In een ver verleden hebben we al eens over deze Valp, alias Laplander, (Volvo L3314) geschreven. De auto is nog altijd in het bezit van een goede vriend van ondergetekende, Folmer Kamminga. Behalve met zijn Valp haalde hij met zijn bedrijf Kefdrill Engineering eerder deze site. Daarmee ontwikkelde en produceerde Kamminga onder meer compacte boormachines op onderstellen met wellicht de meest ultieme off-road aandrijving: rupsbanden. Het zal niet verbazen dat hydraulische techniek een belangrijk onderdeel was in zijn bedrijf. Vanuit die hydraulische kennis ontwikkelde hij met zijn bedrijf ook blusrobots, waarbij het blussen gebeurde middels (compacte) straalmotoren.
V.V.T. (Voltooid Verleden Tijd). Dat alles ligt inmiddels enkele jaren achter ons. Folmer heeft zijn bedrijf van de hand gedaan en is al een poosje met pensioen. En dan weet je het hè, je krijgt tijd voor je hobby’s. De ‘ellende’ wil dat Folmer er meerdere op na houdt. Hij is typisch zo’n man voor wie er te weinig uren in een dag zitten. Eén van zijn (grote) liefdes betreft het merk Saab waarvan er een aantal bijzondere in zijn bezit zijn, zoals een Saab Sonett tweetakt. Daar hebben wij off-road liefhebbers wat minder binding mee; wij bemoeien ons liever met zijn Laplander (gekentekend in februari 1963) of anders zijn andere off-roader die hij al tientallen jaren in zijn bezit heeft, een Unimog 411.112 uit 1960.
Off-the-road hobby ‘anders’. Weliswaar heeft Folmer twee off-roaders in zijn bezit, maar je zult hem nimmer tegen komen op een off-road evenement. Wel off-road, want een andere hobby van Folmer is bezig zijn met het onderhoud van een landgoed van goede vrienden van hem, met name dan de bossen daarop. Zowel de Unimog, maar meer nog de Laplander, zijn voor dat werk uitgerust zoals je op de foto’s kunt zien. In het interieur grijnzen tal van (bosbouw) gereedschappen je van alle kanten tegemoet. Denk dan aan kettingzagen, de brandstof daarvoor, een schop, wiggen, bijlen, takels, kettingen, handgereedschap, reserve onderdelen en touwen. Plus nog een aantal waarvan we de naam niet kennen maar die ongetwijfeld ook handig kunnen en zullen zijn. Voeg dat bij de eerste levensbehoefte van ‘een arbeider’ off-the-road (drinken en eten) plus een aantal veiligheidsvoorzieningen (onder meer een brandblusser, veiligheidslaarzen, helmen) en ondanks een flink aantal zitplaatsen in zijn Laplander (inclusief bestuurder zeven) moet je je als passagier aardig opvouwen om ergens ongehinderd te kunnen zitten. We lopen een half dagje mee met Folmer als hij bezig is in het bos zodat we (een deel van) zijn werkzaamheden vast kunnen leggen voor het nageslacht. Deze dag is dat het (op maat) zagen van enkele gevelde bomen. Zijn Unimog hebben we daarbij niet vastgelegd omdat deze niet ‘op het plaats delict’ aanwezig was, maar wel de tamelijk bijzondere (lees: unieke) aanhanger van zijn Unimog. Dat is namelijk een exemplaar afkomstig van Hoegen-Dijkhof, de voormalige importeur van de Mercedes-Benz Unimog. Verderop vind je foto’s van deze ‘excentriekeling’.
Boven en onder. Aan het werk. De berg zaagsel naast de zaagmachine laat zien dat het niet de eerste boom is. Een aantal dikke, gevelde stammen buiten beeld bewijzen dat de voormalige groene vriend op de zaagmachine ook niet de laatste zal zijn.
(K)Noeste arbeid’… Voordat een gevelde boom omgetoverd is tot een ‘reuzen lucifer’ vergt toch de nodige arbeid. Als eerste wordt een dunne laag afgezaagd, voornamelijk schors (zie foto hieronder). Daar kun je niet veel mee en deze wordt dan ook terzijde gelegd. Goed voor de open haard wellicht of voor een kampvuurtje.
Stapsgewijs. Bij de tweede zaag wordt er een redelijk dikke plank afgezaagd (afhankelijk van de dikte van de boom). Die kan welzeker gebruikt worden en wordt dan ook bewaard. De volgende stap is dan om te bepalen hoe er gezaagd moet worden om een mooie balk over te houden, in dit geval een balk van 20 x 20 cm.
Boven: Een boom vervoeren doe je met deze vreemd vormgegeven ‘aanhanger’. De boom wordt opgetakeld en vervolgens in de lengterichting naar de plaats van bestemming gereden. Zo’n aanhanger voor het verplaatsen van bomen wordt ‘Malle Jan’ genoemd.
‘Oude hulp’. Om de boom te draaien gebruikt Folmer een voormalige blusrobot waarvan de straalmotoren en nog wat zaken gedemonteerd zijn zodat in feite alleen de (hydraulische) aandrijving en arm aanwezig zijn. De bedoeling is om deze binnen afzienbare tijd om te bouwen specifiek voor gebruik in het bos. Nu tilt de arm de boom met het grootste gemak op en gevoegd bij een klein beetje handwerk gaat het omdraaien vlot.
Boven en onder: De balk is gezaagd en wordt met behulp van de voormalige blusrobot en Jan Houtkoop naar zijn plaats gedirigeerd.
De Laplander in ‘vol ornaat’.
Boven en onder: De tamelijk unieke aanhanger van Hoegen-Dijkhof. Het betreft een type HD 110, waarbij HD niet geheel toevallig staat voor Hoegen Dijkhof.
Boven: De bruikbare eindresultaten opgestapeld. Iedere dikke balk is dus van één boom! Het houdt indirect in dat de hele stapel ook veel ‘noeste arbeid’ heeft gevergd.
Onder: Folmer is niet de enige die aan het werk is. Bob doet mee aan het onderhoud van het bos.
Fotografie: Jan Houtkoop (leuke oude off-road momenten) & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.