Autocross Hoevelaken

Hoevelaken ligt op minder dan steenworp afstand van onze woonplaats en daarom arriveren we op Hemelvaartsdag ‘uitgeslapen’ op het oorlogsterrein. We zijn ruim op tijd maar ondanks het vroege uur, althans voor de mensen voor wie Hemelvaartsdag een vrije dag is en waarop ze kunnen uitslapen, heerst er een gezellige drukte. Al snel lopen we organisator van de Autocross in Hoevelaken Erwin Sukkel tegen het lijf. Die troont ons vrijwel direct mee naar één van de cateringtenten voor een kop koffie, maar is daarna even snel weer verdwenen. Logisch ook, want zo kort voor de wedstrijd is er steevast een hoop te regelen en in goede banen te leiden. Gelukkig kan Erwin niet alleen bogen op ruime ervaring in het organiseren, maar ook op een flinke crew vrijwillige medewerkers. We kuieren wat in het rond, genietend van de koffie en de bedrijvigheid on ons heen. Inmiddels weten we uit ervaring dat de ogenschijnlijke rust snel over zal zijn!

Boven: Erwin Sukkel tijdens de briefing.

Een vleugje filosoferen… We kennen Erwin al veel langer, zelfs jaren voordat we professioneel in de off-road wereld stapten. Ook toen al was Erwin een begenadigd liefhebber van het Autocross en die passie is nog altijd niet weggeëbd bij hem. Behalve organisator van de Hoevelakense Autocross strijdt hij namelijk ook nog altijd mee, in zijn geval in de Sprinterklasse. Zijn bolide heeft bovendien 4×4 aandrijving en mede daarom verslaan we de wedstrijd graag. Voorafgaand aan de wedstrijd is daar de briefing als Erwin in het kort de bijzonderheden en spelregels doorneemt met de coureurs. De lichte motregen die kort over het strijdtoneel trekt is snel verdwenen om plaats te maken voor een egaal lichtgrijs wolkendek dat in de loop van de dag vaker en vaker onderbroken wordt door de vuurbol (zon) die er de oorzaak van is dat we hier op onze derde rots (de aarde is vanaf de zon gemeten na Mercurius en Venus de derde rotsplaneet) überhaupt zijn en dus van de Autocross kunnen genieten. Tja, als we het toch over Hemelvaart hebben moet je toch ook een beetje weten waar je nu zo’n beetje rondhuppelt….

Boven: Jeroen van der Gugten (boven 350 cc).

Onder: Robin Mouw (boven 350 cc).

Onder: Ryan van Hamersveld (boven 350 cc).

Overeenkomsten en verschillen. Dat de cross en ook de autocross leeft bewijst een bomvol programma. Zo’n zeventig coureurs in alle leeftijdsgroepen leveren strijd in meerdere klassen. Een redelijke opkomst en ondanks dat elders in het land (Alteveer) tegelijkertijd ook een autocross wordt gehouden. De wedstrijd begint met de quads tot 350 cc met daarin ook enkele jeugdige deelnemers. Op zich is dat een aparte klasse, maar door het bescheiden aantal mogen zij zich meten met ouderen in deze klasse. Na de klasse tot 350 cc is het de beurt aan de klasse Quads boven de 350 cc. De overeenkomst tussen beide klassen is niet alleen het voertuig de quad, maar de felle strijd tussen de coureurs onderling. Ondanks dat er meerdere manches gereden worden, je zou daarmee zeggen dat je voorzichtig begint met ‘heel houden’ van de techniek juist omdat er nog manches volgen, gaan de coureurs er direct na de start vol tegen aan. Oké, natuurlijk gaat het in de klasse tot 350 cc wat rustiger qua snelheid dan bij de klasse boven de 350 cc, maar schrap het iets rustiger tempo visueel uit je geest en er is nog nauwelijks verschil. Bewust schrijven we ‘nauwelijks’. Niet te zien op de foto’s uiteraard is namelijk de factor ‘geluid’. In de klasse tot 350 cc is dat vergelijkbaar met een soort van ‘brommen’. Een ‘opgejaagd en geërgerd brommen’ dan, want de mannen (en vrouwen!) gaan er, als geschreven, vol tegen aan, stuk voor stuk in een vastberaden en mede door je collega coureurs opgejaagde poging om als eerste de finish te passeren en geërgerd als dat niet lukt. In de klasse boven de 350 cc verheft het geluid zich tot een soort van ‘brullen’, met als overeenkomst de ‘opgejaagde en geërgerde’ gemoedstoestand van de coureurs. Voor het publiek en uw fotografen is het absoluut een genot om naar de strijd in deze klassen te kijken. Dat wreekt zich ‘helaas’ na afloop als we onze camera’s in de computer leegstorten en het getal twee en een half duizend in het display verschijnt….

Boven: Lucas Kok (tot 350 cc).

Onder: Patrick Meijers (boven 350 cc). 

Boven: Dekker Dex (boven 350 cc).

Onder: Nick van Drie (boven 350 cc).

‘Onderbroeken lol’. Na de Quads is het de beurt aan de Crosskarts. De Crosskarts worden verhuurd door Erwin Sukkel en zijn opnieuw het bewijs voor zijn passie voor de Autocross. Een uitstekende manier immers om de passie bij aspirant cross liefhebbers aan te wakkeren. Strijd leveren in gelijkwaardige auto’s waar dus alleen jouw rijkwaliteiten van belang zijn. En dat op een tamelijk veilige manier, want heel hard gaat het niet direct. Voor de motorisering wordt namelijk gebruik gemaakt van 2CV motoren. Luchtgekoelde tweecilinders dus die destijds in de ‘Lelijke Eend’ zelf nauwelijks de 30 pk noteerden. In de Lelijke Eenden moesten ze nog een redelijk gewicht op snelheid zien te brengen, maar juist dat gewicht van de Crosskarts is flink lager. In de wedstrijd gaan die Crosskarts dan ook beduidend harder dan de Eenden op de weg, maar nog niet zo hard dat je als debutant na iedere manche een schone onderbroek aan zou moeten trekken.

Boven: Tja, wie kan dat nu zijn….? In ieder geval geen ‘dakloze’…

‘Geplukte Eenden’. Een klein beetje vergelijkbaar met de Crosskarts is de ‘Eendenklasse’. Zelfde motoren als in de Crosskarts, alleen nu zitten ‘de originele veren’ nog om die motor. Althans, wat er van over is. Alles dat enigszins overbodig is en gewicht kan besparen hebben de coureurs van de auto’s afgehaald. Ramen, deuren, bumpers, het dak, verlichting, de schotjes boven de voorste schermen onder de motorkap, het zit meubilair, kortom, iedere gram reductie is opgezocht, mede gedaan om het extra gewicht van de verplichte rolkooi te compenseren. Niet dat het heel dramatisch voordeel biedt tijdens de wedstrijd, want alle deelnemers spelen precies hetzelfde spelletje. Je wilt niet weten hoe fel er ook in deze klasse gevochten wordt om iedere meter terrein en in de poging om als eerste die finishvlag te zien neerdalen. De reden is ook in deze klasse simpel: de auto’s zijn stuk voor stuk volkomen gelijkwaardig. Voeg dat bij de legendarische wegligging van de 2CV, sommigen beweren bij hoog en bij laag dat ze niet om kunnen vallen, en je begrijpt het plezier om deel te nemen en naar te kijken. Ook leuk in deze klasse is dat je soms de ‘gezinssamenstelling’ kunt opmaken aan de hand van de passerende ‘Lelijke Eend’. In de roze Lelijke Eend bijvoorbeeld, met startnummer 33, zit beslist geen Lelijk Eendje, maar de ‘knappe en charmante’ Anna de Vos. Verander de eerste letter en de laatste letter van haar voornaam in een ‘o’ en je ziet haar vader voorbij snorren in ook een Lelijke Eend, maar nu met startnummer 40 en daarachter een overduidelijk ‘plusje’.

Boven: Robin Hueting (Regioklasse).

Onder: Fred Tolboom (Regioklasse).

De klasse van de ‘pretmobielen’. De drukst bezette klasse is de Regioklasse, de klasse van de ‘gewone’ auto’s. Door het grote aantal wordt er in twee groepen gestart. In deze klasse is crossen ook echt crossen in de ware betekenis van het woord. Heb je ergens nog een auto staan die de keuring niet meer waard is, dan sloop je al het overbodige er uit, fabriceert er een rolkooi in of laat die fabriceren en als ’tegenprestatie’ is pure lol, mits aangevuld met een gezonde portie competitiegeest, een garantie. De klasse ook waarin ‘huidcontact’ niet altijd te vermijden is. Is het daarom dat de strijd het hardst is? Hierin wordt niet gestreden om iedere meter, maar om iedere centimeter. En die strijd wordt gelardeerd met een kakofonie van geluiden. Gewone motorgeluiden die gerust op zondagmorgen een rondje om de kerk mogen blazen van ons omdat je ze toch maar nauwelijks hoort tot en met motorgeluiden die de uitlaten niet meer verlaten conform de fabrieksinstellingen zeg maar. In die regioklasse gooit deze Hemelvaartsdag John van Bokhorst hoge ogen. Nota bene in een standaard Toyota Celica. Maar ja, de auto gaat dan ook als de bekende brandweer. Bovendien kan hij uitstekend sturen kun je aan de hand van de foto’s verderop zien. 

Boven: Guido Tolboom.

Onder: Jasper Hueting, beiden uiteraard in de Regioklasse.

Boven: Thomas van Horssen.

Onder: Bas van Spellen, beiden uiteraard in de Regioklasse.

Boven: Jazeker, ook in de Quadklasse tot 350 cc zien we dames aan de strijd deelnemen, want de blonde vlecht vanonder de helm behoort toe aan Mae Bungener.

Onder: Wouter Leering (boven de 350 cc).

 

Boven: Marvano Westrik (Mini Buggy klasse).

Mini gladiatoren. Nog niet genoemd hebben we de V-buggy/Mini Buggy klasse. Het zal duidelijk zijn dat deze klasse ingenomen wordt door ‘het grut’, de potentiële ‘Max Verstappertjes’. Wellicht is de strijd in deze klasse het meest fanatiek, al dan niet opgezweept door papa of mama. Het gaat namelijk hard genoeg om ook uit de bocht te kunnen vliegen en dat zien we een paar keer gebeuren. Gelukkig zijn er voldoende officials die de mini buggy met de mannen vlug terug in het parcours weten te zetten, maar onwillekeurig schieten we toch in de lach als we zien dat zo’n jong race talent driftig en kwaad met gebalde vuistjes op zijn stuur slaat als hij uit de bocht is gevlogen.

Boven: Dit heet nu ‘een zwerm eenden’….

Boven: Rocco Pul (Sprinterklasse).

Boven en de foto hieronder: Gerad Amting met zijn formidabel snelle Kever.

Kever nostalgie. De enige nog niet genoemde klasse is die van de Sprinters. In deze klasse liggen de snelheden het hoogst en zien we ook 4×4 aandrijving. We hebben verzuimd te vragen of een van de rijders weet hoe hard het gaat. Een snelheidsmeter is namelijk niet te vinden in deze ‘Formule 1 crossers’, maar we zullen niet verbaasd opkijken als de mannen op de relatief korte crossbaan snelheden bereken over de 100 km/u. En dan nog hoor je aan de diep donkerbruine brom van de motoren dat ze nog lang niet het volle potentieel hebben aangesproken. In die Sprinterklasse komen we ook het enige buitenbeentje tegen in de klasse, de zwarte VW Kever van Gerard Amting. Vroeger, en daar gaan we weer, waren er natuurlijk meer dan genoeg Kevers en kende ook het Autocross een aparte klasse voor ze. Tegenwoordig hebben ze een klassieker status en zie je ze nog maar zelden in races. Niet die van de uit Kilder, omgeving Doetinchem, afkomstige Gerard, want Gerard bezoekt met zijn Kever regelmatig de wedstrijden welke hij leuk vindt. De thans 56-jarige Gerard is in het dagelijkse leven lasser van beroep en start zijn ‘sportieve carrière’ al heel lang geleden met “maar 1 pk” zoals hij ons met een maar nauwelijks verholen grijns laat weten. Paardensport dus, maar die verruilt hij zo’n twintig jaar terug voor de ‘sport met mechanische paardenkrachten’. Zijn Kever herbergt een Honda 1.600 motor en daarmee kan hij zich gerust meten met de bolides in de Sprinterklasse. Ongelooflijk snel is de auto en dan slaan bij ons direct fantasierijke gedachten op hol. Wat een kick zou het niet geven als je met deze Kever enkele tientallen jaren terug kon springen in de tijd. In de tijd toen Kevers nog meer dan algemeen voorkwamen in het toenmalige straatbeeld. We zijn oud genoeg om ze veel gezien te hebben en weten ons nog te herinneren dat de snelheden destijds onder het hoofdstukje ‘gezapig’ gerangschikt konden worden. Immers, de auto stamt in wezen al van voor WW II. Zeker weten dat de Kever van Gerard wereldwijd voor een regelrechte sensatie zou zorgen.

Boven: Mick Bungener (tot 350 cc), inderdaad de broer van Mae.

Onder: Jurgen Mouw (tot 350 cc) wordt op de hielen gezeten.

Boven: Rob van Hamersveld (tot 350 cc).

Onder: Stephan Bakkenes (tot 350 cc).

Boven: Mike van Laar (tot 350 cc).

Onder: Erwin Sukkel grijpt snel in als op een gegeven moment de startlichten kortstondig weigeren. Snel duikelt hij een witte vlag op en start daarmee de deelnemers. Hij hoeft het slechts één keer te doen.

Boven: Niels van Gonkel (boven 350 cc).

Onder: Veel lokalen arriveren op de fiets, niet in de laatste plaats omdat de biertap van uitmuntende kwaliteit is.

Boven twee keer: Gewone auto’s en dan weet je inmiddels, hopen we, dat je met de Regioklasse van doen hebt. Met nummer 56 is dat Albert van Valkengoed. Hieronder met nummer 64 op zijn dak is dat Arie Buurman.

 

Boven: John van Bokhorst in zijn snelle Celica.

Onder twee keer: De bij de Sprinterklasse ingedeelde Gerard Amting in zijn ‘Kever raket’. Het scheelt weinig of er komt zelfs in het zand rook van zijn banden…. Zeg niet dat dit niet kan. In Amerikaanse films zien we het regelmatig…..

Boven: Rudy Buurman (Sprinterklasse).

Onder: Niek Davelaar (Jeugd in de quad klasse tot 350 cc).

Boven: Patrick Timmer (Jeugd, tot 350 cc).

Boven: Dirk van de Wolfshaar (boven 350 cc).

Boven: Mitchel Pol, onder: Danny Tolboom.

Boven: Ze moesten persé op de foto en uiteraard kon de ‘vrijgezellige Adje Woolthuis’ daar geen weerstand aan bieden. Hopla!

 

Boven en twee keer onder: Weliswaar gaat het bij de Crosskarts niet bloedstollend snel, maar wel snel genoeg om ‘even binnen te kunnen wippen’. 

Boven: Hoort er natuurlijk bij, vertier voor de kids die een zandbak leuker vinden dan crossen.

Boven: Nick van Drie (boven 350 cc).

Onder: Tim van Wee (boven 350 cc).

Boven: De Sprinterklasse met links op de voorgrond Patrick Smink en rechts opperhoofd Erwin Sukkel himself.

Onder: De meest spectaculaire rijstijl zien we regelmatig van Ryan van Hamersveld.  

Boven Rob van Hamersveld en onder Mick Bungener, beiden in de Quad klasse tot 350 cc. Onder Mick zijn zus Mae, eveneens in de klasse tot 350 cc.

 

Boven: Daan Spies, onder Marvano Westrik, beiden in de Mini Buggy klasse.

Boven: Bas Schuurman. Onder Yordi van Renselaar met kort achter hem Lars Rietveld (allen Mini Buggy Klasse).

Boven: Marco Blom (Standaard Regioklasse). Onder met ‘volle asbak’: Kees Verweij (Regioklasse).

Boven: Erwin Sukkel (Sprinters) voor een kort moment in de ‘onverharde coulissen’ van het parcours (zandwal ter afscheiding).  

Boven: Stephan Bakkenes (tot 350 cc) en onder Daisy Thomassen (boven 350 cc).

Boven: Levi Hendruiks (Mini Buggy) en onder in dezelfde klasse Rocco Coronel.

Boven: Achter de naam op de deur zit ze….

Boven: Arjan Kuijt (Standaard Regio Klasse) en onder Jeroen Glismeijer (Regio Klasse) als we het goed hebben.

Boven: Onmisbaar, de tellers en score bijhouders…

Boven: Robin Mouw.

Boven: Mechanische pech hoort helaas bij motorische sporten. Gelukkig kan coureur Patrick er om lachen.

Boven: Peer Penninx en onder Tim Schuurman.

Eind van de dag is de pret helaas over. Voordat we moe maar uiterst voldaan richting de pappot van moeders vertrekken vragen we aan Erwin of we er bij leven en welzijn volgend jaar weer bij mogen zijn…. Dat zegt genoeg toch?

Fotografie: Ad Woolthuis, Jan Houtkoop (Steephilltracks) & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.