Maar ook daar wordt momenteel al aan ‘gesleuteld’. Gekeken wordt in de landen om ons heen of er ergens grotere en geschikte terreinen zijn die aan de door de organisatie gestelde eisen voldoen. Een International Masters of Mud die langer zal gaan duren is eveneens een stille wens van de organisatie. In plaats van drie dagen bijvoorbeeld vijf dagen. Maar ho, dat is allemaal toekomstmuziek en grotendeels gebaseerd op de enthousiaste verhalen van de deelnemers. Heus, die zijn echt niet uit onze fantasierijke duim gezogen, want je kunt het onder meer opmaken uit de deelnemerslijst. Maar liefst zeven teams uit Denemarken geven bijvoorbeeld akte de présence en dat waren er vorig jaar voor zover we ons kunnen herinneren één of twee. Met het concept van de International Masters of Mud zit het dus wel snor, echter laten we het eerst maar gaan hebben over deze tweede International Masters of Mud (IMM).
De aanloop naar de wedstrijd. Een aantal teams zijn al op donderdag gearriveerd in het Duitse Grevesmühlen alwaar, net als de eerste editie, de strijd plaats zal gaan vinden. Op je gemak het kamp opmaken, wie weet het strijdwapen nog even nakijken maar bovenal er nog even een gezellige avond aan vast plakken voordat je vrijdag stevig aan de bak moet in de proloog. Vrijdag zullen er ook nog een aantal teams aanrijden, maar een paar krijgen daar spijt van. Iets meer dan 25 teams hebben zich ingeschreven maar een enkel team komt niet opdagen maar ook zijn er een paar teams omgedraaid en weer huiswaarts gekeerd. Oorzaak zijn de vele wegwerkzaamheden aan de snelwegen en gevoegd bij het feit dat het vakantie is in Duitsland is het resultaat onder de streep werkelijk ellenlange files. Net als vorig jaar overigens herinneren we ons, toen vooral op de weg terug naar huis. Enfin, het heeft zijn weerslag op het aantal deelnemers want een paar teams zijn dusdanig moedeloos dat ze het af laten weten. Begrijpelijk, maar vervelend voor de organisatie als je als team je niet even afmeld. Een paar teams komen nog tijdens de proloog of net daarna. Die tijdens de proloog arriveren doen daar nog aan mee, maar de anderen kunnen in ieder geval de volgende dag met de echte wedstrijd wel meedoen. Negentien teams uit vier verschillende Europese ‘provincies’ (Denemarken, Duitsland, België en Nederland) staan er de zaterdagmorgen derhalve aan de start, waaronder één volledig vrouwelijk team, toepasselijk ‘Team Blond’ geheten! Toepasselijk omdat beide dames inderdaad, al dan niet kunstmatig, blond zijn.
Boven: Maar liefst zeven teams uit Denemarken en die slaan hun kamp op met een tent waar circus Renz jaloers op zou worden. Sympathieke mannen met een prachtig arsenaal aan serieus geprepareerde bolides.
Twee foto’s hieronder. Team Toymog uit Denemarken. In de prachtig ogende bolide vind je Bertil Høegh en een co-piloot met een onuitsprekelijke naam. De organisatie kan er tenminste geen wijs uit worden, mede door het ‘slang’ wat de mannen spreken. Met hun ‘Toymog’ rijden ze hun eerste wedstrijd. Ze bouwden eigenhandig een ultra kort chassis en plaatsten daar Unimog portaalassen onder. Aan de assen dikke 42 inch banden. Als voortstuwing maken ze gebruik van een 1.8 liter benzinemotor uit een Golf. De eerste testrit in Denemarken verloopt niet helemaal zoals de bedoeling is, want ze maken een koprol. Hier gaat het al beter maar de vraag rijst of de ‘balans’ wel goed is, met andere woorden, de mix van gebruikte componenten. Een ietwat ‘under powered’ motor moet enorme banden de rondte in slingeren. Daarnaast is de hoogte als gevolg van de portaalassen en grote banden in combinatie met de geringe lengte niet het meest ideaal voor maximum stabiliteit.
Technisch parcours. Deelnemers die donderdag aankomen worden ‘verslagen’ door de organisatie die al op woensdag zijn gearriveerd. Donderdag zijn ze al vroeg in de ochtend druk bezig met het uitzetten van het parcours. Ze weten niet alleen een prachtige route uit te zetten op het terrein, maar vooral een route waarbij het aankomt op de ’technische’ vaardigheden van de teamleden. Niet domweg gas geven met als hulpmiddel een baksteen op het gaspedaal en wel zien waar je uitkomt, maar de uitdagingen goed bekijken en overleggen hoe je deze het best te lijf kunt gaan met het mooiste en snelste resultaat en de kleinste kans op mogelijke schade (lees: de techniek van de auto het minst belast). Schade betekent immers een grote kans op uitvallen en wie kent niet het gezegde dat je om te winnen, eerst moet zien te finishen? Belangrijk onderdeel van die technische vaardigheden is ook het juist kunnen omgaan met de gereedschappen aan boord, zoals uiteraard de lier maar ook het grondanker en wat je verder nog als uitrusting aan boord hebt. Het gros van de deelnemers zijn echter ervaren off-roaders die het klappen van de off-road zweep tot in de puntjes beheersen. Na afloop weten de deelnemers, althans zij die vorig jaar eveneens van de partij waren, te vertellen dat deze tweede IMM een fractie zwaarder is geweest dan de eerste editie. Dat kan niet gelegen hebben aan het korte buitje regen dat in de nacht van vrijdag op zaterdag valt. Vorig jaar was er namelijk beduidend meer gevallen voorafgaand aan de wedstrijd.
Extra leuk spelelement. Als proloog heeft de organisatie iets unieks bedacht. Ze hebben er een soort van spel element aan toegevoegd. Normaal in de autosport moet je zo snel mogelijk een parcours zien af te leggen zodat je de beste startpositie mag innemen of als eerste mag starten. Met deze vorm van off-road snelheidssport, zijnde wat we plachten te omschrijven als challenge sport, komt het ook aan op pittige fysieke inspanningen. De co-piloot zit niet alleen in de auto om de rijder te vertellen wat de juiste route is, maar hij is vaak op meerdere manieren buiten de auto bezig om de auto door de hindernissen te helpen. Afhankelijk van het soort wedstrijd, het formaat van het terrein en vanzelfsprekend de te nemen hindernissen (lees: uitdagingen) is dat laatste in meer of mindere mate het geval. De proloog is daarom als volgt. Achter in het terrein ligt een groot grasveld waarin drie modderbakken en wat knippen te vinden zijn. De deelnemers starten daar met twee teams tegelijk. Al snel worden ze dan geconfronteerd met een versmalling in het parcours. Dat is dus oppassen geblazen dat je daar niet tegelijk doorheen wilt. Na de versmalling moeten ze een volledige ronde rijden. Op twee plekken in die ronde hebben ze de mogelijkheid de ‘concurrentie’ in te halen. De ronde eindigt bij de ‘grote vijver’, eveneens achter op het terrein. Dat is een flinke plas en gekscherend wordt deze ‘vijfer’ door een deelnemer een ‘zesser’ genoemd!
Boven: De niet heel grote Aga van Esch aan het touw naar de overkant zorgt voor hilariteit. Ze heeft het liertouw maar nauwelijks hoog aan de boom bevestigd en het snatchblock en soft shackle om het liertouw heen geslagen of het wordt razendsnel strak getrokken. Aga wordt daarbij zo ongeveer gelanceerd om vervolgens met een bloedgang naar de overkant te suizen. Een soort Bugatti Veyron aan een touwtje. Geen van de deelnemers haalt nadien nog die snelheid…
Onder: Ivo van Bree met zijn zoon Koen.
Pretproloog! Bij de vijver heeft de organisatie twee vakken uitgezet. De eerste van de twee deelnemers heeft de keus voor welk vak hij kiest. Zij mogen er hun auto parkeren (het andere team doet dat in het andere vak) en vervolgens hun lierkabel uitrollen. Die mogen zij naar de overkant van de vijver brengen. Hoe ze dat doen mogen zij zelf weten. Ze mogen met de kabel om de vijver heen lopen, maar ook met de kabel door de vijver naar de overkant. Eenmaal aan de overkant moeten ze de lierkabel zo hoog mogelijk in een houten off-road vriend (boom) bevestigen en daarna strak trekken. En dan komt het. Zowel de chauffeur als de bijrijder moeten met behulp van een snatchblock en een soft-shackle via de kabel terug bij hun auto zien te komen. Zijn beiden weer terug bij hun auto, dan moeten ze nog snel de kabel los maken, deze inlieren en hup, met zijn twee terug in de auto zitten. Het team dat de snelste tijd neerzet mag zaterdag als eerste van start gaan. Het wordt Team Reaper dat voor dit staaltje het minste aantal minuten nodig heeft (Patrick van Boxstaele/Remco Huijdink).
Boven: Team Muddog 4×4 2.0 (Brian de Jong en Lars van Bergen). Yep, je raadt het goed, dezelfde Brian de Jong die je ook nog wel eens tegenkomt als co-piloot naast John de Leur. Scoort hoge ogen als bijrijder maar is nu zelf achter het stuur gekropen en doet dat zeker niet verkeerd. De proloog gaat hem dan ook uitstekend af, maar dan krijgt Brian het nare bericht dat zijn zuster in het ziekenhuis is opgenomen. Daarnaast zijn zijn ouders op vakantie en is verder niemand bereikbaar. Zaterdagmorgen twijfelt Brian nog of hij zal starten. Maar, bedenkt hij, als hij in de wedstrijd zit en hij wordt alsnog opgeroepen, dan is dat dubbel zo lastig. Wijselijk besluit hij daarom naar huis te gaan om zijn zuster bij te staan. Een terechte en begrijpelijke beslissing, want je hebt maar één die zuster en van de IMM zullen er ongetwijfeld meer volgen.
Onder: Team Fleerbos Autosport met André en Jan Zandee en rijdend in een pracht van een Mercedes G.
Boven en onder: Links in de gele Jeep Wrangler de Denen Bent en Robin Dall, beter bekend onder hun teamnaam Jyskoffroad. In de groene Toyota kom je hun landgenoten Ulrik Simonsen en Tommy Sandgaard tegen (Team Simonsen).
Boven: Of het modderig was? Uhhh, volgens sommigen lag er wel een beetje van dat spul….
Onder: Links Team van Bree en dan hebben we het natuurlijk over Ivo van Bree als chauffeur. Naast hem is een ander verhaal deze keer, want Ivo krijgt assistentie van zoon Koen van Bree.
Onder: Links op de foto Team 4×4 Precision en dat heeft als bezetting Rob Henrion Verpooten en Christoffer Nielsen. Door de wol geverfde off-road mannen die we regelmatig off-the-road tegenkomen. Tussen de twee auto’s Arjaan van Someren, de meest trouwe official binnen de off-road sport. Rechts Jeroen en Thijs Kersten. No-nonsense mannen en hun teamnaam weerspiegelt dat: gewoon ‘Kersten 4×4’. Ook hen komen we meer dan eens tegen op pittige wedstrijden, waaronder de Roan 4×4 Challenges.
Gedachten kronkels uit het verleden. Zaterdagmorgen is het dan eindelijk zover. Die begint met om 09.30 een algemene briefing. De wat wel en niet is toegestaan, info over het parcours en het verloop van de wedstrijd. Klokslag 10.00 uur wordt er gestart, uiteraard in de volgorde die vrijdag tijdens de proloog werd bepaald. Gestart wordt met tussenpozen van één minuut. Het gebrul van de wegschietende bolides klinkt als muziek in de oren, maar het allermooist is het om ze te zien wegschieten, op weg naar de eerste uitdagingen die razendsnel na de start volgen. Gek genoeg is het eerste dat ons onwillekeurig te binnen schiet een gedachte uit onze jeugd, hoe iets, in dit geval zo’n off-road start, zou zijn als je blind of doof bent. Er wordt vaak beweerd door kenners en geleerden dat doof zijn erger is dan blindheid omdat je doof afgesloten bent van enig contact met je medemens. Dove mensen worden daardoor achterdochtig. We hebben er zo onze bedenkingen bij. Hou ons ten goede; we genieten intens van het oorstrelend gegrom van een pittige motor die zich door zware hindernissen worstelt, maar we moeten er niet aan denken de bijbehorende visuele beelden te moeten missen.
Boven: Nogmaals Team 4×4 Precision en onder Kersten 4×4.
Onder: In het midden houdt official Jan Pullens de boel nauwlettend in de gaten.
De uitdagingen gezien door de ogen van… Direct na de start volgt een haakse klim van zo’n twee-en-een-halve meter. Eenmaal boven volgt een langgerekte rug met aan weerszijden bomen. Die eindigt met een bijna even haakse afdaling, ongeveer van gelijke lengte als de klim. De eerste zuchten van opluchting krijgen de omstanders te horen, of zijn het zuchten van berusting? Voor hen liggen namelijk een viertal diepe moddersporen welke haaks overgestoken moeten worden. En iedere rechtgeaarde off-roader weet dat diepe moddersporen oversteken een gruwel zijn met als ‘fenomeen’ bijvoorbeeld de ‘Twisted Axles’. Maar deze mannen (en vrouwen die hun mannetje staan) deinzen voor dat soort obstakels nauwelijks terug en trakteren het publiek daardoor opnieuw op een visueel spektakel dat het genotscentrum in de hersens bijna op hol doet slaan. En er komt nog veel meer lekkers, want na die sporen volgt een modderbak. Een bescheiden exemplaar voor challenge deelnemers maar een die iedere ‘normale off-roader’ grijze haren zou bezorgen.
Boven: Team Kersten 4×4 (Jeroen en Thijs Kersten). Heerlijke mannen die we ‘helaas te weinig zien’ op wedstrijden. Daarmee doelen we op het feit dat de mannen soms een Challenge wedstrijd overslaan en liever zien we hen iedere wedstrijd…
Onder: ‘s-Avonds tijd voor wat ontspanning natuurlijk, want je doet aan deze sport tenslotte voor je plezier.
Het hoogtepunt? Die ‘bescheiden’ modderbak wordt door alle deelnemers volgens de regels der off-road kunst achter gelaten. Wat volgt is een lange en steile helling. Zodra de top bereikt wordt van deze enorm uit de kluiten gewassen bult, maar als berg bescheiden, moet haaks naar rechts gestuurd worden, de bult weer af via een soortgelijke helling als waar zojuist tegenop geklommen is. Beneden is het direct linksom en weer omhoog, de volgende ‘motherf…cker’ van een helling op. Dit is er een van het meest erge soort. Ter illustratie. De terreinbeheerders van ORG-Nord noemen deze helling ‘liefkozend’, maar met een nauwelijks verholen sadistische ondertoon, “die Mauer’, ofwel ‘de Muur’. In de berg verstopt zit namelijk een gemetselde muur en die is spek en spekglad. Toch moeten de teams de top zien te bereiken en dat maakt het opnieuw een genot om de teams hier bezig te zien. En eigenlijk, stiekem gezegd, komt dan het allermooiste. Hebben de teams die Mauer eenmaal verslagen, dan duiken ze rechtsom naar beneden om te worden geconfronteerd met de meest serieuze modderbak, ruwweg gelegen in het centrum van het terrein. Zo ongeveer moet de hel er uit zien voor off-roaders valt niet moeilijk te bedenken. Maar ho even. Er is daar een zogeheten by-pass. Je hoeft er niet doorheen en krijgt daar zelfs geen straf voor. Maar wat je wel mist is een stempel van de ter plekke eerste stempelpost. Je begrijpt het al? Yep, hoe meer stempels je weet te collecteren, hoe beter je eindscore wordt. De meeste teams laten zich derhalve niet kennen en worstelen zich er zo goed en zo kwaad als mogelijk doorheen. De bak met modder wordt Patrick en Remco (foto’s hieronder) bijna fataal. Eenmaal in de bak met modder staan ze tijdelijk vast en moeten ze derhalve hun lier aanspreken. Maar als ze deze aanspreken weigert het apparaat iedere dienst. Oorzaak is een schakelaartje van pakweg twee kwartjes dat is door gesmolten. Probeer dan maar eens het touw los te halen als dat strak om een boomstronk zit. Ze staan derhalve nog wel een poosje ‘met de handen in hun haar’, want de overige deelnemers zijn te druk doende punten te verzamelen voor op hun scorelijst. Ze krijgen uiteindelijk reddende hulp van Jermain van Esch/Sjef Jansen met assistentie van Frans van Esch die hulpvaardig het liertouw ‘doorknipt’.
Boven en onder: Team The Reaper, Patrick van Boxstaele en Remco Huijdink. Dit is bij Patrick nu een typisch voorbeeld van “voor de behandeling” op de foto boven en “na de behandeling’ op de foto hieronder… De mannen laten het op zondag noodgedwongen afweten. Patrick moet voor zijn werk namelijk met het vliegtuig mee die dag. Tekenend hoe na de sport hem aan het hart ligt is dat hij zo lang mogelijk in Grevesmühlen blijft…
Boven: Team Thomas Køreskole (school in het Deens) en dan hebben we te maken met Thomas Pedersen en Stefan Kristensen.
Boven: Hans Nonkes en Klaas Vlasma in hun HoT/Blitz. We hebben niet heel veel foto’s van dit duo, maar dat doet geenszins onder aan de prestatie die ze leveren. Op de laatste foto van dit verslag kun je dat het best zien…
Boven: Het Deense Team The Invader met achter het stuur Nicolai Wattez en co-piloot Kristion waarvan we de achternaam niet kennen.
Boven: The toughest ladies on the planet: Jorien Nelissen (links) en Aga van Esch.
Onder: Team LJ80 Power met Sjaak Vollebregt en Mike Romberg.
De finish in zicht? Met al dan niet dat begeerde stempeltje gaat het vervolgens via een aantal hellingen en ruggen richting de grote vijver. Opnieuw is daar een keuzepunt te vinden met inderdaad dus ook een stempelpunt. Kies je voor een by-pass, dan ontvang je ook hier geen stempel. Het is een kwestie van afwegen, want zonder die moeilijke passages kun je de rondes sneller en dus een groter aantal rijden. Na de vijver krijgen de teams nog diverse lastige en listige beklimmingen en afdalingen voor de wielen alvorens ze het eindpunt en de start voor een nieuwe ronde bereiken. Gemiddeld doen de teams zo’n 40 tot 60 minuten over een complete ronde. Tot 14.30 hebben ze de tijd om er zoveel mogelijk af te leggen. Niet alle teams redden het ongeschonden genoemd tijdstip te halen. De lokale graafmachine mag enkele keren te hulp schieten als een deelnemer serieus vastzit en zijn lier het opgeeft, maar ook de bejaarde IFA op het terrein mag een keer een Deense deelnemer richting de ‘service’ slepen, in principe een daarvoor ingerichte plek naast je kampement.
Boven: JM Offroad in hun prachtige Toyota BJ/FJ. Het juweel wordt bezet door Jacob Malskær en Rieckie Johansen uit Denemarken.
Onder: Team Monster 2.0 en dat zijn Patrick de Beer en Roy van Oorsouw.
Finish nog niet in zicht! Vanaf die 14.30 hebben de teams twee uur de tijd ter voorbereiding van twee ‘Special Stages’. Die Specials zijn twee lastige proeven die je kunt vergelijken met de proeven tijdens de Roan 4×4 Challenges. De regels zijn eender, evenals de tijd die je krijgt om zo’n proef af te leggen. Dat ze behoorlijk zwaar zijn moge duidelijk zijn en met name het Duitse team krabt zich daarbij eens goed achter de oren en mompelen (vertaald) “die secties zijn echt zwaar”! Vol goede moed wordt echter gestart met de eerste proef, een proef die bestaat uit een serie diepe moddergaten. Voor een (te) lang moment lijkt het er op dat een van de laatst gestarte Deense teams de strijd moet gaan staken. Aan het eind van de eerste Proef (of sectie zo je wilt), slaat de motor in een rijkelijk met water gevuld gat af. Wat ze ook proberen, het ding is niet meer aan de praat te krijgen. Toeschouwers wachten zijn noodzakelijke redding niet af en wandelen alvast naar het begin van de tweede sectie om maar geen seconde van het daar startende spektakel te hoeven missen. Niemand van hen heeft er nog vertrouwen in dat de Denen de motor nog gestart krijgen. Maar dan, plotseling, dringt het geluid van een draaiende motor tot hen door, vooraf gegaan door luide vreugdekreten van alle ‘Vikingen’. Ze hebben het toch weten te flikken.
Boven: Heb je net een nieuwe SUV gekocht….
Onder: Links (mede) initiatiefnemer en organisator Eric Gijsberts.
Tweede Special Stage. De tweede sectie start met een trail door het bos. Twee van de deelnemers hebben daar vanwege de hoogte van hun bolide wat moeite mee en dat is zichtbaar middels een langgerekte kale streep over de grond waar het gras verdwenen is. Toch redden ook zij het. Na het bos volgt nog een ‘heen en terugreis’ door een gat met waterige modder. Zonder lier is dat vrijwel onmogelijk. Toch probeert een van de Deense teams dat op de ’terugweg’. Barstensvol adrenaline en met nauwelijks tot geen zicht door zijn voorraam geeft hij een enorme straal gas om er doorheen te komen. En het lukt hem, echter heeft hij zoveel snelheid dat hij met een behoorlijke gang een zojuist overstekende boom ontmoet. Letsel doet zich niet voor, maar zou zijn lier de volgende dag daarom wellicht niet naar behoren functioneren? Uiteindelijk weten alle teams binnen te komen en dan is het tijd voor de BBQ en feest. Maar wacht eens even… Eerst moet er nog het nodige gesleuteld worden aan de bolides. Ze moeten immers klaar zijn voor de alles beslissende strijd op zondag…
Zondagmorgen en om 09.00 uur is daar de briefing. Hier en daar zijn de oogjes wat kleiner dan gisteren en tekent het begin van vermoeidheid zich af op de gezichten. Je zou bijna medelijden krijgen met de deelnemers, ware het niet dat de grote grijnzen op de ‘postzegeltjes’ van de deelnemers je daar van weerhouden. Wat de deelnemers niet weten is dat de heren uitzetters al om 06.15 naast hun bed stonden om vervolgens de route aan te gaan passen. Dat de route van gisteren andersom wordt gereden, wordt verteld tijdens de briefing, is geen heel grote verrassing voor de teams. Die komt echter al snel als ze om 09.30 starten en tot de ontdekking komen dat niet alleen andersom wordt gereden, maar ook dat grote delen van de route compleet anders zijn geworden! Dat geldt ook voor de uitdagingen, dus moet de knop in de grijze massa finaal om. Als verzachtende omstandigheid is er maar één stempelpunt vandaag en dat is gesitueerd bij de grote vijver.
Boven en onder: Jermain van Esch en Sjef Jansen (Team General Junior) in hun element.
Boven en onder: De Duitsers Marlo Geisler en Roger Wesenberg (Team LJ400). Als je het hebt over een wolf in schaapskleren zijn zij het schoolvoorbeeld. Die badge met Lexus die op de neus van hun Suzuki Samurai prijkt staat er namelijk niet voor de lol. Onder de bescheiden motorkap huist namelijk een V8 motor uit een Lexus! Het monstertje gaat dan ook als de spreekwoordelijke brandweer! De hele strijd van zaterdag weten de mannen in hun voordeel te beslechten. Met slechts één punt is het verschil nipt met de nummer twee, Jermain van Esch en Sjef Jansen (Team General Junior). Willen Jermain en Sjef derhalve winnen, dan zullen ze Marlo en Roger met twee punten moeten verslaan, anders eindigen ze Ex aequo (gelijk). Helaas ontmoeten ze op deze zondag de pechduivel.
Boven en een aantal keren onder: Nogmaals Team Thomas Køreskole met hun Lexusmotor in het vooronder.
Dreigend hartfalen? Slechts één punt voorsprong hebben ze, de Duitsers Marlo en Roger op hun concurrent Jermain en Sjef. En wat gebeurt er? Laten Jermain en Sjef nu de leiding nemen op zondag! Nu is de wedstrijd niet meer gewoon spannend, maar wurgend spannend. Hun voorsprong is ruim voldoende als Jermain en Sjef bij de grote waterbak arriveren. Behoedzaam sturen ze hun Jeep Wrangler de prut in. Enkele meters van de kant is het echter einde met de voortgang. Snel rolt Sjef het liertouw uit, waadt ‘op volle snelheid’ naar de oever aan de overkant en ‘knoopt’ het touw volgens de regels van de off-road kunst aan het boomlint. Het liertouw begint op te rollen, trekt zich strak en….. Dan gebeurt het! Met een misselijk makend geluid knapt het liertouw. En dat is niet de eerste keer! Berusting begint zich op de gezichten van Jermain en Sjef af te tekenen, want een paar ogenblikken later komen daar Marlo en Roger aan. Die laten hun bolide iets minder voorzichtig in de vijver zakken, want die zien Jermain en Sjef daar staan en ruiken nu de overwinning! En inderdaad ‘zwemmen’ ze Jermain en Sjef al snel voorbij. Hup, de oever op en al snel zijn ze uit het zicht verdwenen. Maar hebben we al niet verklapt dat ook zij de pechduivel ontmoeten? Een stuk verder klinkt de motor niet echt lekker meer tijdens een afdaling maar ook de Servo besturing maakt vreemde geluiden en doet het al snel niet meer. Ik, Dee, ervaar dat aan den lijve, want ik snel moet wegspringen om mijn vege lijf te kunnen redden! Beneden aan de helling valt dan ook nog eens de motor stil. En die krijgen ze vooralsnog niet meer aan de praat. Jermain en Sjef profiteren. Ze korten hun liertouw in en racen nog twee rondjes extra om zodoende hun overwinning veilig te stellen. Beetje wrang is dat een poosje later de deelnemers opgeschrikt worden door een luid uitgebulderd “SCHEISSE”! Marlo en Roger pogen met een sleepje de motor weer aan de gang te krijgen, maar helaas! De timing van de distributie blijkt versprongen en bovendien zit de krukas muurvast. Dat wordt thuis driftig sleutelen dus…
Boven: Een geintje tussendoor…
Boven: Nogmaals JM Offroad, omdat de auto zo mooi is.
Boven en onder: Team LJ80 Power nogmaals.
Boven: Team Fleerbos Autosport en onder: Team Monster 2.0.
Boven: Team Blond is het enige damesteam in de IMM. Jorien Nelissen achter het stuur en Aga van Esch als co-pilote. Beide dames zijn door de off-road wol geverfd weten insiders. Ze leveren strijd in de OMM bolide van Frans van Esch en genieten circa 200 procent van de wedstrijd.
Boven en onder: Ivo (en Koen) van Bree, even in de puree…
Boven: Niet iedere bezoeker is verslaafd aan off-road. Belangrijkste reden voor het plaatsen van deze foto is dat naast de dames een leuke hond te vinden is. En dan gaan we steevast bij Linda Zantingh van yourdoggy.nl te berde met de vraag met welk ‘merk’ we hier van doen hebben. Zij bevestigt ons vermoeden dat het hier om een Labrador gaat. Een bruine….
Boven: De IFA W50 ‘Kipper’ is goed voor de afsleep.
Boven en onder: Jermain en Sjef waarbij ze op de foto hieronder in felle strijd zijn gewikkeld met de Duitsers Marlo en Roger. Ze worden, letterlijk en figuurlijk, door hen op de hielen gezeten.
Boven en onder: Het moment vastgelegd dat Marlo en Roger Jermain en Sjef voorbij steken.
Boven: Hans Nonkes en Klaas Vlasma in hun HoT/Blitz.
Super Pechvogels. Eén team heb je niet voorbij zien komen op de foto’s. Het is Team ELSPIL.DK met in een Suzuki Jimny Per Lorensen en Frank Larsen. Hun auto weigert al voor de start van de proloog dienst als gevolg van een defecte brandstofpomp. Ze worden nog naar de start gesleept maar ze krijgen de auto niet aan de gang. De enige troost die we hen kunnen bieden is dat we met hen meeleven…
Het slot. Na afloop is daar de prijsuitreiking. Lang niet iedereen wacht die af, want naar huis is nog een lange weg te gaan. We noemen uitsluitend de drie podiumplaatsen. De derde plaats is een Ex aequo die wordt ingenomen door vaderlanders Hans Nonkes en Klaas Vlasma (HoT/Blitz) en de Denen Thomas Pederson en Stefan Kristiensen (Toyota LandCruiser 73). De tweede plaats is leeg omdat onze Duitse vrienden Marlo Geisler en Roger Wesenberg al naar huis zijn met hun strijdwapen, de Suzuki Samurai ‘Lexus’. De eerste plaats is dan weggelegd voor Jermain van Esch en Sjef Jansen in hun Jeep Wrangler. We kijken momenteel al uit naar de derde IMM, ook al zal daar pakweg een jaartje over heen gaan. Hebben we altijd last van, het op voorhand verheugen op fenomenaal off-road. Benieuwd ook wat de organisatie van plan is of in petto heeft. Wordt graag vervolgd dus...
Tekst: Eric Gijsberts + Tekst & fotografie: Alex & Dee, aber ohne Alex!