ANVT in Boxmeer (deel 1).

Niet op de heenweg naar Boxmeer schieten genoemde tegenstellingen deze keer door ons hoofd, maar pas eind van de dag, als we al lang en breed op de terugweg zijn naar huis. Nee, de gedachten spinsels die we de laatste maanden op de heenweg naar off-road evenementen in gematigde rust de vrije teugel kunnen laten, omdat de vocabulaire van collega fotografen Ad Woolthuis en Jan Houtkoop de laatste tijd uitgeput lijken te raken, maken deze ochtend geen kans bij ondergetekende. Nee, de heenweg is weer als vanouds; elkaar voortdurend bestoken met een spervuur van gesproken plaagstootjes. Doelwit van een uitgebreid ‘assortiment’ aan plagerijen deze ochtend is Ad Woolthuis, die we pas na bijna een uur na de afgesproken tijd wakker gebeld krijgen… 

Eén gezegde naar het rijk der fabelen! Gelukkig verloopt de reis voorspoedig en omdat we normaal altijd ruim voor aanvang van een evenement arriveren, het geeft gelegenheid om de laatste nieuwtjes en bijzonderheden uit te wisselen alsmede het nuttigen van een kop koffie, is het evenement van de ANVT deze keer bij aankomst al een half uurtje aan de gang. Plaats van handeling van dit eerste ANVT evenement van 2018 is Motorcross circuit ’t Snepke. We zijn niet de enigen die iets later arriveren, want na ons druppelt het nog een poosje gestaag door met off-road liefhebbers. Het is flink druk, want de teller stopt pas bij 83 deelnemers horen we van Marianne Heijkamp van het Secretariaat, en dat is meer dan gebruikelijk voor dit terrein in Boxmeer. Tel er nog de pakweg 15 vrijwilligers van de ANVT zelf bij op en we zullen er niet ver naast zitten als we zo’n honderd auto’s op de baan kunnen en mogen claimen. Met deze heuglijke mededeling ontzenuwen we tegelijkertijd het door ons in de aanvang van dit verslag gebezigde gezegde ‘alle begin is moeilijk’. Niks niet moeilijk voor de ANVT met haar al vele jaren gedegen organisatie en grote schare trouwe, vrijwillige medewerkers waar zij op kan en mag rekenen..

Een ander gezegde bevestigd. Nee, de eerste klap is een daalder waard is veel meer van toepassing, want voordat het evenement is afgelopen weten we al dat het een zeer geslaagd off-road gebeuren is geweest. Sowieso zullen alle deelnemers dat volmondig beamen maar zij niet alleen, want ook onze camera’s leveren bij thuiskomst het bewijs met circa anderhalf duizend foto’s. Tja, zo’n groot aantal krijg je natuurlijk mede als gevolg van het flinke aantal deelnemers en het noopt ons zelfs om het verslag van het evenement in twee delen te publiceren. Deel twee zal dan vooral een fotoverslag worden. Veel meer deelnemers hadden het overigens ook niet moeten worden deze keer. Normaal zou het geen probleem zijn op dit terrein, maar wat is normaal? Herinner je onze verslagen nog van de Motorcrossbaan in Heerde? Hoe deze alsmaar slechter werd als gevolg van de vele neerslag? De regen heeft Boxmeer niet overgeslagen. Het gevolg is dat ook hier de doorgaande route op een aantal plaatsen flink pittig is. Opvallend genoeg vertoont de samenstelling van de ondergrond veel overeenkomsten met die van Heerde. Ook hier in Boxmeer is dat een emulsie van zand en water. Niet heel dun zodat je er zonder al te grote problemen doorheen banjert, maar ook bij lange na niet stevig genoeg om er overheen te kunnen rijden zonder er in weg te zakken.

Uitdagend en uitdagend kwadraat. Zoals je op de foto’s boven en onder kunt zien is de genoemde emulsie, net als in Heerde, flink diep. Auto’s zakken al gauw tot op hun buik in de modder en dan komt een sleepje in beeld of anders het uitlopen van het liertouw dan wel de lierkabel. Het is net iets minder erg dan in Heerde, maar de vraag is of de Boxmeer deelnemers vandaag het daar mee eens zijn. ‘Ter compensatie’ van de ‘fractioneel iets makkelijker’ route over de crossbaan zijn er de offroad uitstapjes. Gemarkeerd met vooral rode pijlen geven die aan dat het nog pittiger is dan de route op de crossbaan. Op diverse plekken zijn ze te vinden, maar het werkelijke summum, het ‘Walhalla’ voor de die-hard off-roaders, is gelegen achter op de crossbaan. Daar liggen binnen een grote lus meerdere moddergaten en doorwadingen waar ook de die-hard off-roader wel een lesje door de natuur geleerd wordt. In de verste hoek is een langgerekt gat met diepe sporen gevuld met waterige modder. Of er iemand geweest is die er doorheen is gereden zonder externe hulp of hulp van zijn lier durven we niet te zeggen, maar wij hebben geen enkel off-road liefhebber gezien die dat gelukt is. En heus, daar zaten serieuze ‘mannen’ bij die we onder meer ook bij de Challenge tegen komen (Marco den Hartog en René van der Burg bijvoorbeeld). Tekenend is ook dat de meeste pogingen van de deelnemers niet linea recta door dat gat zijn. Nee, twee wielen midden door het gat, daar waar het tussen de sporen hoger is, en de twee andere wielen op één van de twee hoger gelegen kanten van het gat. En dan nog hebben we ook op deze manier geen enkele off-roader gezien die zich ‘solo’ door dat circa 15 meter lange gat met modder wist te worstelen.

Boven: Hé, daar hebben we Marina Rutten weer eens. Kwamen we ook al tegen bij ‘gewoon een gezellige off-road dag’ (van Richard Vonk van Camel Events en John en Kay Veldhuizen van Flex Travel 4×4). We krijgen de indruk dat ze de smaak van off-road rijden te pakken begint te krijgen. Laten we hopen dat het niet uitmondt in een of ander ‘eng off-road virus’, maar in een gezonde off-road passie….

Boven en onder: Geen uitzondering, de hulp van je lier moeten inroepen. Goed te zien is dat het voorwiel tot over de helft in de smurrie is gezakt. Dat is al gauw richting kniediep. Laat het een troost zijn…

Boven en onder: De oudjes doen het nog best. Boven een Series II Land Rover 88 en onder een DAF YA 126 voor wiens H-aandrijving we nog altijd een zwak hebben.

Boven: René van der Burg, maar het zou ook zijn zoon Ricardo kunnen zijn die hier achter het stuur zit. Ze wisselen namelijk sneller van zitplaats als de gemiddelde Nederlander van ondergoed… Met reden. Als deelnemers aan de Roan 4×4 Challenge zijn ze om de beurt op zoek naar de zwaardere uitdagingen. We zien bijvoorbeeld Ricardo een langgerekt gat in rijden dat rijkelijk gevuld is met waterige modder. Niet te zien is natuurlijk hoe de bodem onder water er uitziet. Gemeen, blijkt al snel en ongeveer halverwege staat Ricardo dan ook (tijdelijk) vast. René is op dat moment bijrijder en volgens de regels der off-road kunst weet hij Ricardo met behulp van hun lier snel door deze zware passage te helpen. Mocht je nu denken dat een gewaarschuwd mens voor twee telt; fout. Nee hoor. Luttele seconden later zien we René achter het stuur zitten en die probeert het op zijn beurt op exact dezelfde plek als Ricardo. Om prompt ook (tijdelijk) vast te komen zitten! Maar niks geen drama. Geen motor die luid brult om wielen zonder grip alleen maar nutteloos te laten rondtollen. Nee hoor, de ‘redding’, nu door Ricardo, gebeurt juist heel soepel en gladjes zodat het een genot is om naar te kijken.

Onder: Hier is duidelijk te zien dat René achter het stuur zit. Op de openingsfoto van dit verslag kun je Ricardo achter de modderspatten en het stuur zien zitten. 

 

Oeps, blond… Zou ze de schuld krijgen van het (tijdelijk) vast zitten?

Boven: Prachtige Lada!

Doortrapt. In dezelfde binnenzijde van genoemde lus zijn er nog enkele zware plekken waar flink ‘gezweet en geploeterd’ wordt. Ze liegen er ook niet om, want je ziet gewoon dat het zwaar zal zijn als je je daarin begeeft. Veel leuker is dan een water passage, ongeveer in het midden van die lus gelegen. Volg je de rijrichting, dan kun je er op twee manieren doorheen. Links geeft een rode pijl aan dat een moeilijker doorwading je wacht. Die voert je eerst naar het midden van de waterplas om vervolgens scherp naar rechts om een mini landtong te draaien. Zou je dat redden, dan kom je op de korte recht-door-de-plas route uit en kun je met een wat minder scherpe draai naar links richting de uitgang. De meeste offroaders stranden kort na de eerste draai naar rechts. Niet extreem diep, maar onder water gemeen. Sleeplintjes en lierkabels aangereikt of aangehangen met verkleumde handen brengen uitkomst, maar die wegen niet op tegen de ‘bevrijding’ uit de plas. De grote verrassing is echter de route rechts, aangegeven door een blauwe pijl. Dat is echter een ‘schijnheilig’ blauwe pijl en zeer vermoedelijk buiten de schuld om van de heren uitzetters. We hebben daar legio gezichten gezien vol verbazing en ongeloof. Dat geldt dan met name voor de eerste doortocht die je er maakt of wil maken en zo niet, dan toch zeker de tweede keer dat je je er doorheen waagt. Het geniep ligt onder water verborgen. Het gebeurt dat deelnemer Pietje er zonder problemen doorheen rijdt en dat collega terreinrijder Keesje direct na hem zich muurvast rijdt. Het enige verschil zit hem in slechts luttele centimeters naar links of rechts waardoor het zomaar fout kan aflopen. Hou je een fractie meer rechts aan, dan is de doorwading een peulenschil, maar o wee in geval je een fractie teveel links aanhoudt. Het levert de genoemde gezichtsuitdrukkingen op, vergezeld door dito uitroepen van verbazing en ongeloof. “Hoe kan dat nou”, “daar snap ik niets van”  en “hoe bestaat het” worden het meest gehoord. Onder water verborgen ligt een steil en diep gat waar je linker voorwiel volledig in wegzakt.

 

Boven: Soms maar hopen dat niemand ziet dat je vast zit. Betrapt! Gelukkig kan hij er wel om lachen.

Boven en twee keer onder: Marco den Hartog, onmisbaar onderdeel binnen de organisatie van de ANVT, maar op de dag zelf regelmatig ook op zoek naar zijn grenzen. In de regel totdat het tijd wordt om op te ruimen.

Onder: En Jeroen van Gemert (Secretaris binnen de ANVT) legt het vastzitten van Marco maar wat graag vast. We krijgen de indruk dat de actie nog wel eens (ludiek) tegen Marco gebruikt gaat worden…

Boven: Picknick ‘in het veld’ met op het menu vandaag worstjes. Onder: Ottho van der Lely (official) in zijn fraaie Toyota LandCruiser.

Boven: Nog een uiterst fraaie Toyota LandCruiser, maar van een voorgaande generatie. En als we ons niet heel sterk vergissen is deze van Jos Beekman. Net als dat de Mercedes G de langst lopende serie bij Daimler is, is de LandCruiser de langst lopende serie bij Toyota. De naam is echter niet alleen voorbehouden geweest aan Toyota. Al in de Tweede Wereldoorlog zet Toyota haar eerste schreden in de wereld van de vier wiel aandrijving als ze in 1941 bij de verovering van de Filipijnen een Bantam II vinden. Die sturen ze naar thuisland Japan waarbij militairen Toyota de opdracht geven een soortgelijk voertuig te bouwen, maar wel graag met een ander uiterlijk. Ze komen op de proppen met de AK, een type 4 compact vrachtwagentje. Later dat zelfde jaar geeft de Japanse regering Toyota de opdracht een licht truckje te bouwen voor het leger. Dat wordt in 1942 de AK 10 en dat ze bij het ontwerp naar de Bantam hebben gekeken is nu overduidelijk. Zelfs de techniek komt aardig overeen met een vier cilinder motor (2.259 cc), een drie versnellingsbak en een tussenbak met reductie. Toch wordt de auto maar nauwelijks militair ingezet zoals dat met de Jeep wel gebeurt. Als in 1950 de Koreaanse oorlog uitbreekt krijgen de Japanners (lees Toyota) van de Amerikanen de opdracht om 100 voertuigen te bouwen naar de nieuwe Willys specificaties. Dat resulteert in januari 1951 in het prototype, de Toyota ‘Jeep’ BJ. Die is groter dan de originele Jeep van de Amerikanen, heeft een sterke zescilinder (3,4 liter) onder de kap en inschakelbare vier wiel aandrijving, maar géén tussenbak, ondanks dat de Amerikanen dit wel in de specificaties hadden opgenomen. Het verhaal gaat dat de Japanners dat niet nodig vonden met de mededeling dat de motor sterk genoeg zou zijn en daarmee de noodzaak van een tussenbak verviel. Als bewijs rijden ze in juli van dat jaar de Toyota ‘Jeep’ BJ de 3.776 meter hoge berg Fuji op tot een hoogte van bijna 3.000 meter, het eerste voertuig dat dit voor elkaar krijgt. De test wordt bijgewoond door de National Police Agency (NPA) en die is dermate onder de indruk dat ze er gelijk bijna 300 (289 om precies te zijn) bestellen en de auto bombarderen tot hun officiële patrouille wagen. In 1953 begint de productie van drie modellen (Touring, Radio en chassis-cab voor een brandweer uitvoering). In 1954 komt de naam van de auto pas in beeld. Dat moet een pakkende naam worden die net zo aansprekend is als de concurrentie. Tja, Jeep heeft dan al een klinkende naam die wereldwijd bekend is, maar ook de in 1948 geïntroduceerde naam Land Rover is al een begrip geworden. Technisch directeur Hanji Umehara zou toen besloten hebben de auto Land Cruiser te noemen. De naam heeft hij niet zelf verzonnen lieten we hier boven al doorschemeren. Het Amerikaanse Studebaker bouwde van 1934-1954 namelijk al een auto onder de naam ‘Studebaker Land Cruiser’. Komt dat even goed uit dat ze in 1954 stoppen met de productie daarvan.

Boven: Paul. Onder: Harm. Horen in het vakje ‘doorgewinterde off-roaders’.

Boven en onder: Eind van de dag vinden Marco en Rene nog zo’n gat dat lieren onoverkomelijk maakt. Dus pogen ze er net langs te gaan. Ook fout. Of toch juist goed….?

Boven: De goed uitgeruste materiaalwagen van de ANVT. Onder: Een ’trosje’ organisatie, duidelijk herkenbaar aan de kanariegele outfit.

Boven: Hydraulische lier van Mile Marker. Werkt op de stuurbekrachtiging van de auto…

Boven: Hieraan herken je de doortrapte paparazzi fotograaf, zich stiekem achter een heuveltje verdekt opstellen met zijn camera in de aanslag. Eén foutje of even vastzitten worden vervolgens meedogenloos en genadeloos vastgelegd…. Uit angst voor represailles van zijn kant durven we Peter Bouwmans zijn naam niet te noemen.

Boven: Heeft met voorbedachte rade een waadpak aangetrokken.

Zeer binnenkort deel 2 met minder tekst en veel foto’s!

Fotografie: Ad Woolthuis & Jan Houtkoop. Tekst: Martin Brink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.