaat.
Boven en onder: Gezicht op de kruidentuin.
Boven: Ook een plaatsje gekregen op het terrein, ‘Os sjeef prieeltje (ons scheve prieeltje).
Boven: Hoe ze heten zijn we vergeten…. Maar ze komen niets te kort zo te zien…
Boven en onder: Tamelijk logisch in een tijd waarin de akkerbouw en veeteelt het meest belangrijk zijn als middelen van bestaan. Om de noeste arbeid op het land te vergemakkelijken zijn tal van landbouw gereedschappen ontwikkeld. Je vindt ze allemaal op Nonke Buusjke. En nog altijd krijgt de instelling spullen uit het verleden. Bordjes op het betreffende ‘gereedschap’ (om het apparaat te noemen vinden we een tikje te snobistisch, gereedschap is veel mooier) vertellen wat het is en doet.
Boven en onder: De bijenkas. Niet verwonderlijk met de vele bloemen in de omgeving. Wat verder opvalt is de absolute rust op het terrein van Nonke Buusjke. Geluid van verkeer is er niet omdat het terrein een heel stukje buiten Schinveld ligt aan de rand van de Schinveldse bossen. Wat zeker ook meehelpt is dat het gebied rondom Stiltegebied is.
Boven: Dit zou een Romeins wagenwiel zijn van zo’n 2.000 jaar oud. Dat moet dan een wagenwiel zijn geweest voor het vervoer c.q. verplaatsen van zware vrachten op karren, want tweeduizend jaar geleden hadden we als mens al de veel lichtere wielen met spaken uitgevonden.
Boven: Houtdraaibank met voetbediening.
Onder: Het ’toiletgebouw’. Links voor Limburgse heren (Mansluuj), rechts voor Limburgse dames (Vrouwluuj). Voor bezoekers zijn er ook moderne toiletten….
Boven: Schoenmakerij.
Onder: Klompenmakerij.
Boven: Een ‘zondagse’ klomp voor dames!.
Onder: Het aanrecht.
Boven: Op de kachel worden in die tijd ook de koffiebonen gebrand.
Onder: De huiskamer.
Boven en onder: Geniaal. De huizen zijn niet echt groot in die tijd en dan moet je inventief zijn, zeker als er nog een paar koters rondlopen. Het meubelstuk op de foto boven dient als zitbank maar kan open gevouwen worden zodat het als kinderbox dienst doet met daarin het kinderspeelgoed. Weinig kans dus voor het kroost om het speelgoed te laten slingeren.
Boven: De kinderkamer ligt laag in de huizen van vroeger, want dat scheelde sjouwwerk naar een hoger gelegen kamer.
Boven: Een zogeheten ‘haarbol’ zoals je kunt zien. We zijn benieuwd of er iemand onder de lezers is die weet wat het is, maar let op, je mag het niet aan Cor Missler vragen. We zouden ook andere voorwerpen hebben kunnen kiezen, maar vermoedelijk is op het internet dan wel Wikipedia te vinden wat dat zijn. Dat zal niet lukken met de haarbol voor zover we weten, want wij hebben het niet kunnen vinden. Althans, in deze hoedanigheid, want andere ‘haarbollen’ kun je er wel vinden. Cor Missler heeft ons moeten verklappen wat voor een haarbol dit is…
Boven: Raakte je een been kwijt in het verleden, dan kreeg je dit ‘charmante’ kunstbeen aangemeten.
Slot overpeinzing. Ben je geïnteresseerd in het Limburgse leven (of niet alleen in het Limburgse leven) uit vervlogen tijden, dan is Nonke Buusjke een regelrechte aanrader. Je kunt er gerust een aantal uren vertoeven zonder je een ogenblik te hoeven vervelen. Wij hebben in ieder geval voor meer dan honderd procent genoten en nog veel meer als we de twee stukken verorberde vlaai er bij tellen. Het is precies zoals de stichter Thei Berkers het omschrijft. Het is “een plek die stil maakt en tot nadenken stemt”. Zeker met dat laatste deel van zijn uitspraak slaat hij de spijker op zijn kop! Of in ouderwetse termen te blijven: de pen in het gat!
Goed om te weten: Nonke Buusjke is open van mei tot en met september op zondag van 12.00 -17.00 uur. Scholen, instellingen en groepen kunnen ook door de week Nonke Buusjke bezoeken, mits vooraf aangemeld via email: reserveringen@nonkebuusjke.nl of anders telefonisch op: 045-5252286. Voor speciale activiteiten of openingsdagen kijk je op hun website: www.nonkebuusjke.nl.
Tekst & fotografie: Martin Brink. Met dank aan Cor Missler en alle vrijwillige medewerkers van Nonke Buusjke voor een onvergetelijke en leerzame middag!