Deel 2 met iets meer foto’s geselecteerd uit de circa 3.000 waarmee we gedrieën thuis komen. Uiteraard ontkom je dan niet aan een paar ‘dubbele’ maar het geeft wel haarfijn aan dat alle drie uw fotografen enorm genieten op het Wings and Wheels. In dit deel halen we opnieuw een paar heerlijke voertuigen voor het voetlicht en verder een flink aantal algemene indrukken.
Boven: Chevrolet 3/4 ton Stake-bed in Navy uitvoering uit de oorlogsjaren. Toch tamelijk zeldzaam, want niet heel veel hebben de oorlog overleefd. En degenen die dat wel gelukt is zijn vaak gerestaureerd, waarbij de grille en andere ornamenten op de auto van verchroomde exemplaren werden voorzien zoals op de voor- en naoorlogse modellen.
Boven: Volvo N10 kraanwagen van het Belgische leger.
Onder: Niet alleen bij ons draaien de camera’s overuren.
Boven: De Jeep in de Britse S.A.S. (Special Air Services) woestijn uitvoering. Deze Jeeps zijn flink aangepast voor de woestijn en werden ingezet om vliegtuigen (op de grond) te vernietigen tijdens WW II. Dat is aardig gelukt kun je stellen. De eerste succesvolle actie vindt plaats op 17 november 1941 als twee groepen op twee vliegvelden maar liefst 61 vliegtuigen weten te vernietigen. Een snel volgende actie helpt nog eens 27 vliegtuigen naar de vliegtuighemel. In juli 1942 heeft het regiment vijftien stuks van deze speciaal gemodificeerde jeeps in actie in het noorden van Afrika. Kenmerkend zijn de dubbele machinegeweren (caliber 30) van Browning of Vickers. Alles open trekken is goed voor een indrukwekkende 5.000 schoten per minuut. Effectief genoeg voor een netto resultaat in november 1942 van 400 vliegtuigen welke op de grond om zeep zijn geholpen! Behalve de machinegeweren hebben de jeeps in S.A.S uitvoering een overloop tank om kostbare vloeistof op te vangen welke de motor moet koelen zodat deze niet verloren gaat (vroeger werd het teveel aan vloeistof als de motor op temperatuur kwam gewoon via een pijpje afgevoerd). Ook om de koeling te verbeteren werden een aantal spijlen uit de grille gezaagd. Verder kregen ze een camouflage net mee in geval ze ergens geparkeerd stonden en meerdere jerrycans voor water en brandstof. Het voorraam werd verwijderd. Glas kan in de zon als een spiegel reflecteren en dat kan door de vijand op grote afstand gezien worden. Bovendien scheelde het gewicht en ruitenwissers heb je in de woestijn over het algemeen toch niet heel veel nodig. En last but not least, het schootsveld van de machinegeweren wordt er mee verruimd.
Boven: Soms zijn woorden overbodig….
Onder: Reo 6×6. De oorspronkelijke eigenaar is helaas overleden maar zijn vrienden houden hem in ere middels een foto van hem op de voorruit.
Boven en onder: Kanon met diens richtapparatuur.
Boven: Vooruit, nog een uit de waarheidsgetrouwe wereld van het miniatuur.
Boven en onder: Vliegtuigen waarbij je het gehuil van straalmotoren moet ‘missen’. Ongetwijfeld zijn er voor- en tegenstanders van straalmotoren en/of propeller motoren. Persoonlijk kunnen we moeilijk kiezen. We hebben eens het testen van straalmotoren van straaljagers bijgewoond en het enorme, bijna angstaanjagende gehuil en krachtvertoon maakte een diepe, onuitwisbare indruk. Maar net zo diep onder de indruk raakten we van het donkere, voelbare gedreun van een oud charter vliegtuig met twee enorme stermotoren die de reis naar onze bestemming onvergetelijk maakt. Beiden hebben een geheel eigen ‘welluidende’ karakteristiek met ongetwijfeld ieder haar eigen fans.
Boven: VW Syncro. Onder: Dodge.
Boven: Land Rover Light Weight.
Onder: Wie lopen we hier tegen het lijf? Onze vriend de Belg André Aerts die in het verleden furore maakte in het Nederlandse Kampioenschap Off-road Racen!
Boven: Deze Tinus op zijn ‘BSA’ heeft het heel wat beter voor elkaar dan de Tinus in de hit ‘Oerend Hard’ van Normaal… Hooguit kan er wat anders ‘oerend hard’ zijn.
Foto boven en twee keer onder: Alhoewel je ze alleen ‘off-the-road’ tegenkomt zijn we niet heel bekend met helikopters moeten we eerlijk bekennen. Dit zou een Bell UH-1 zijn, bijgenaamd “Huey” en de helikopter die veelvuldig ingezet werd in de Vietnam oorlog.
Boven: Het meest bekend geworden is de Engelse Well-bike, maar ook andere mogendheden zagen het nut van klein gemotoriseerd vervoer voor het leger.
Twee keer boven en tien keer onder: Beelden van re-enactment, een nagespeelde oorlogsactie. Voordat ze ten strijde trekken worden de manschappen gezegend en wordt vooral gebeden voor een behouden thuiskomst. Het heeft ons altijd verbaasd dat iedere mogendheid (lees strijdende partij) in oorlog steevast zijn god aan zijn zijde heeft staan, ook als beide partijen dezelfde god aanbidden. Enfin, het levensecht naspelen van een oorlogssituatie trekt enorm veel bekijks tijdens het Wings and Wheels. Kanonschoten, mitrailleurvuur, rook, mannen die zogenaamd gedood worden of gewond raken; het is allemaal ‘live’ te zien. Dit jaar weliswaar wat moeilijker omdat een van de voertuigen op de voorgrond de gevechtshandelingen deels aan het oog onttrekken, afhankelijk van waar je staat, maar dat is wellicht een aandachtspuntje voor volgend jaar.
Boven: Ook vrouwen mengen zich in de strijd.
Boven: Een gesneuvelde kun je wel laten liggen maar op de foto hier onder wordt een ‘gewonde’ in veiligheid gesleept.
Boven: Een gewonde krijgsgevangene, maar die moet natuurlijk zelf lopen….
Onder: Na de oorlog is het tijd voor de liefde….. althans, in dit verslag.
Boven: Volop aanwezig, leuke honden. Dit lijkt niet heel moeilijk voor Linda Zantingh van yourdoggy.nl en zelfs ondergetekende heeft in eerste instantie een sterk vermoeden. Ondergetekende zit er vierkant naast, maar Linda heeft alleen wat lichte twijfels of het een Alaskan Malamute is.
Boven: Aan het schildje op de bumper valt op te maken dat de auto meegedaan heeft aan de zeventigste verjaardag ter herinnering aan D-Day. Zeker weten dat deze Jeep niet bij de landing op D-Day geweest is, want het is een na-oorlogse M38. Maar och, een kniesoor die daar op let toch?
Onder: Hé, die kennen we nog van deel 1 van ons verslag….
Boven: Creatieve mini Land Rover’s en Jeep’s (foto onder) zien we regelmatig als vervoermiddel voor de kids, maar een Minerva is nieuw voor ons.
Boven: Kinderen vinden het prachtig om zich te laten schminken!
Boven: Lopende Weapons carrier van vlees en bloed….
Onder: Rijdende (loopt ook goed) metalen Weapons carrier van Dodge, de WC 21 met open cabine.
Boven: Meestal met half-tracks te zien maar dit is een White M3A1 scout car. Bijna 21.000 zouden er gemaakt zijn. Van de modellen met half-tracks verlaten er ruim het dubbele de fabriek (bijna 43.500).
Boven en onder: Een Lanchester 10.
Boven: Een foto die Jan Houtkoop gemaakt heeft en dan begrijp je wellicht zijn gezichtsuitdrukking…
Boven: Zijn we een beetje verliefd op en daarom laten we hem nog een keer zien, de M274A2 ofwel de Mechanical Mule. Duidelijk te zien zijn de portaalasjes.
Boven: Nederland en België worden op deze kaart van ‘The National Geographic Society’ aangeduid als ‘The Low Countries’ (De Lage Landen).
Onder: De douche van de ‘4th Infantry Division’.
Boven en onder: De White M3A1 half-track exterieur en interieur.
Boven: Hijsen van de vlag en dan is de groet verplicht.
Boven: Een invalide wagentje in legerkleuren. Moet een snel voertuigje zijn, want je kunt je er razendsnel mee ‘uit de voeten’ maken zoals je duidelijk kunt zien. Er is immers een ‘wheeliebar’ gemonteerd aan de achterzijde…. Franse makelij waarschijnlijk….?
Boven: FN AS-24.
Boven: Zo te zien een ongerestaureerde GMC CCKW 6×6 2-1/2 ton cargo truck met metalen body en lier.
Boven: De catering heeft absoluut niet te klagen gehad deze Wings and Wheels editie, met dank aan het tropische weer.
Boven: De Studebaker Weasel 29C van het Bevrijdingsmuseum Zeeland is van de tweede generatie en te herkennen aan de tanks aan de voor en achterzijde voor een verbeterd drijfvermogen en roerbladen aan de achterzijde om beter te kunnen sturen in amfibische situaties. Op de boeg een kaapstander lier die gebruikt wordt om voertuigen te bergen in geval dat nodig is. Om die reden hoorde een lang touw tot de standaard uitrusting van de Weasel 29C. De lier wordt aangedreven middels een as welke verbonden is met de krukas.
Boven: Je kunt een kijkje nemen in de GMC ‘Duck’.
Boven: Het smetteloze interieur van een Willys MB.
Boven en onder: Een lier op een Willys Jeep M38.
Boven: ‘Moderne hulpmiddelen’ op een Willys MB: een lier en vrijloopnaven.
Boven en onder: Op de wat zwaardere voertuigen komen we ‘Braden’ en ‘Tulsa’ PTO lieren tegen. Braden bestaat nog (we hebben er zelf nog een) als we het internet raadplegen, maar Tulsa betwijfelen, ondanks dat de naam nog als fabrikant van lieren voorkomt. Beiden zijn meer gespecialiseerd in (zwaardere) industrie lieren.
Boven: Saphir is een historisch Belgisch merk dat in eerste instantie fietsen maakt maar in 1931 ook een bromfiets gaat maken door een 98 cc. tweetaktmotortje van Sachs in een verstevigd fietsframe te monteren. Ze stoppen er al snel mee maar doen in 1951 een hernieuwde poging met 48 cc. motortjes van Sachs. Niet in een verstevigde fiets, maar in een eigen frame zodat sprake is van een bromfiets. Het merk sterft een stille dood, want na 1955 wordt niets meer van het merk gehoord.
Onder: Niet heel moeilijk, een BMW motor.
Boven: We worden op het verkeerde been gezet vermoeden we ten zeerste bij deze Willys ‘slatgrille’. De eerste 25.808 Willys waren uitgevoerd met deze ‘spijlen grille’, totdat Ford met zijn negen sleuven grille op de proppen komt en deze standaard wordt voor de Willys MB en Ford GPW. Geen eigenaar te bekennen en bovendien een zeil over de achterzijde van de auto. Omdat we vaker een Willys slatgrille hebben gezien beperken we ons tot het maken van een foto. Maar eenmaal thuis gekomen en het zien van de auto op een groot scherm gaat er al snel een bel rinkelen. Boven de bumper is namelijk de voorste dwarsbalk in het chassis zichtbaar. En die is duidelijk niet rond, zoals zou moeten bij een Willys (zowel MA als MB). Bij De Ford GPW daarentegen bestaat die voorste dwarsbalk uit een U-balk of, zoals sommigen ook wel zeggen, een balk met ‘hoed-vorm’ omdat de dwarsbalk twee heel korte, horizontale randen heeft. Precies, het soort dwarsbalk dat we op deze ‘Willys’ zien! Oké, zullen sommigen zeggen, ook de Ford jeepies zijn uitgerust geweest met een slatgrille. Klopt, maar die hadden als extra een dwarse spijl in de grille. Alle onderdelen van zowel de Ford als de Willys konden onderling uitgewisseld worden, dus we zijn tamelijk zeker dat we hier te maken hebben met een Ford GPW met Willys slatgrille….
Boven: Die willen we wel… Wel eerst 4×4 van maken….
Onder: DKW motor. Op het typeplaatje staat te lezen dat je te doen hebt met een NZ 350 van bouwjaar 1944.
Boven: Hummer H1.
Onder: DKW F7 cabriolet. DKW fuseerde in 1932 met Audi, Horch en Wanderer tot Auto Union. Precies, de vier ringen die we nu nog op de Audi’s tegenkomen. Ondanks de fusie bleven de merken onder hun eigen naam bestaan. In 1957 komt DKW in handen van Daimler-Benz om in 1964 in de handen van Volkswagen terecht te komen. VW stopt de productie van de DKW auto’s, uitgezonderd de Munga. Die blijft tot 1968 in productie om te kunnen voldoen aan de nog lopende legerorders.
Twee foto’s boven en twee onder: Een CMP truck van Ford Canada en volgens diens eigenaar Egbert Aussems de enige op Wings and Wheels. We geloven hem onvoorwaardelijk, want ook wij hebben geen ander gezien. Alleen rijdt er nog een variant op het evenement voor vervoer van personen, maar die is gemaakt door Chevrolet en hebben we in vorige verslagen vaker voor de lens gehad. De Ford is, in tegenstelling tot de zescilinder CMP trucks van Chevrolet, uitgevoerd met een V8 motor met een inhoud van 239 cid, ofwel 3,9 liter. Een zijklepper nog in die jaren met een vermogen van circa 95 pk. Slim is de PTO lier aan de achterzijde die zo nodig naar voor gelust kan worden (daarmee verdubbel je ook bijna de trekkracht). De voetruimte in de cabine is niet overweldigend en daarom werd het gaspedaal in het midden geplaatst zoals je op de foto kunt zien. We vallen met onze neus in de spreekwoordelijke boter bij Egbert, want hij is samen met enkele vrienden, waaronder ene Rob van Meel. En Rob van Meel heeft een uitgebreid boek geschreven, naslagwerk is wellicht beter omschreven en op zijn plaats, over de British Airborne Jeeps (1942-1945). Het boek is rijk geïllustreerd met historische foto’s van vooral Airborne jeeps en het prijkt inmiddels in onze boekenkast… Heerlijk geweest om met deze mannen te mogen praten en wat op te kunnen steken over de Airborne Jeeps.
Boven: Willys CJ2A in Brandweer uitvoering en legerkleuren. Bracht ons vorig jaar met zijn split-window in verwarring, want op de M38 leger jeep is het voorraam uit één stuk.
Onder: Moto Guzzi.
Boven: Pinzgauer.
Onder: Renault Goélette als klein truckje.
Boven en onder: De ‘exclusieve’ Dodge Boyertown S7MA51 lieten we in deel 1 al zien, maar de eigenaar diept voor ondergetekende nog een tweetal historische foto’s uit de auto op waarop de Boyertown in actie te zien is.
Boven: Land Rover Defender’s als Ambulance en als Brandweerwagen.
Boven en vijf keer hieronder. Wellicht voor ondergetekende het meest bijzondere voertuig dat hij op Wings and Wheels ‘ontmoet’, want we hebben het nog nimmer gezien. Helaas is de eigenaar in geen velden of wegen te bekennen. Het is een Sovamag TC10, wellicht nog met de toevoeging DT en de fabrikant zou zijn Panhard maar ook lezen we Panhard & Levassor en Auverland SA. We houden het op een Sovamag van Panhard want dat valt ook achterop het voertuig te lezen. Hoe het ook zij, we hebben wat info kunnen vinden. SOVAM was een vrij onbekende Franse automaker. De naam SOVAM betekent ‘SOciété des Véhicules André Morin’ en voeg je daar ‘André Goldman’ aan toe dan kom je als vanzelf op SOVAMAG. SOVAM bouwt in de zestiger jaren een kleine coupe met Renault motor in de geest van de A110 en de Matra. De auto verwerft niet de populariteit waarop Morin hoopt en minder dan 150 worden er gebouwd. De firma richt zich daarna op trekkers voor vliegtuigen en roltrappen totdat hen in de tachtiger jaren gevraagd wordt een off-roader te ontwikkelen voor het Franse leger. Waarom dat niet gevraagd wordt aan de grote Franse automakers als Renault of Peugeot in plaats van een klein bedrijfje dat al jaren geen auto gebouwd heeft laat zich raden. Styling of aerodynamische vormgeving is totaal niet belangrijk en ondergeschikt aan functionaliteit. Form follows function heet dat. Dit wordt de TC10 die met zijn hoge, vierkante vormgeving een windtunnel ingenieur met een jarenlang trauma opzadelt. Feit blijft dat de auto een geheel eigen vormgeving heeft die je niet snel als een kloon van de Defender of Jeep zal zien. Meerdere varianten van de TC10 worden er gebouwd, inclusief een hardtop en pick-up waarvan de laatste met een 20 mm kanon uitgerust kan worden. De eerste modellen zijn uitgerust met een 2,5 liter dieselmotor van Peugeot (70 pk), maar in 1992 wordt de auto voorzien van de 2,8 liter dieselmotor van Iveco. Die levert 103 pk bij 3.600 t/pm en heeft een koppel van 240 Nm bij 1.900 t/pm. Daarmee haalt de TC10 een topsnelheid van 130 km/h. Het leger is meer geïnteresseerd in de terrein capaciteiten en dat levert de Sovamag. Fraaie getallen van 53° voor de aanloophoek en 44° voor de uitloophoek bijvoorbeeld en een waad diepte van 60 centimeter. Uiteraard 4×4 en standaard een vijfbak. Maten zijn L x B x H: 4,45 x 1,64 x 2,12. Wielbasis: 2,77 meter. Gewicht: 1.870 kg. Max toelaatbaar gewicht: 3.000 kg. De Sovamag is nooit aangeboden in een civiele versie. In hoofdzaak was hij in gebruik bij de Franse luchtmacht waardoor de auto vooral verscheept werd naar bases rond de wereld. Een handjevol bleef in Frankrijk waar hij brandweerlieden helpt in slecht bereikbare gebieden. Weinig gebouwd en nog minder zijn er over, vooral omdat een groot deel van de geëxporteerde TC10’s nooit de weg naar Frankrijk terug hebben gevonden.
Boven: De Simca Marmon. Heeft portaalassen….
Boven: Op de oldtimer show valt veel fraais te zien zoals deze ‘legendarische’ Pontiac GTO.
Boven: Grote liefde van ondergetekende voordat de 4×4 passie toesloeg en die overnam, de Morgan.
Boven: Tegenwoordig een cult auto waar enorme bedragen voor neer worden geteld, de VW T1 bus.
Boven: De Clarktor van achter gezien.
Boven en twee keer onder: De Ford Mutt M151 of M151A1 kom je maar sporadisch tegen ten gunste van de laatste versie, de M151A2. Het verschil tussen de M151 en de M151A1 is moeilijk (alleen cosmetisch aan vooral verlichting), maar de M151A2 valt makkelijk te herkennen aan het voorraam uit één stuk en de grotere achterlichten en knipperlichten voor waardoor ook de voorschermen wijzigden.
Boven en twee keer onder: Tussen alle aanbieders valt deze dame op omdat ze uit de toon valt. Biedt namelijk een aantal bijzondere hebbedingetjes aan die we nergens anders zien.
Boven: Een 100 cc NSU.
Boven en onder: Zoek je nog iets om je militaire verzameling compleet te maken; ongetwijfeld zul je het hier op Wings and Wheels kunnen vinden. Wil je alle stands goed bekijken, dan moet je er minstens een dag voor uittrekken. Gelukkig dus maar dat het Wings and Wheels twee dagen is.
Boven: En we duikelen toch een leuk modelletje bij hem op…
Boven en onder: Steevast van de partij met een bijzondere Minerva op de stand, het Minerva TT Register.
Boven: Zouden de (beroemde) Duitse bevelhebbers op de mokken ooit hebben kunnen bevroeden dat ze nog eens op drink mokken vereeuwigd zouden worden? Zeer waarschijnlijk niet.
Boven: Staat stiekem tussen de onderdelen te pronken, een Norton.
Boven: Een maquette met rijdende modellen van tanks en trucks. Links bovenin zie je net een parachutist naar beneden komen. Op de foto onder een breed scala aan modellen van tanks en trucks.
Boven: Dit heet verregaand gecamoufleerd. Zijn moeder schijnt momenteel op zoek te zijn naar hem…
Boven en onder: Een Renault UE Chenillette 1937. Dit lichte, gewapende rupsvoertuigje werd door de Fransen gemaakt van 1932-1940 met als doel het trekken en bevoorraden (munitie) van kanonnen en mortieren. Renault ontvangt in 1931 het contract om de UE te bouwen, samen met de Renault UK trailer. In 1937 wordt de verbeterde UE2 gekozen (ondanks vier andere aanbieders als Fouga, Berliet, Lorraine en Hotchkiss) voor grootschalige productie. Van beide types worden er gezamenlijk meer dan vijfduizend gemaakt, inclusief in licentie geproduceerde exemplaren in Roemenië (5.168 in Frankrijk, 126 in Roemenië). Ze worden deel van de standaard uitrusting van alle Franse infanterie divisies. De meeste UE voertuigen in Franse dienst zijn niet bewapend maar de exemplaren die de Duitsers in 1940 confisqueren (wordt vervolgens nog tot maart 1941 gebouwd?) worden voor allerlei doeleinden ingezet, inclusief bewapening met machinegeweren, anti-tank kanonnen en raketten voor de artillerie. Op dit gehavende Duitse exemplaar staat nog een extra beschermende cabine. De zijklep Renault 85 motor levert 35 pk. Met zijn 9 mm bepantsering weegt de UE (L x B x H = 2,80 x 1,74 x 1,25 meter) 2.640 kg en haalt het een topsnelheid van 30 km/h en heeft het een bereik van 100 km. Wil je meer weten over de Chenilette, duik het internet op en je vindt een vracht aan informatie over het voertuig in meerdere uitvoeringen.
Boven: Studebaker M29 Weasel.
Boven: Aan de afwas en toch kunnen lachen….
Boven en onder: Op uitnodiging geeft op zondag de Unimog Club België acte de presence. Daaronder ook een aantal Nederlandse Unimog liefhebbers. Maar niet alleen Unimogs. Ook enkele MAN’s en een MB Trac. Diverse keren rijden ze in optocht een rondje over het terrein en trekken daarmee veel bekijks.
Boven: Ontbreekt zelden op een Unimog treffen; Sam van Cranendonck met zijn prachtige MAN met ‘caravan’…. (wedden dat wij nu commentaar gaan krijgen….?).
Boven: In het zonnetje en comfortabel op een stoel moet je van goede huize komen om je ogen open te houden. Of….?
Boven: Opel Blitz in Brandweer uitvoering. Dit 2-tons type Opel Blitz kwam uit in 1963. Een 6-cilinder benzinemotor van het merk leverde 70 pk.
Onder: Een ‘klont’ Minerva’s met de karakteristieke schuin aflopende voorschermen….
….maar kijk eens op de foto hieronder! Een Minerva met gewoon ronde schermen zoals die ook op de Land Rover Series te vinden zijn. Inderdaad zijn er een aantal Minerva’s geleverd met ronde schermen aan politie en andere overheidsinstanties. Die zijn later weer verhuisd naar het leger en vandaar de legerkleuren.
Boven: De Willys Jeep M606, de militaire tegenhanger van de civiele Jeep CJ3B, is onmiddellijk herkenbaar aan zijn hoge neus. De reden is dat de inlaatkleppen van de Willys motor uit de oorlogsjaren naar boven verhuisden (kopkleppen) en daardoor groter in diameter konden worden. Met die ingreep stijgt het vermogen met zo’n twintig procent naar circa 72 pk. De F-head motor komen we in die uitvoering ook in de Nekaf tegen.
Boven twee keer: De Munga en diens dashboard.
Onder: We zagen zoiets nog niet eerder, een gezellige fiets. Je kunt naast elkaar zitten. Of het de veiligheid in het verkeer ten goede komt durven we te betwijfelen.
Boven: Boven alle twijfel verheven, deze leuke hond, want dit is absoluut een Teckel korthaar.
Boven: Heerlijk, het mannetje blijft zwaaien naar al het moois dat hij voorbij ziet komen.
Helaas ligt het Wings and Wheels weer achter ons. Het is heel standaard om te zeggen dat we al weer uitkijken naar de editie van volgend jaar. Toch is het zo, al was het alleen maar om het feit dat het Wings and Wheels er tot op heden niet in geslaagd is ondergetekende teleur te stellen aangaande bijzondere en aparte 4×4 voertuigen. Al het andere wat er te zien en beleven valt zien we als een niet te versmaden extraatje. Wordt vervolgd dus zullen we maar zeggen.
Fotografie: Ad Woolthuis, Jan Houtkoop & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.
Mooie reportage . Fijn je nog eens terug te zien Martin .
Die Dodge Weapons carrier (Pick Up) is geen WC 12 maar een WC 21.
(Ok het is maar een detail).
Dat weet ik omdat die ooit van mij is geweest.
Dank voor je oplettendheid en je hebt volkomen gelijk, want de WC 12 heeft een gesloten cabine. Per abuis hebben we de cijfers omgedraaid! We hebben het direct verbeterd.
Mooie foto’s van dat evenement. Ik vindt vooral de M 606 interessant want die zie je niet zoveel. Ik ben zelf ook in het bezit van een M 606.
Na veel pluis werk kwam ik er achter dat ze in Den Haag gediend hebben als strand patrouille voertuig voor de politie aldaar.
Hi Theo. Je hebt helemaal gelijk. Ik kan er van meepraten, want ik heb zelf een civiele M 606, de CJ 3B!