Boven: Peuter de modder weg en je komt Joop Barten van Team Barten 4×4 tegen.
Goud in het mondje van de morgenstond? Ondergedompeld in een diepe, serene rust trekt een regenbui gedurende de nacht over het off-road kamp nabij Grevesmühlen. Als het kampement langzaam uit zijn coma ontwaakt is die regenbui al lang en breed achter de horizon verdwenen. Alleen het alom aanwezige natte gras en hier en daar een plasje water zijn de resterende bewijzen van diens nachtelijk passeren. Een uitstekend ontbijt met verse broodjes en hete koffie van de ORG-Nord is een aan te bevelen start van de dag, maar dan duurt het niet lang meer of de deelnemers staan te popelen om te starten. Weliswaar hebben ze een pittige proloog achter de rug en ligt deze nog vers in het geheugen, maar het was wel een proloog die de off-road smaakpapillen heeft doen ontwaken en op scherp heeft gezet. Een lekker ‘licht en smeuïg’ voorafje dat doet verlangen naar de modderige off-road hoofdmaaltijd en we verbeelden ons zelfs dat we hier en daar bij een deelnemer een beetje kwijl uit de mondhoeken zien druppelen. Of is het water dat ze uit de mond loopt….?
De spelregels. Keurig op tijd stellen de teams zich op het doorgaande pad in drie rijen op volgens hun prestaties tijdens de proloog, daarbij geholpen door de organisatie. Als de startvlag neerdaalt schieten de bolides onder luid gebrul naar voren. Zware motoren worden onder luid mechanisch protest hoog in de toeren gejaagd. De hele grond van ’terrein Roelofshagen’ trilt, beeft en siddert onder de voeten van de toeschouwers en opnieuw verbeelden we ons duimendik kippenvel te zien op de ruggen van de omstanders, daarbij uitgaande van ons eigen gevoel. De sensatie van de start komt al snel tot bedaren. Een dertig tot veertig meter voorbij de start gaan de deelnemers namelijk al ‘van het pad af’ en krijgen ze na nog eens dertig tot veertig meter de eerste uitdaging voor hun kiezen. Het is het enige moment dat de meest achterin startende deelnemers iets van een file voor zich zien. Daarna is het deelnemersveld snel zo ver uit elkaar getrokken dat node wachten nog maar sporadisch voorkomt. Als geschreven heeft de organisatie een parcours van circa 5-6 km uitgezet. Op dat parcours liggen tal van best pittige obstakels maar ook drie of vier héél pittige uitdagingen. Zou je die drie of vier héél pittige uitdagingen laten liggen, en dus alleen de minder zware uitdagingen aangaan, dan collecteer je vijf punten voor iedere gereden ronde. Denk niet dat het een snoeprondje is zonder die héél zware uitdagingen, want hé, het is wel off-road racen zoals offroad racen bedoeld is en dan kun je van alles tegenkomen. Onder meer een flink modderig vennetje ligt er op het ‘normale’ parcours, een diep langgerekt spoor en een paar gemeen steile hellingen. Maar ala, bij de drie of vier héél zware uitdagingen is een by-pass gecreëerd. Ga je toch ook voor die drie of vier héél zware uitdagingen, dan krijg je bij ieder daarvan extra punten, genoeg in ieder geval om serieus te overwegen die uitdagingen aan te gaan. Bij die heel zware uitdagingen houdt een official ‘de wacht’. Ga je die heel zware uitdaging aan en je volbrengt hem, dan ontvang je een stempeltje op je wedstrijdformulier. Ieder stempeltje is een X-aantal extra punten en wie eind van de wedstrijd de meeste punten heeft weten te verzamelen mag zich winnaar noemen.
Bliksemsnelle mannen. Op de voorgrond, net achter de motorkap van de Mercedes G, zie je een van de ‘snelste’ (het blijft natuurlijk een snelheidsrace) teams, Team CB Energy uit Duitsland. Zelf hebben we Christoph Becker en Daniël Ebel in hun (standaard) groene Suzuki Samurai alleen hier op de foto weten te zetten, want op een of andere manier weten ze de camera de hele wedstrijd te ontlopen of wij zijn gewoon te langzaam geweest natuurlijk. Alleen met de prijsuitreiking kunnen we hen nog vastleggen. Maar gelukkig hebben we ook nog ene Jolanda Gijsberts. Die heeft ze namelijk wel voor de camera gehad en, nog mooier, drukte ook nog eens op de knop van de camera! Daarom en met dank aan Jolanda Gijsberts, hieronder drie foto’s van Team CB Energy.
Team Jysk Offroad uit Denemarken gaat voor de punten en duikt de korte put in.
Boven: Ted Castelijns en Patrick de Beer (Team Castelijns) in hun Suzuki worden in de vijver op de hielen gezeten door Jan en Dirk Klingenberg (Team Eiszeit). Onder: Jermain van Esch en Sjef Jansen.
Onder: Team 4×4 OME met Rainer Lohr en Tinus Broeker. We noemden al hun schitterende Jeep TJ met onder meer afzonderlijk te bedienen achterremmen. Behoorden tot de absolute kanshebbers voor de titel, ware het niet dat op zondagmorgen de auto veracht begint te roken in combinatie met een voorlier die het opgeeft. Ze zijn genoodzaakt daarom op te geven.
Het scenario. Deze eerste wedstrijddag wordt van 10.00 tot 14.00 uur gereden, met de bedoeling zoveel mogelijk punten te collecteren. Daarna is er nog een pittige special welke gereden moet worden. Het waarom legt wedstrijdleider Eric Gijsberts kort en bondig uit, maar hij kan daarbij een grijns maar nauwelijks onderdrukken. Dan moet je oppassen weten we uit ervaring. “Anders zouden zij zich wel eens kunnen gaan vervelen” is zijn diplomatieke antwoord en dat zegt ons inderdaad voldoende. Maar wat zijn nu die héél zware uitdagingen zul je je afvragen. Eén daarvan is een verrot steile en spekgladde helling waarop, zeker bij aanvang van de wedstrijd, de lier aangesproken moet worden. Ben je eenmaal op de top aangekomen, dan volgt een schijnheilige draai naar rechts op een stuk beton met de afgebrokkelde vorm van een vierkante plaat, om daarna als slot van een gladde, neerwaartse helling af te dalen. Een tweede is het gat dat je onder meer op de foto hierboven en hieronder ziet. Je zakt vrij steil dat gat in. De lengte van het gat is maar nauwelijks langer dan de lengte van een auto terwijl het pakweg een meter diep is? We zijn slecht in ‘schatten’ maar staat je auto horizontaal, dan reikt het modderige water ongeveer tot de motorkap of er net iets boven. Maar akkoord, je wordt geholpen door de zwaartekracht en mocht je de afdaling te steil en het gat te diep vinden, dan staat er achter je een stevige houten vriend te groeien. Het gat uit vergt meer inspanning. Sowieso bestaat de bodem uit dikke, vette modder en sta je vrijwel onmiddellijk (tijdelijk) vast. De lier moet er onherroepelijk aan te pas komen, alleen de ellende wil dat er in de directe omgeving aan de voorzijde van het gat geen boom te bekennen valt. Hooguit een meter of vijftig verder staat een pluk groen dat poogt het tot volwassen boom te schoppen. Sterk genoeg om een auto aan te hangen, maar je vergeet dat de meeste lierkabels op de trommels een meter of dertig lang zijn. De organisatie heeft daar met vooruitziende blik rekening mee gehouden en een lang lint als ankerpunt aan de boompjes in spé gebonden. Niet ieder team heeft namelijk een grondanker aan boord en het gaat tenslotte om de uitdaging.
Boven: Team Autobedrijf Robbert Janssen met Robbert Janssen en Geert Martens. Onder: Benny van den Hoogen en Dave Schepers van Team G-Force.
De zware ‘sissy’ proef? Een derde zware uitdaging is een brede modderplas met steile wanden. Een simpele en doeltreffende omschrijving van een pittige modderplas die technisch gezien redelijk simpel is om doorheen te banjeren. Je weet vooraf dat je zeker de steile uitgang niet rijdend op zult komen en hoever je door de modderplas komt is maar de vraag, dus kun je je als team voorbereiden alvorens je de uitdaging aangaat. Je liertouw bijvoorbeeld uitrollen en als bijrijder naar de overzijde waden. Op de zaterdag wordt bovendien in de richting gereden waarbij aan de overzijde van de modderplas op vrij korte afstand twee restanten staan van ‘overleden’ bomen, ook wel stronken genoemd. De zondagmorgen, als de route grotendeels tegengesteld gereden moet worden, is het andere koek. Ook dan staan er bomen aan de overzijde, maar nu veel verder weg en moeten de rijders door het rottigste, diepste deel van de modderplas. Bovendien is de ‘uitgang’ op een stukje van de oever dat ter plekke bezaaid is met flinke rotsen en stenen. Slechts een enkeling zien we bij deze zware uitdaging voor de by-pass kiezen. Dat valt makkelijk te begrijpen. Ondanks dat de passage pittig is weten deze door de wol geverfde off-roaders de hindernis vrij vlot door te komen. Zij kijken er heel anders tegenaan, zo van: “Hé, hier kunnen we snel en makkelijk punten scoren”.
Het off-road ‘Walhalla’? De meest spraakmakende uitdaging die alle deelnemers (Standaard/Verbeterd en Proto) voor hun kiezen krijgen wordt door de organisatie ‘de vijver’ genoemd. Met evenveel recht mag je het een vennetje noemen wat ons betreft, maar de uitdaging blijft in ieder geval hetzelfde. Dat is een redelijk diepe én diepgelegen modderplas welke omgeven wordt door een hoge oever bedekt met bomen. Op een vijftal plaatsen past er een auto tussen die bomen en vier daarvan zijn in de route opgenomen, met een mogelijk vijfde als alternatief. Hemelsbreed ligt het vennetje een meter of tien van de eerste ‘heel zware’ uitdaging, maar om bij het ven te komen moeten de deelnemers eerst nog een parcourtje rond door een uithoek van het terrein. Het is een rondje met een paar bulten en gaten en waar in eerste instantie een moddergat met wat autobanden schrik aanjaagt bij de deelnemers. Het blijkt mee te vallen, want de lier hoeft daar niet consequent te worden aangesproken. Einde van dat rondje moet scherp naar rechts afgebogen worden tussen de bomen door over een hoge rug welke tevens de oever vormt van het ven. Pas na een meter of twintig moet scherp afgebogen worden naar links, steil en glibberig naar beneden de vijver in.
Twee keer boven: Jeffrey Kielstra, de helft van Team De Ruchhouwers. Voor de andere helft is Jurre Mulder verantwoordelijk.
Boven en onder: Huub Ockers en Klaas Oenema zijn het SWAD2 Team. Bescheiden mannen, maar ondertussen doen zij het uitstekend. Ondanks dat het een cliché is, al deze doorgewinterde teams doen het goed, noemen we het met opzet. Een beetje als uitdaging, want deze mannen zouden het ook uitstekend doen in de vaderlandse (Roan 4×4) competitie van de challenge.
Progressie. De doortocht door het vennetje zou je kunnen omschrijven als ‘een retourtje’. De Teams moeten door de vijver, de steile rechte oever op, een scherpe 180° draai om opnieuw in het ven te zakken voor een tweede doortocht, maar nu de andere kant op. Als laatste mogen ze de hoogste oever van het ven op. Bij die laatste beklimming kunnen de deelnemers kiezen uit twee routes. De keus wordt vooral bepaald door welke route op dat moment ‘open’ is, met andere woorden, waar geen bolide van een ander team staat, want dat je daar moet lieren is een vast gegeven. De eerste deelnemers kiezen bij die eerste doortocht vooral het midden van het ven, strak langs het lint van het uitgezette parcours. Maar oh wee, daar is de modder het meest vet en dik. Al gauw blijken de kansen aan de andere kant hoger te liggen en zien we sommige teams in één vloeiende actie tot aan de oever rijden. Naarmate de wedstrijd vordert wordt het heel langzaam makkelijker en zien we meer en meer rijders hun auto een stukje tegen de oever oprijden zodat ze maar kort hoeven te lieren. Einde van de dag en de zondagmorgen (slechts één doortocht, een enkeltje dus) lijkt het hek van de dam en weet het overgrote deel van de teams het kunstje de oever aan deze zijde van het ven rijdend op te komen! Tsja, inmiddels is er zoveel modder met de wielen mee het ven uitgekomen en op de oever belandt dat de bodem van de vijver betrekkelijk solide is geworden en daarmee een stuk makkelijker om te rijden.
Boven: Team JM Offroad. Onder aan dit verslag een leuke annekdote over hen. Onder: Jermain van Esch en de hier onzichtbare, maar gelukkig wel degelijke aanwezige, Sjef Jansen van Team General 4×4. Wat gebeurt er namelijk. Jermain krijgt het even heel benauwd tijdens de afdaling het ven in. Zijn jas blijft ongelukkig hangen achter een boom en dat terwijl zijn bolide de spekgladde helling afglijdt. Nog ongelukkiger komt zijn arm daarbij knel te zitten tussen de boom en zijn auto! Die weegt met alles er op en er aan ruim twee ton en doet de boom doorbuigen. Mag je zelf invullen wat dat met zijn arm doet die er tussen zit! Maar gelukkig is daar Sjef. Met veel tegenwoordigheid van geest weet hij beheerst, stap voor stap, razendsnel de achterlier in werking te zetten en de arm van Jermain te bevrijden! Respect voor de koelbloedigheid van Sjef, want het enige dat Jermain er nu aan overhoudt is een paar dagen een pijnlijk en dik ‘soort van Popeye armpje’. Oh ja, en een klein poosje wat moeilijker moeten sturen met maar één hand….
Boven: Jan en Dirk Klingenberg van het Duitse Eiszeit Team. Onder hun landgenoten Rainer Lohr en Tinus Broeker (4×4 OME).
Boven en onder: Prachtige actie van Robbert Janssen en Geert Martens die hier Team Jysk Offroad voorbij steken. De mannen doen het soepel en gladjes en zien we diverse keren in de voorste gelederen strijden. Totdat pech ze ten deel valt (dynamo) en ze later in de wedstrijd op moeten geven. Het overkomt vrijwel alle teams wel een keer dat ze moeten sleutelen en dan wordt het een kwestie van of het te reparen valt en of je eventueel het juiste onderdeel bij je hebt in geval een onderdeel kapot is. Bij de grote pechvogels zien we onder meer Team Custom Off-Road waarbij tijdens de proloog de dynamo’s het opgeven en de radiateur dicht komt te zitten met modder. Modder welke van Ard van Meer de dubieuze titel krijgt van ‘cement’ omdat het volgens hem verrekte moeilijk is om je radiateur schoon te krijgen van dat spul. Ze krijgen de boel wel weer goed, maar dan is de wedstrijd dermate ver gevorderd dat het nog weinig zin heeft om je in de strijd te werpen. Samen met Yves Cieter zoekt hij dan zelf wat off-road uitdagingen op het terrein om mogelijk ‘vastroesten’ van de off-road skills te voorkomen.
Boven en onder: Benny van den Hoogen en Dave Schepers, Team G-Force.
Boven: Team Simonsen Offroad, zijnde de Denen Ulrik Simonson en Tommy Sandgaard. Loodsen zich vrij onopvallend door de proeven.
Boven: Eric Plomp en Bindert Kloosterman op de top van de gemeen steile en spekgladde helling. Een helling met een totale lengte van naar schatting zo’n veertig meter en die steiler wordt naarmate je dichter bij de top komt. Aan het eind ga je richting ‘loodrecht’ denken. Omhoog wel te verstaan. Een tweetal pogingen gaan er aan vooraf, maar dan weten zij met een ‘sprongetje’ op de top van de bult te komen.
Boven: Fraaie sprong van het Duitse LRLW Team (Jan Druckhammer en Alexsei Sjuravski). Het kost ze een steekas (dachten we), maar de andere kant van de medaille is veel leuker. Wie weet zijn ze namelijk door deze fraaie sprong op hun tweede plaats in de Standaard/Verbeterd Klasse belandt.
Vier keer boven: Stel dat je deze meneer een washandje over zijn gezicht haalt, dan heb je wellicht kans dat Master of Mud Jeroen Kersten tevoorschijn komt. Hieronder Thijs, ook Kersten.
Boven en onder: Team Louwers, zijnde Bram Louwers en Joost Jackobs. Onder krijgen zij tussendoor een ‘spuitje’ van een hulpvaardige toeschouwer.
Boven en onder: Prachtige doorkomst van Joop Barten in de technische uitdaging.
Boven en onder: De enige deelnemer die bij voorbaat al uitgesloten is van de titel ‘Master of Mud’. Andersom is ze verzekerd van de titel ‘Meesteres of Mud’. Ze is namelijk de enige vrouwelijke deelneemster, maar wel een bikkel die menig Master of Mud het nakijken geeft: Aga van Esch. Omschrijving: tenger en taai!
Twee keer boven en onder: Team SWAD, Sybolt Bruinsma en Tjarko Ockers, kunnen zich meten met bijvoorbeeld Robbert Janssen en Geert Martens. Weinig ophef, weinig bombarie, maar hou ze in de gaten. Alles wat ze doen en aanpakken gebeurt soepel, gladjes en met respect voor de techniek, maar bovenal bloedjesnel. Dat ook zij wel eens een actie verkeerd inschatten laat de foto hieronder zien. Maar met veel tegenwoordigheid van geest hebben ze hun bolide in een oogwenk weer op de wielen waarbij de externe rolkooi schade voorkomt. Het onomstotelijke bewijs van hun prestaties is dat ze de Protoklasse op hun naam schrijven middels een respectabel aantal stempeltjes! Zij mogen zich dus de absolute Masters of Mud noemen deze eerste International Masters of Mud 2017 competitie.
Boven: Tjarko Ockers.
Boven: Benny van den Hoogen en Dave Schepers in hun gruwelijk mooie, jalouzie opwekkende Mercedes-G.
Boven: Eric Plomp en Bindert Kloosterman.
Boven: Team Laro 4×4, Erik Kappert en Mark Wijnholt.
Boven: Robbert Janssen.
Twee keer boven en idem onder: Team Castelijns met Ted Castelijns en Patrick de Beer. Een probleempje met de startmotor dreigt zaterdag roet in de off-road maaltijd te gooien maar levert een leuke foto op van duwende mannen achter de Suzuki.
Boven: Geen spatje stroom meer voor het G-Spotter team en dan is het einde oefening. Schrale troost: gelukkig gebeurt het pas later in de wedstrijd.
Boven: Official Erwin Sonnemans (laat hem maar ‘schuiven’…) voorziet Jermain en Sjef van een stempeltje.
Buitenaardse off-road skills? Zaterdag na twee uur in de middag krijgen de teams nog een Special voorgeschoteld. Eerst mild omhoog, vervolgens steil naar beneden tussen de bomen door. Dan weer mild omhoog en dan het laatste maar pittigste deel van de special. Eerst steil naar benden op een gladde helling welke onderaan gemarkeerd wordt door een serieus stuk groeiend hout. Overleef je dat, dan het allermoeilijkste deel, weer steil omhoog om als laatste middels een 180° draai iets minder steil naar beneden te racen. de overeenkomst is dat al die genoemde hellingen ook nog eens flink glad zijn. Het allermooiste staaltje zien we op deze Special van Team 4×4 OME (foto hierboven en hieronder). Die weten de allermoeilijkste steile helling omhoog rijdend omhoog te komen zonder gebruik te maken van hun lier. Geen van de overige teams weet dat staaltje off-road skills te evenaren.
Boven: Een bolide die je nog niet eerder voorbij hebt zien komen is deze Toyota. De inzittenden zijn Jacob Malskaer en Riekie Johansen uit Denemarken. Die streden gisteren toch in een rode Toyota LandCruiser met Lexus V8? Precies, in het staartje van ons verslag lees je meer over hen.
Boven: Altijd in voor een grap of grol en dat kan er dan maar één zijn. En ja hoor! Official Ton van Nuland is (te?) graag bereid Aga van Esch een handje te helpen als piloot Joop Barten het boomlint zo hoog mogelijk aan de boom bevestigd wil hebben….
Prachtige visuele tractatie. De mooiste plons van het weekend en heel kort voor het einde van de wedstrijd op zondagmorgen. Verantwoordelijken zijn Sybolt Bruinsma en Tjarko Ockers (Team SWAD) die met deze actie nog net een felbegeerd stempeltje weten binnen te slepen!
Boven en onder: Geert Martens en Robbert Janssen van het Team Autobedrijf Robbert Janssen.
Boven: Denk niet dat je van de ene uitdaging direct in de volgende valt. Tussen de uitdagingen kun je het gaspedaal flink intrappen. Onder: Serviceteam aan de slag bij Eric Plomp en Bindert Kloosterman.
Boven: De grote pechvogels in hun Willys flatfender zien we heel kort terug op zondagmorgen. Te kort om hun namen te pakken te krijgen…
Staartje. De zondagmorgen wordt de race hervat. Het parcours komt in grote lijnen overeen met dat van zaterdag, alleen is het nu tegengesteld. Op enkele plaatsen is het aangepast. De vijver telt nu nog maar één doorkomtst en al genoemd hebben we het technische gat dat juist wat moeilijker gemaakt is. Tot twaalf uur hebben de deelnemers de tijd nog zoveelmogelijk stempeltjes te vergaren; daarna is het over. De prijsuitreiking staat gepland op 14.00 uur zodat iedereen daarna de tijd heeft naar huis te rijden en wie weet, redelijk op tijd om nog van een poosje nachtrust te genieten alvorens de week ‘dwangarbeid’ weer aan de orde is. Getracht wordt zelfs om de prijsuitreiking iets naar voren te schuiven, maar van alle geplande tijdstippen dit weekend is dit de enige die niet lukt. Het wordt twintig minuten later dan de planning, maar om eerlijk te zijn horen we niemand daarover klagen. De enige ‘klacht’ die we van de deelnemers horen, als je tenminste van klacht mag spreken, is dat ze de organisatie meermalen vragen of de International Masters of Mud volgend jaar alsjeblieft weer gehouden gaat worden. En wie ons niet op ons woord gelooft: lees het laatste stukje van dit verslag maar. Ik gebruik het woordje ‘echt’ niet graag omdat het enorm vaak (volkomen waardeloos en onterecht) door politici wordt gebezigd, maar echt, we hebben van geen enkel team een onvertogen woord over de wedstrijd gehoord. Alleen maar positieve commentaren en als gezegd, meermalen de wens of er volgend jaar een vervolg komt op de International Masters of Mud. Met zijn allen duimen dus, want het evenement verdient het ook ons inziens te groeien en wat ons betreft naar wereld niveau.
Waterpomp. En dat in het zicht van het einde van een rondje. Even af laten koelen en dat laatste stukje alsnog naar de finish rijden. Scheelt toch weer vijf punten!
Boven: De winnaars in de Standaard/Verbeterd Klasse met respectievelijk op plaats 1, 2 en 3: Team De Ruchhouwers (NL), Team LRLW (D) en Team CB Energy (D).
Onder: De winnaars van de Proto Klasse met respectievelijk op plaats 1, 2 en 3: Team SWAD, Team Laro 4×4 en Team Barten 4×4, allen uit Nederland. In beide klassen worden de winnaars geflankeerd door organisatoren Erwin Siteur (links op de foto) en Eric Gijsberts rechts. Niet zichtbaar maar eveneens verantwoordelijk voor de organisatie is Frans van Esch. Op de foto hieronder zie je hem (naast Eric) nog net in zijn handen klappen.
Onvoorwaardelijke toppers! Team JM Offroad uit Denemarken (Jacob Malskaer en Riekie Johansen) op de foto hieronder krijgen een eervolle vermelding. Ze rijden in de rode Toyota LandCruiser met daarin de Lexus V8 motor en startnummer 21. Die begeeft het echter op de zaterdag. Zij laten wel heel duidelijk zien dat ze (overigens net als de overige deelnenemers, niemand uitgezonderd) genieten van de wedstrijd door ’s avonds dik 350 km. enkele reis naar Denemarken te rijden om de volgende morgen met een andere auto (ook een Toyota) aan de start te verschijnen!
Fotografie: Jolanda Gijsberts & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.