Het Autoblubbering wordt gehouden tijdens het Piratenfeest van het Drentse dorpje Alteveer. Ben je behept met een ‘modderverslaving’, dan kun je het best in dit dorpje gaan wonen, want twee dagen voor het Autoblubbering is het op het zelfde terrein al raak met een Autocross. Eén groot feest in dit anders zo rustige dorpje. Op de openingsfoto een schitterende ‘lanceer actie’ van Team ‘Gang is alles’. Dit met Audi V8 uitgeruste monster wordt bestuurd door Melvin Meeuwissen.
Boven: Leon de Groot is verantwoordelijk voor de aftrap die begint met de Standaard Klasse.
We zijn duidelijk te vroeg constateren we als we even voor 10.00 uur in de ochtend arriveren op het terrein waar het Autoblubbering wordt gehouden. Je kunt het terrein haast niet missen, want Alteveer is zo’n heel klein idyllisch dorpje met maar een handvol straten voor de minder dan duizend inwoners. Waarom weten we niet, maar het dorpje doet ons ieder jaar weer denken aan het dorpje in Gallië van Asterix en Obelix uit de gelijknamige stripreeks. Het wedstrijdterrein ligt langs één van de drie grote straten die op een kruising midden in het dorp samenkomen. Het is mooi weer maar gelukkig niet zo moorddadig heet als vorig jaar en het geeft ons een poosje tijd om te ‘controleren’ of de auto’s nog eender zijn dan toen ze de bakken blubber vorig jaar voor de laatste keer achter zich lieten. De eerste waar we tegenaan lopen zijn Arie Strijker en ‘senior deelnemer’ Toon Grimberg, waarvan Arie ons direct meetroont voor een welkome kop koffie.
Verbeteringen. Genietend van de koffie horen we van Arie dat hij nieuwe, grotere banden onder zijn imposante 2CV8 heeft gemonteerd. Trepador rubber van Maxxis in de niet kinderachtige maat van 42 x 14.50 x 17 LT. Daar is het niet bij gebleven tijdens het winterseizoen. De bak is uit elkaar geweest en waar nodig gereviseerd maar sowieso versterkt. En niet te vergeten is hij voortaan onmiddellijk herkenbaar, waar hij ook rijdt, want op beide zijkanten van zijn vrachtwagen staat zijn 2CV8 levensgroot op cartoonachtige wijze geschilderd. Verantwoordelijk voor deze kunstzinnige uitspatting is Linda Zantingh, je weet wel, van yourdoggy.nl Ze laat hiermee zien dat ze dus niet alleen beesten (met name honden) schitterend weet af te beelden. Toeval? Nee, want zowel Arie als Linda wonen in Alteveer en kennen elkaar goed. Overigens weet ze ook van grote afstand feilloos te vertellen dat de enige hond die uw scribent gezien en gefotografeerd heeft (‘sneeuwwitje’ op de foto hieronder) een Maltezer is. Bij thuiskomst en het door scrollen van de foto’s komen we er onverwacht nog een tegen, gefotografeerd door Ad Woolthuis…
Never change a winning team. Het betekent dat je dingen die goed zijn, niet moet willen proberen te veranderen. Dat geldt ook voor het Autoblubbering. In Alteveer is het Martin Wolf die de dag aan elkaar praat en dat doet hij meer dan uitstekend en inclusief bij tijd en wijlen de nodige grappen en grollen. En hij houdt niet op zodat we ons sterk maken of hij heeft de week na de wedstrijd geen stem meer over. Het voordeel: ongetwijfeld zal zijn vrouw dat enorm waarderen…. Ook de jury, die vooral de standen bijhoudt, is als gebruikelijk onder leiding van Siny Samsen. Niet geheel onbelangrijk, want vooral in het begin van de wedstrijd, als de meeste deelnemers nog probleemloos door de modderbakken jakkeren, gaat het allemaal razend snel. Later, als de blubber in de bakken zwaarder wordt en deelnemers het niet meer halen, moeten de afstanden genoteerd worden. Vandaag is dat nodig voor bijna zestig teams, met daartussen de nodige teams die om en om van chauffeur wisselen.
Boven en onder: Richald Dijk in een Opel Tigra (Standaard Klasse). Goed te zien is de paal tussen de bodem en het dak (verderop lees je waarom).
De grootste ‘modderfreak’. Het meest ‘vaste onderdeel’ binnen het Autoblubbering is wellicht ‘de heer Kleinjans’. Diens voornaam doen Jeepers een moord voor, want zelden wordt hij aangesproken met zijn volledige naam Jan-Peter, maar veelal als JP, spreek uit als JeePee. JP is vanaf het begin, toen nog als klein jochie, bij de Autoblubbering sport betrokken en dat is inmiddels 29 jaar geleden. De sport en alles dat er omheen hangt is werkelijk zijn lust en zijn leven. Hij leeft ieder jaar naar iedere wedstrijd toe en na een weekendje Autoblubbering ziet hij het dagelijkse leven bij wijze van spreken maandenlang boordevol ‘rozengeur en maneschijn’. JP is al jaren verantwoordelijk voor de blubberbakken, samen uiteraard met de vele vrijwilligers die het graafwerk verrichten en ‘de blubber mengen en prepareren’. Vergis je niet, want er zit toch wel de nodige ‘know-how’ in die blubberbakken verborgen. Maak de modder of bovenlaag bijvoorbeeld te dun, dan ketsen de auto’s als het bekende platte steentje dat je horizontaal over het wateroppervlak gooit door de bak, want zij hebben de onderzijde van hun bolide zo vlak mogelijk gemaakt. Niet alleen ketsen zij daarmee als het ware over het oppervlak, maar ook zakken zij daarmee niet zo snel de blubber in. Deze wedstrijd zijn de blubberbakken iets te diep uitgegraven volgens JP. “Je kunt het ook zien” laat JP ons terloops weten. “In het begin van de bakken zitten ze al op het gele en rode zand dat onder de zwarte grond zit en dat is voor mooi net even te diep”.
Boven: van Loon/den Hamer in de opvallende ‘politie’ Volvo 850 (Standaard Klasse).
Reglementen wijziging. De tactiek die de meeste deelnemers hanteren is de auto aan de voorzijde zo hoog mogelijk op de wielen zetten en de achterzijde zo laag mogelijk houden. Creatieve oplossingen van de deelnemers kun je te kust en te keur vinden op de bolides. Kijk bijvoorbeeld maar eens op de foto hierboven naar de blokken haardhout die de werking van de schroefveer beperken. ‘Spelregels’ zijn er ook en die hebben vooral betrekking op de veiligheid. Nieuw dit jaar is bijvoorbeeld dat de Standaard Klasse een stevige buis met aan weerszijden ijzeren platen tussen de bodem en het dak van de auto deugdelijk bevestigd moeten hebben. Voor de Super Standaard moet dat zelfs een rolbeugel zijn. Je begrijpt dat die eis alleen gedaan is puur uit oogpunt van de veiligheid. Verder is een turbo voortaan in de Standaard Klasse uitgesloten. Voorheen waren deze wel toegestaan als de auto standaard ook voorzien is van dit attribuut. Twee deelnemers hebben het allemaal niet goed begrepen deze dag of hebben geen tijd gehad om de auto aan te passen. Ze mogen ondanks dat meedoen, maar dan wel buiten mededinging.
Boven: Team Vakdonders maar welke is niet helemaal zeker. Volgens de deelnemerslijst zou het met startnummer 53 Marco Bouwhuis zijn, alleen staat daarbij vermeld dat hij van het Bultiezer team is…
Populariteit verklaard. Waarom het Autoblubbering, in de USA heet het overigens Mudracen, zo populair is valt makkelijk in twee woorden te verklaren. Het is laagdrempelig en breed. Laagdrempelig omdat je al mee kunt doen voor relatief weinig geld. Een oud autootje dat de APK niet meer haalt of het niet waard is op te knappen is al voldoende. Voor een paar honderd gulden banden, een helm en een paar uurtjes simpel sleutelen en je kunt mee gaan doen in de Standaard Klasse of de Super Standaard Klasse. Lekker uit je dak gaan en je uitleven in de modder voor een alleszins betaalbaar bedrag, wat wil je nog meer? Deze twee klassen laten dan ook de grootste bezetting zien. Breed is de sport in tweeërlei opzichten. Je kunt het, zoals hiervoor geschreven, simpel houden, maar je kunt er ook veel meer tijd en geld insteken. De Special Klasse laat verbazend leuke, mooie en creatieve staaltjes van eigenbouw zien bijvoorbeeld, eveneens te vinden in de indrukwekkende Grande 4×4 Klasse. Ook in de gewone 4×4 Klasse kun je ver gaan maar ook standaard mee doen. Zou het aanbod heel groot worden in deze klasse, dan kun je er gif op innemen dat ze deze klasse zullen gaan splitsen. Verder is het ronduit prachtig dat iedereen mee kan doen in deze sport; jongens, meisjes, mannen, vrouwen, jong, oud, wit, geel, zwart, bruin, transgenders etc.
Boven: Coby Siersema (Standaard Klasse) in een BMW.
Onder: Pieter Dijkstra (Super Standaard Klasse) in een Golf GTi.
Boven: We kennen hem van het Nederlands kampioenschap Off-Road Racen (NK ORR), Stefan Goverts. Samen met Urpille rijdt hij met hun Seat Ibiza in de Standaard Klasse. Hebben een autootje dat niet meer de moeite is en besluiten daarmee in het Autoblubbering te stappen. En dat loopt niet verkeerd af, want ze weten er een derde plaats uit te slepen!
Boven: Robert Tromp met zijn BMW Special in de Special Klasse.
Onder: Jacco Smit in de Special Klasse. Jacco is internationaal chauffeur op de vrachtwagen en doet het Autoblubbering samen met zijn zwager Henk Nijman, die eveneens in de Special Klasse rijdt en in hoofdzaak verantwoordelijk is voor de bouw van Jacco zijn Sprinter. Ooit begon hij in de Standaard Klasse maar nu dus met zijn sprinter in de Special Klasse. De auto van Jacco heeft drie jaar stil gestaan maar loopt ondanks dat nog prima. Het hart wordt gevormd door een 2,5 liter V6 motor met 24 kleppen uit een Ford Mondeo. De motor is nog standaard, maar de handbak heeft een lange eerste versnelling. De achteras is eveneens gedoneerd door een Ford Mondeo. Zijn Sprinter bolide weegt naar schatting zo’n 700-800 kg. en je begrijpt dat de circa 170 pk van de motor weinig moeite heeft om dat op gang te brengen. Zwager Henk heeft in zijn sprinter een Chevy 350 V8 motor (5,7 liter) die hem op snelheid brengt.
Boven: Jarnick Woelders in zijn Suzuki Samurai en dan kijk je naar de 4×4 Klasse. Het verbaast ons dat er niet meer min of meer standaard 4×4 auto’s meedoen aan het Autoblubbering. Op meerdere evenementen zien we 4×4 liefhebbers steevast op zoek gaan naar de diepste modderputten. Bij het Autoblubbering hoeven ze niet eens te zoeken; ze krijgen de mooiste en langste modderput op een presenteerblaadje aangereikt.
Boven en onder: ‘Henkie’ van Team Henkie’s bar staat er op de deelnemerslijst en verder niets, zodat we hem hier de achternaam ‘incognito’ toedichten. Levert strijd in de 4×4 Klasse.
Boven: Johan Gerrits in zijn Chevy Hot Rod en overduidelijk opererend in de Grande 4×4 Klasse. Redelijk herkenbaar door de imposante turbo dunkt ons…
Onder: Youri Wigger in zijn Sprinter (Special Klasse).
Boven: Pascal Olsman in zijn Hakvoort Sprinter, Special Klasse. Die gaat, letterlijk en figuurlijk, als vergif. Figuurlijk vergif is bloedjesnel, maar letterlijk is gif venijnig en dat overkomt Pascal in de slotfase van de race. Met een bloedgang de modderbak induiken (snelheid + momentum) is de enige manier om er door te komen. maar als je ook een fractie verkeerd begint, dan loopt het maar al te makkelijk ‘dramatisch en/of fataal’ af. Stel je wel eerst voor dat alles bijna dubbel zo snel gaat dan je kunt denken. Je komt een paar centimeter scheef de modderbak in en voordat je hersens dat hebben kunnen verwerken, laat staan hebben kunnen reageren, sta je al haaks in de modderbak. Pascal gebeurt het en hij komt vlak tegen de oever van de modderbak tot stilstand. En eenmaal gestrand is het schier onmogelijk om nog weg te komen uit de dikke blubber. Schrale troost voor Pascal is dat hij het publiek en ons eerder in de wedstrijd trakteert op de allermooiste start. Hij vertrekt namelijk met een grandioze, magistrale ‘Wheelie’. Het gaat echter zo vlug en nog zo ver weg dat geen van de fotografen die indrukwekkende actie vast heeft kunnen leggen. Misschien, maar dan ook heel misschien, kun je de echo’s nog horen van de talloze luide ‘ooh’s en aah’s’ van bewondering door het publiek die het luchtruim kozen bij deze formidabele start….
Boven: Oeps, drie jaar stil staan werpt toch een wrang vruchtje af… (Jacco Smit).
Flexibele interpretatie van de norm… De start is deze keer wat later dan verwacht. Rond de klok van twaalf wordt de planning. Dat is later dan gebruikelijk en daarom worden de drie modderbakken op het latere tijdstip aangepast. Met andere woorden, ze worden na de eerste run een extra stapje moeilijker gemaakt dan gebruikelijk. Normaal zijn er zo’n vijf runs alvorens de finale plaats gaat vinden in run zes of hoger, al naar gelang het aantal deelnemers dat de voorgaande runs heelhuids door zijn gekomen. Nu worden de modderbakken dusdanig pittig gemaakt dat na de derde run de finale in de vierde run plaats zal kunnen gaan vinden. Althans, dat is de planning…
Boven: Arjen Leemhuis in zijn zelfbouw met dubbel lucht (Special Klasse).
Onder: Wouter de Beer (Team Mud Monkey) in zijn BMW Sprinter kom je tegen in de Special Klasse.
Audio verslaving. Het Autoblubbering is bij uitstek natuurlijk een kijkfeest voor de omstanders. Maar het oor wil ook wel wat. Wie bij de start van welke klasse dan ook zijn ogen droog kan houden of bij wie zijn hart niet in een verhoogd tempo gaat kloppen heeft geen racebloed, vermengd met een fikse vleug modder, in zijn aderen. Wellicht kan hij of zij beter omkijken naar een andere sport of bezigheid, bijvoorbeeld mens erger je niet, bingo in de bejaardensoos of naar buiten kijken vanachter de geraniums om te kijken hoe hard het gras groeit. Waarom het voor iedere klasse geldt? Simpel, ook op de auto’s in de Standaard of Super Standaard Klassen zijn de uitlaten over het algemeen niet helemaal meer zoals toen de auto’s de fabriekspoorten achter zich lieten. En iedere motor, hoe bescheiden ook qua inhoud of aantal cilinders, produceert derhalve subiet meer geluid. Bovendien worden de motoren door de chauffeurs hoog in de toeren gejaagd voordat de startvlag naar beneden zwaait. Pas dan vertrekken de bolides als een pijl uit de boog richting de lonkende modder, welke pakweg zo’n vijftig meter verder ligt te borrelen en pruttelen. De bak zelf is ook vijftig meter lang, dus alles bij elkaar is de uitbarsting van mechanisch geweld circa honderd meter, want zodra een volle run gehaald wordt laten de mannen het gas los. Maar wat een heerlijke honderd meter en dan zwijgen we nog maar even over de qua inhoud grote, multi-cilinder motoren. Die produceren zo’n donkere dreun dat je haarvaatjes spontaan rechtop in de houding gaan staan en de komende weken weigeren plat te gaan. Sommigen noemen dat kippenvel, alleen is dat bij het Autoblubbering meerdere duimen dik en zulke kippen bestaan niet… Hoe verder de wedstrijd vordert, en de modderbak al naar gelang zwaarder wordt, hoe vaker je een verandering in geluid gaat horen. Het doordringende, snerpende dan wel dreunende geluid van de snel in toeren klimmende motoren bereikt een hoogtepunt, om daarna als het ware in een oogwenk in te kakken. Alsof je van een berg afrennend plotseling in een zwembad bergopwaarts moet rennen. Het is het hoorbare signaal dat de auto in kwestie zijn meerdere moet erkennen in de modderbak. Geen schande, want het gebeurt bij vrijwel alle deelnemers, soms vroeg, maar zeker later.
Boven: Elroy en Dennes kun je achter het stuur van deze BMW vinden (Standaard Klasse).
Onder: Stefan of Henk-Jan van Team Vakdonders in een Audi A3 (Super Standaard Klasse).
Boven en onder: Geert Bouwhuis (Super Standaard) in zijn ‘duidelijk herkenbare’ Honda CRX.
Boven en onder: Ook het Autoblubbering wordt steeds mooier versierd met de blauw/witte stickers van terrein.nu. Boven de bolide van Jacco Smit en daarnaast, niet zichtbaar, de sprinter van Henk Nijman waar er ook een op te vinden is. Hieronder het geleide projectiel van Egbert Pullen die de winterdag geen moment stil gezeten heeft. Het nieuws over zijn auto verklappen we in deel twee van ons verslag; anders valt daar niets te lezen en om naar uit te kijken.
Boven en onder: Ook Dick Doldersum plakt met plezier een sticker van terrein.nu op zijn Russische Moscovitch. Van enige onderlinge vijandigheid tussen de USSR techniek en die van de USA is geen sprake, want voor de voortstuwing wordt gebruik maakt van Chevy V8 power. Dick heeft weinig gedaan aan zijn ‘hybride’ kanon; alleen een rubber afdichting van de carburateur heeft hij moeten vervangen. Op de foto hieronder is Dick te zien met op zijn arm een aspirant ‘Mudracertje’….
Boven: Leuke, nee schitterende pedalen op de bolide van Mevin Meeuwissen van Team ‘Gang is alles’….
Onder: De rijders briefing vooraf is het enige moment dat Martin Wolf stil is, want JP heeft voor de gelegenheid de microfoon van hem afgepakt…
Boven: Wiel afgebroken en dan wacht een roemloos ritje richting het renners, annex servicekwartier…
Boven: Niet direct zichtbaar, maar er zit toch heus een dame achter het stuur van deze VW Golf 3. Als je Lianne van Dam roept luistert ze en ze levert strijd in de Standaard Klasse.
Boven: Karel en/of Rutger van der Bijl in hun Hyundai Coupé (Standaard Klasse).
Boven: Wim Hamhuis (Grande 4×4).
Onder: Dick Doldersum (Grande 4×4).
Boven: Arie Strijker (Grande 4×4).
Onder: Meerdere keren een burn-out demonstreren met als slot resultaat….? Precies, een luide knal als laatste ‘uit ademstoot’ en het ’treurige’ einde van een achterband is een feit….
Boven: De goedlachse Coby Siersema in haar BMW (Standaard Klasse).
Boven: Valt er helemaal niets negatiefs over deze dag te vertellen? Jazeker wel. Vorig jaar haakten een handvol dames de stilgevallen deelnemers aan een shovel of tractor waarop deze de ‘ongelukkigen’ afvoerden. Om de bolides aan te kunnen haken moesten de dames namelijk wel de modderbak in. En wij mannen vinden dat prachtig natuurlijk. Niet voor niets is het modder worstelen razend populair bij vooral mannen. Vandaag is de enige dappere dame Melanie. Oké, oké, de andere dames hebben geldige redenen horen we, zoals een blijde verwachting. Volgend jaar beter dan maar….?
Boven: Martina Kremer in haar Nissan Sunny (Standaard Klasse).
Onder: Team Vakdonders en we kennen ze nog niet goed genoeg om te weten of Stefan, Robbin of Mark hier achter het stuur zit. Wel weten we dat ze strijd leveren in de Standaard Klasse.
Boven en onder: Marijn Fieten geeft hier met zijn Citroën AX de pijp aan maarten (Standaard Klasse).
Boven: Nogmaals Lianne van Dam, nu zonder helm….
Boven: Metmem in een Seat Ibiza Cupra (Standaard Klasse).
Boven Youri Wigger en onder Pascal Olsman.
Boven en onder: Een breed lachende Henk Nijman (Special Klasse) van het ‘Gebroeders Nijman’ team.
Boven: Het Team de Muis, met hun 2WD bolide opereren ze in de Special Klasse, en dan kun je beurtelings Jonny Hendriks of Jan Heuverman achter het stuur vinden. Vorig jaar hebben ze de 383 stroker motor onder handen genomen en die levert naar schatting ergens tussen de 400 en 450 pony’s. Alles is toen vernieuwd zodat ze voor dit seizoen alleen een uitlaat hebben hoeven vervangen. Anders is het met de koets. Vanaf de voorzijde van de motor naar voren is het chassis compleet vernieuwd. Geen aandrijving naar de voorwielen, blijft over een starre as welke op drie punten met het chassis is verbonden. Met eind van de dag de allerhoogste podiumplaats in de pocket kijken de mannen uiterst tevreden terug op de wedstrijd zul je begrijpen.
Boven: Jacco Smit.
Boven: Youri Wigger.
Boven: Wim Hamhuis.
Boven: Henk Nijman.
Boven: Een vreemde eend in de bijt….? Nee hoor, er strijden deze dag twee ernstig verbouwde ‘Eenden’ in de Grande 4×4 Klasse. Arie Strijker is niet de enige meer, want hij ondervindt geduchte tegenstand van Berry Zweers. Die rijdt een grandioze wedstrijd en weet dan ook winnend af te sluiten. Arie is sportief genoeg om het extra stukje competitie toe te juichen.
Onder: Jacco Smit. Eerst de bolide schoon; dan pas je postzegeltje….
Boven: Wolter Klinkien spuit zijn bolide tussendoor gauw even ‘appeltjesgroen’…. Meer over hem in deel 2.
Onder: Gerard Volkerink van Team The Volkerink Brothers (Standaard Klasse).
Boven: Nog een Volkerink met als teamnaam The Volkerink Brothers, maar nu hebben we te maken met Ramon. In tegenstelling tot zijn broer Gerald levert hij strijd in de Super Standaard Klasse.
Tijdelijk slot. Met een lang en boordevol 4×4 weekend voor de boeg zul je even moeten wachten op deel 2 van ons verslag. Maar dat het komt, daar kun je gif op innemen…. (but don’t try this at home….).
De vastgelegde fotografische indrukken zijn afkomstig van Ad Woolthuis, Peter Bouwmans en Martin Brink. Het geschreven woord is van Martin Brink.