Tip voor off-road liefhebbers? Onze verwachtingen zijn hoog gespannen voor de eerste International Masters of Mud als we vorig weekend in onze auto stappen en het stuur richting het Duitse Grevesmühlen draaien. Trek er vanuit Nederland een uur extra voor uit om er te komen, want op meerdere plekken zijn onze oosterburen met de wegen bezig. Precies een uur later dan onze trouwe ‘Tommie’ bij vertrek beloofde, arriveren we even buiten Grevesmühlen op het wedstrijdterrein Roelofshagen zoals het genoemd wordt. Alhoewel we de naam van het stadje al diverse keren hebben horen vallen, en zelfs gepubliceerd hebben, is het voor ondergetekende de eerste keer dat hij er daadwerkelijk is. De keren dat we over het terrein gepubliceerd hebben betrof het telkens een verslag van de Mad Trophy. We kennen verschillende terreinen in Duitsland als Fürstenau, Mammut, Weeze en Euskirchen; stuk voor stuk terreinen met ieder hun eigen ‘charmes’. We geven toe dat we derhalve best nieuwsgierig zijn naar dit terrein. Nu we het terrein eindelijk gezien hebben kunnen we het van harte aanbevelen, want het terrein herbergt meer dan voldoende pittige tot zeer pittige uitdagingen. Een aantal van de uitdagingen kun je met een gerust hart vergelijken met onder andere uitdagingen welke je tegen kan komen in de fameuze Croatia Trophy en die behoort bij ondergetekende toch wel tot de favorieten. Je kunt er gerust een weekend doorbrengen, sterker nog, we zijn een tikje verbaasd dat clubs uit Nederland daar nog niet massaal naar toe geweest zijn. Okay, we geven toe, het is niet naast de deur. Zelf wonen we heel dicht bij het geografische midden van Nederland (toren van Amersfoort) en dat betekent dat een enkeltje naar Grevesmühlen 522 kilometers bij ons kilometerklokje van de auto optelt.
Doelstelling. De eerste International Masters of Mud wordt georganiseerd door de Stg. 4×4 Challenge Sport, het meest bekend omdat ze ook de Roan 4×4 Challenge wedstrijden organiseren. Zij kennen het terrein van de Mad Trophy. De aanzet om de International Masters of Mud te gaan organiseren komt voort uit de behoefte om een echte, zware off-road racewedstrijd op de kaart te zetten en te rijden. Een off-road race wedstrijd waar je diverse off-road uitdagingen tegen kunt komen en daar op in moet kunnen spelen. Voorbeelden zijn de Croatia Trophy of verschillende Ultra4 wedstrijden. Racen waarbij je zomaar een moddersectie tegen kan komen, een steile berghelling, diepe sporen, een zandwoestijn of bij wijze van spreken een riviertje. Uitdagingen waar je niet omheen kunt zeg maar. Een race ook waarbij een lier puur een stuk gereedschap is dat je gebruikt om verder te komen. Bovendien een wedstrijd waarbij je jouw grijze massa aan moet kunnen spreken, met andere woorden, je moet kunnen nadenken. Hier aan de zuidkant van de noordelijke helft van Europa is daar nauwelijks ruimte voor, maar het terrein in Grevesmühlen komt toch een heel eind tegemoet aan de beoogde doelstelling.
Boven: Team Jysk-offroad uit Denemarken bestaat uit Bent Dall en Morten Matsen. Onder: Team General 4×4, Jermain van Esch en Sjef Jansen die een lintje gooit.
Opzet. Iets meer dan dertig teams hebben zich ingeschreven voor deze eerste International Masters of Mud. Niet allemaal komen ze door verschillende redenen opdagen. Die zullen spijt krijgen of al hebben durven we te schrijven. De organisatie is al enkele dagen eerder naar het terrein afgereisd en heeft, volgens hun eigen schatting, een route uitgezet met een lengte van om en nabij de 5-6 km. We geloven ze op hun woord en eerlijke blauwe ogen, want we zijn veel te lui om dat na te gaan meten. De planning van de wedstrijd is zodanig dat het je in principe geen (werk)dag vrij vragen kost of anders dat je zo min mogelijk vrij hoeft te nemen. Weliswaar is er een proloog op vrijdag, maar die start pas om 18.00 uur. Zou je die missen, dan is er nog maar weinig aan de hand, want op de feitelijke wedstrijd de volgende dag is het een soort massastart. Omdat de start plaatsvindt op een relatief smal stukje terrein (drie auto’s breed) bepaalt de proloog alleen jouw positie in de massastart. De strijd wordt geleverd in twee klassen, te weten de Standaard/Verbeterd klasse en de Protoklasse.
Boven: Team Barten 4×4 en dan hebben we het over Joop Barten die de strijd tegen de modderige ondergrond aanbindt met Aga van Esch en in de OMM bolide van Frans van Esch. Alleen al het feit dat een dame (de enige!) het lef heeft om te strijden in deze eerste Masters of Mud wedstrijd verdient het om ze in het zonnetje te zetten maar het allerleukst om te melden is dat ze Aga ook nog eens met volle teugen geniet van de wedstrijd. Modder? Het deert haar allerminst. In tegendeel. We hebben haar van het begin van de wedstrijd op vrijdag tot en met de prijsuitreiking zondagmiddag alleen maar met een brede lach op haar gezicht gezien. En dat Joop en Aga niet onverdienstelijk strijd hebben geleverd kun je in deel 2 lezen!
Boven: Team de Ruchhouwers en hun Standaard Nissan Patrol wordt ‘bewoond’ door Jurre Mulder en Jeffrey Kielstra.
De eerste meters. Logisch met een Nederlandse organisatie is dat er veel Nederlandse ‘moddervreters’ aan de start verschijnen. Het ‘Internationaal’ in de naamgeving is echter geen loze kreet, want er verschijnen ook een aantal Duitse teams aan de start, plus nog een zwikje uit Denemarken. De start van de proloog is keurig op de vooraf aangekondigde tijd van 18.00 uur. Heel lang is die proloog niet, maar hij herbergt wel een paar ‘listigheidjes’. Of zullen we ze ‘warmmakertjes’ noemen? Al snel na de start volgt een stevige bult, maar dit zijn doorgewinterde off-roaders en stuk voor stuk lachen ze om deze bult. Na een dertigtal meters volgt een steile afdaling een modderput in. Dat is duidelijk andere koek en hier wordt al een stuk voorzichtiger gedaan door de eerste starters, vooral omdat je, zodra je op de bodem van het gat bent, weer aardig steil omhoog het gat uit moet. De eerste rijders hebben hier inderdaad nog wel wat moeite, maar achteraf gezien, altijd makkelijk natuurlijk, valt het nog mee. We worden gesterkt in onze bewering door het feit dat de meeste rijders zonder al te grote problemen dat gat weten uit te klauteren. Dan volgt een brede, langgerekte geul. Op een flink deel van die geul ligt donkere, dreigende modder. Toch is het niet die modder die hier voor problemen bij de equipes zorgt. Nee, maar dikke boomstammen zonder bast haaks op de rijrichting doen dat wel. Die liggen daar over de volle breedte van de geul half en half in de modder en de begroeiing van gras vreselijk gemeen te wezen. Water, modder en gras zorgen er namelijk voor dat ze spek- en spekglad zijn. Ze gedragen zich nog gemener dan een stoeprand waar je met je wielen tegen aan staat. Hier zien we dan ook regelmatig een lierkabeltje of touw uitgerold worden.
Boven en onder: Frank Brekeveld en Bonne Brekeveld hebben zich ingeschreven als Team De Wrotters.
Boven en onder: Team Koekwous. Een mysterieuze naam, maar dat wordt minder mysterieus als je vertelt dat Patrick Kuipers en Roy van Oorsouw de bezetting vormen van de Suzuki Samurai.
De volgende meters. Eenmaal door en uit die langgerekte geul steken de deelnemers een doorgaand pad over. Dan een smalle strook met bomen en vervolgens moeten ze een korte maar gladde helling op. Het is de (schuine) punt van een langgerekte rug waarop meerdere bomen zich hebben geworteld. De organisatie heeft berekend dat een auto boven over die rug tussen de bomen door zou moeten kunnen. En het is waar, alleen moet dat dan wel gepaard gaan met het nodige lierwerk. We hebben geen enkel team gezien dat daar niet aan wist te ontkomen. Het eerste stukje is het meest erg. Om boven te komen moet je toch even dat gaspedaal een por geven. Het lukt je namelijk uitsluitend met een flink gangetje. Alleen de ellende wil dat je schuin boven op de rug arriveert en daardoor direct doorschiet. Een boom houdt je tegen maar hier moeten de rijders toch enkele keren steken en manoeuvreren om in lijn te komen met die hoge maar smalle rug. Opnieuw moet de lier hier door vrijwel alle rijders worden aangesproken. Zo’n vijftien meter verder moeten de rijders dan haaks naar rechts steil de rug af. We weten zeker dat heel veel teams blij waren dat er aan de rechterzijde op de helling bomen stonden bij deze manoeuvre!
Boven en onder: Team Autobedrijf Robbert Janssen. Vooruit, een beetje slimme (sluik)reclame mag. Doorbijters die we onder meer kennen van de Roan 4×4 Challenge en luisteren naar de naam Robbert Janssen en Geert Martens.
Boven: De al vele jaren door de off-road wol geverfde Geert Martens.
Boven: Team Louwers en dan hebben we het over Bram Louwers en Joost Jackobs. Onder: Team Castelijns. Ted Castelijns achter het stuur en Patrick de Beer naast hem.
Evenwichtsstoornis. Team Laro4x4 presteert het op de sectie in de langgerekte geul met de boomstammen hun Land Rover voor een moment op de kant te parkeren, vermoedelijk om kort te kunnen genieten van het intrigerende ‘verticale horizon’ perspectief. De schade is nihil. Modder is zacht en vergevingsgezind en bovendien worden de meeste bolides, inclusief die van het Laro4x4 Team, beschermd door een externe rolkooi. Hebben we nog niet genoemd de namen van de mannen waar het Laro4x4 Team uit bestaat. Erik Kappert en Mark Wijnholt.
De ‘bijna’ laatste meters. Het venijn zit als gewoonlijk in de staart en dat geldt ook voor deze proloog. Althans, je mag het zien als het begin van de ‘einde staart’. Na de langgerekte smalle rug met bomen worden de teams namelijk geconfronteerd met het grootste obstakel qua oppervlak, een enorme, cementkleurige moddersectie. Die moet over diens volle lengte doorkruist worden en we kunnen ons voorstellen dat de moed bij gemiddelde off-road liefhebber subiet in de schoenen dan wel laarzen zou zakken alleen al bij het zien van deze moddersectie. Maar niet bij deze mannen. In tegendeel, hier komen ze voor; strijden voor die nu al begeerlijke titel van Master of Mud! Zodra ze hun bolide de modderput in laten zakken moet haaks naar links gedraaid worden. Bolides komen daar vervaarlijk scheef in de modderplas te hangen, maar geen van deze ervaren rotten heeft er serieus moeite mee. Daarna is het een kwestie van proberen de pakweg 25 meter verder gelegen ‘veilige’ overkant te bereiken. De ‘weg’ (lees route, maar het klinkt zo lekker subtiel buiten de werkelijkheid) daar naar toe is best wel breed, dus de teams mogen zelf bepalen hoe ze de overzijde willen bereiken. Welke route ze ook kiezen, links, rechts, ze ontkomen niet aan lieren, met ‘dank’ aan de dikke, vette en venijnig zuigende modder. Althans, de eerste en verreweg grootste helft van de deelnemers.
Boven: Team SWAD2 bestaat uit Huub Ockers en Klaas Oenema. Team SWAD zonder de twee hieronder zijn Sybolt Bruinsma en Tjarko Ockers, mannen die absoluut tot de top van de vaderlandse challenge behoren.
Verbetering? Met het vorderen van de proloog lijkt het er op dat de modder in die moddersectie zich gewonnen gaat geven. Heel voorzichtig, maar dan ook echt uiterst voorzichtig, lijkt het wat makkelijker te worden. En nee, het is geen gezichtsbedrog, want heel langzaam wordt het inderdaad een pietsje makkelijker. De liermomenten worden korter en dan ineens is daar de eerste bolide die rijdend, zonder de hulp van een lier, de drek achter zich weet te laten! Geheid kunnen ze rekenen op applaus van de omstanders.
Boven: Team G-Spotter en het zijn Harold van Doornen en Roy van Schouwen die deze prachtige actie aan hun Mercedes G weten af te dwingen. Onder en eveneens in een Mercedes G, Team G-Force, en dan hebben we het over Benny van den Hoogen en Dave Schepers.
Boven en onder: Wie dit team niet kent is onbekend met de Challengesport. We wachten inmiddels al een poosje met smart op het nieuwe strijdwapen (we hebben er al een glimp van laten zien) van Team Custom Offroad dat, zoals we weten, bestaat uit Ard van Meer en Yves Cieters. Ard is echter (te) druk om de laatste ‘finishing touch’ aan zijn toekomstige bolide af te ronden en dus strijden ze vooralsnog in hun bestaande Challenge wapen.
Boven: Team JM Offroad uit Denemarken in hun zeer fraaie Toyota LandCruiser. Een beest van een auto die Jacob Malskaer en Riekie Johansen onder hun billen hebben met in het vooronder een V8 motor uit een Lexus.
Boven en onder: Eric Plomp en Bindert Kloosterman van het Team ‘No Limit Racing’. Zij genieten de eer als één van de eerste teams middels een fantastische actie rijdend door de zware moddersectie te komen zonder gebruik te maken van hun lier. Voor een kort moment lijkt het er nog niet op, want halverwege is voortgang een ware martelgang. Maar de felgele Nissan Patrol worstelt zich grommend en klauwend centimeter voor centimeter door de dikke drek. Dan ineens gaat het wat sneller, genoeg om met een klein beetje vaart de walkant van de modderput te kunnen slechten. De echo van het applaus moet nog hoorbaar zijn hebben we het vermoeden…
Boven: Team Simonsen Offroad in Toyota LandCruiser LJ70, eveneens uit Denemarken en bestaande uit Ulrik Simonsen en Tommy Sandgaard. Onder: Mannen die we ook regelmatig in de vaderlandse challenge wedstrijden tegenkomen alsmede de Team Challenge van de LRCH: Jeroen en Thijs Kersten van Team Kersten.
Het echte staartje. Na die grote modderput is de ‘off-road marteling’ nog niet helemaal over. Een kort stukje parcours rond een groepje bomen voert de rijders naar een lage maar scherp gekante richel. Onder de streep is het een spekglad hellinkje waar vrijwel alle rijders het rechter voorwile hoog de lucht in gooien. We kunnen er van meepraten, want we glijden daar onhoudbaar op ons postzegeltje. Onzichtbaar voor het publiek maken de auto’s daarachter een U bocht om een tiental meters verder opnieuw de bult op te moeten om door de finish te raken. Mocht de moddersectie in de loop van de strijd wat minder zwaar worden; dit allerlaatste hellinkje doet precies het tegenovergestelde. Het modderige water dat de wielen van de eerste bolides meenemen maakt dat de helling snel gladder wordt. De laatste helft deelnemers lukt het alleen nog met brullende motor en dan nog pas na meerdere pogingen. De bolides glijden daarbij ongecontroleerd van links naar rechts en weer terug op de helling die hooguit een meter of vijf breed is. Maar bereik je eenmaal de top, dan wordt de tijd door Erwin Sonnemans gestopt en heb je deze ‘proloog marteling’ volbracht.
Boven: Team LRLW, dat niet anders kan zijn dan de afkorting van Land Rover Light Weight. Het is namelijk de bolide waarmee deze mannen uit de ‘provincie’ Duitsland, luisterend naar de namen Jan Druckhammer (R) en Alexsei Sjuravski, strijd leveren. Laat je niet misleiden door het woordje ‘Light Weight’ in de type aanduiding, want in het vooronder ligt een ‘zware jongen’ in de vorm van, zoals Jan met een brede grijns vertelt, “maar een 3,5 liter V8 van Rover”.
Boven: Waanzinnig fraai en doordacht opgebouwde Jeep Wrangler TJ. Die neemt het mechanische onderdeel voor zijn rekening van Team 4×4 OME. Het vleselijke, levende deel wordt ingevuld door de Duitsers Rainer Lohr en Tinus Broeker.
Boven: Team Eiszeit Z uit Duitsland. De namen van de mannen? Jan en Dirk Klingenberg…
Het onwillige Willys flatfendertje. We hebben helaas niet alle namen kunnen achterhalen. Deze mannen worden al snel na de veelbelovende start geplaagd door pech en vallen uit voordat ze aan de grote moddersectie toekomen. De volgende morgen verloopt het niet veel beter voor ze. Opnieuw een veelbelovende start, maar na amper honderd meter geeft de auto het opnieuw op. We zien ze daarna jammer genoeg niet meer terug.
Heerlijk op de eettafel van mama…
Wijselijk. Na afloop wordt het nodige gesleuteld aan veel bolides alvorens veel teams toch nog even richting de catering en bar vertrekken. Onder andere malse lappen vlees en sappige worstjes worden door kok Heiko Schernau van ORG-Nord (Off Road Gemeinschaft Nord, de beheerders van het terrein) en zijn ’trawanten’ op de BBQ gelegd en vinden gretig aftrek. Dat geldt nog meer voor de inhoud van de bar, want door al die ‘zware off-road inspanningen’ moet ‘de zaak’, zijnde de droge kelen, uiteraard wel ‘gesmeerd’ worden. Ondanks dat het reuze gezellig is maken de meeste teams het niet heel laat, want morgen is het vroeg dag en als de proloog een afspiegeling was van de komende wedstrijd, dan gaat het een zware, nee loodzware, wedstrijd worden hebben ze het vermoeden. Dat deze voortekenen inderdaad niet liegen zullen de teams de volgende dag ondervinden.
We laten nog wat foto’s van de teams op je los. We hebben ze allen genoemd dus hoef je (hopelijk) alleen maar te genieten van de beelden.
Boven en onder: Sybolt en Tjarko of Tjarko en Sybolt mag ook.
Als de laatste rijders starten op hun proloog begint de schemering al in te vallen.
Weggestopt in een hoek van een schuur, deze IFA.
Boven: Yep, een ’trosje’ leuke honden of is het in dit geval een ‘klontje’?
Live-muziek. Op zaterdag een negenkoppige ‘coverband’ die de sfeer er uitstekend weet in te brengen. Wat helpt is dat official Erwin Sonnemans deel uitmaakt van de groep.
Boven: Wat nu, maakt de organisatie gebruik van ‘hormoon magnetisme’? Onder: Een wel heel vrolijk deel van de ‘4×4 Het Noorden’ afvaardiging op zaterdagavond.
Tekst & fotografie: Martin Brink