Het is buiten nog donker als we de TomTom, al drukkend op ‘zijn gevoelige huidje’, het laatste weekend van januari de opdracht geven ons naar Weeze te dirigeren. Off-roaders weten dan dat de exacte locatie van onze bestemming een terrein is dat naast het vliegveld in Weeze is gelegen. Maar in de titel heb je het toch over Laarbruch zien we je denken? Dat klopt beste lezer. Eigenlijk is die naam Weeze namelijk niet helemaal het oord waar deze Jeep Academy, het regelmatig terugkerende offroad evenement van de JCN, gehouden zal gaan worden. Laarbruch is eigenlijk de veel juistere benaming voor deze locatie.
Boven: Voorzitter Frank Eijk heet de Jeepers welkom en legt voor de nieuwelingen nog wat ‘spelregels’ uit. “Hebben jullie nog vragen? Geen vragen? Dan wens ik jullie veel plezier vandaag”!
Energie-positief! De in de Tweede Wereldoorlog aangelegde startbaan met de daar bijhorende faciliteiten, ter ondersteuning van de geallieerde troepen, werd in 1954 operationeel als basis voor de Duitse luchtmacht. Die functie bekleedt hij jarenlang voor de squadrons van de RAFG (Royal Air Force Germany) tijdens de zogeheten ‘Koude Oorlog’. Zij vormden min of meer een ‘gewapende waarschuwing’ tegen de toenmalige dreiging van een Wereldoorlog III door het Warschau pact, althans als we de toenmalige berichtgeving van ons eigen ‘vrije westen’ zouden moeten geloven. In 2002 wordt het vliegveld verkocht aan Nederlandse investeerders en gaat het in 2003 open onder de naam ‘Weeze Airport’, tevens de thuisbasis voor een prijsvechter in de luchtvaartwereld. Tussen de start- en landingsbaan en de oude basis in wordt anno 2012 een veld met zonnepanelen aangelegd ter waarde van 25 miljoen euro! Momenteel voorziet dit veld met haar zonnepanelen niet alleen zo’n 3.300 huishoudens van elektrische energie, maar ook het gehele vliegveld van haar elektrische behoeftes! Daarmee is het vliegveld zo te zeggen energie onafhankelijk. Het totale oppervlak van deze zonnepanelen beslaat een oppervlak met het equivalent van 52 voetbalvelden.
Boven: Een ‘wild plasser’?
Vroege Jeep-vogels. Enfin, even genoeg over de bijzonderheden van de locatie. De tent van de Jeep Club Nederland is opgesteld naast de voormalige bunkers van het vroegere RAFG. Blijkbaar hebben de leden erg veel zin in dit eerste evenement van 2019, want zo rond 09.15 uur is er al een flink aantal van hen aanwezig. In en om de tent staan de Jeepers zichtbaar te genieten van een lekkere beker koffie en maken ze een praatje met hun mede Jeepers. Rond de klok van tien worden de ruim zestig rijders ingedeeld bij de aanwezige marshals en zien we hen weinig later groepsgewijs vertrekken richting het achterliggende terrein.
Favoriete uitdaging? De marshals, stuk voor stuk offroaders met een flinke dosis off-road ervaring, begeleiden Jeepers die met weinig of geen ‘off-road kunde’ de eerste schreden zetten op en in het onverharde terrein. Her en der zien we groepjes de diverse, door de JCN uitgezette ‘hindernissen’ nemen, of beter gezegd, uitdagingen te lijf gaan. De meer ervaren Jeepers rijden, los van marshals, hun eigen Academy dag. Een van de favoriete uitdagingen is de helling direct rechts op het terrein. Een diep soort van kom in het terrein, met aan het einde een gemene drempel, wordt gevolgd door een diep gat met steile wand. De combinatie doet menig Jeep even een beentje lichten. De minder fortuinlijke rijders roepen de hulp van een lintje of de lier in, om het ’tijdelijk vastzitten’ tot een minimum te beperken.
Boven: De lokale handbalvereniging of….?
Met voorsprong de grootste favoriet? De allergrootste uitdaging is keer op keer de hoge heuvel in het midden van het terrein. Laten we zeggen de ‘Vanessa van Laarbruch’. In de loop der jaren, gecombineerd met het veelvuldig bezoek van diverse clubs en stichtingen, zijn de op en afgaande paden van deze heuvel schier onbegaanbaar geworden. Diverse pogingen de heuvel op te komen stranden bij de meeste deelnemers halverwege, alwaar een diepe kuil er voor zorgt dat het linker voorwiel en het rechter achterwiel doelloos in de frisse boslucht hun eigen ongeremde rondjes draaien. Ook hier bieden sleeplint en lierinzet wederom uitkomst. Eenmaal boven bevindt zich in het midden een ogenschijnlijk ongevaarlijke plas, in de vroege ochtend nog bedekt met een mooi laagje vers ijs. Onder dat ijs schuilt een voor het oog onzichtbare hindernis. Het zijn diepe sporen, zijnde de erfenis van jarenlang heftige wielspin van de diverse terreinauto’s die onze Jeepers zijn voorgegaan. Het eerste slachtoffer van deze kuil is een man met een gele Jeep Wrangler TJ. Na enige pogingen de kuil uit te komen neemt zijn bolide de door ons persoonlijk verzonnen ‘chassis buikligging’ aan. Dat resulteert voor de verandering niet in het hulpeloos en griploos draaien van twee wielen zoals eerder beschreven, maar van vier wielen. Het zorgt weliswaar voor een enorme waterverplaatsing maar het eindresultaat is eender; voortgang is er absoluut niet.
Hulptroepen. Wat doe je in zo’n geval? Optie 1, de lier te hulp roepen! Prachtig stukje techniek…. als die werkt! Oeps… Valt optie 1 af, dan wenden we ons tot optie 2, een collega Jeeper vragen of hij (of zij!) zo aardig wil zijn met een werkende lier je uit de penarie te helpen. Met behulp van een snatchblok en veel inspanning komt het voertuig tenslotte tergend langzaam de kuil uit.
Boven: Even een beetje ‘rockcrawlen’…
De inwendige mens. Van al dat geploeter krijgt een mens beslist honger en al snel verzamelt een hongerende meute zich om de aanwezige snackwagen in een poging middels een warme lunch het knorrende gevoel in de maag tot zwijgen te brengen. Zoals we al vaker hebben opgemerkt lijkt het wel of de warme snacks een stofje in de mens wakker maken waardoor ‘remmingen’ wegvallen. De aanvankelijk rustige Jeepers veranderen daardoor als een blad aan de boom in regelrechte ‘waaghalzen’. Na de ‘voedertijd’ wordt het in het veld dan ook geheid een stukje spannender.
Boven: Een leuke hond met een schutkleur. Het is de viervoeter van Kristine en Bart (of is het, afhankelijk van wie de hond is, Bart en Kristine?) en uiteraard klampen we daar Linda Zantingh van yourdoggy.nl voor aan. Als Linda na enkele uurtjes zoeken de hond gevonden heeft denkt ze dat het een Teckel ruwhaar is die Eric Kleijngeld heeft vastgelegd.
Boven: Marshal Stephen Troost.
Boven en onder: Bas Sleijster.
Verkennen! Naast een van de langgerekte toegangspaden lonkt al de gehele dag een ogenschijnlijk diepe waterplas. Een oosterbuur vertrouwt het niet en gaat iets doen wat wij o zo graag zien, namelijk de boel eerst ‘verkennen’. In dit geval is het peilen hoe diep de plas is! Zijn grondige inspectie levert hem een positief beeld van wat zich daar onder het zacht glinsterend oppervlak schuil houdt. Voorzichtig manoeuvreert hij zijn Jeep de plas in en rijdt er vervolgens zonder een centje pijn doorheen. Aangemoedigd door zijn succes volgen meerdere auto’s zijn voorbeeld. Niet veel later zien we echter een ons onbekend tafereel. Oosterbuur één stapt met een stok het water in, om al prikkend in de bodem opnieuw de boel te verkennen. Weldra volgt oosterbuur twee met een korter stokje. Al prikkend en diep voorover gebukt speuren zij de bodem af van de plas. Diep bukken met laarzen aan resulteert er in dat beide heren het evenwicht verliezen en al verder kruipend naar iets op zoek zijn. Het voorwerp waar ze naar op zoek zijn blijkt een kentekenplaat te zijn. Of de plaat gevonden is? We durven het niet te zeggen want we hebben niet gewacht tot de mannen de plas uit zijn gekomen. Ongetwijfeld krijgen we dat wel te horen bij een volgend bezoek aan de JCN.
Boven: Vandaag geen groen bordje met aanwijspijl en dat betekent dat er geen 2WD Jeeps meerijden.
Boven: Een van de twee auto’s vandaag waar af fabriek geen Jeep op staat. Dit is de Mercedes G van Alex. De ander is de Opel Frontera van uw verslaggever.
Boven: Jeeper Leon (uit privacy overwegingen vermelden we niet zijn echte naam) is zojuist weer vrijgelaten maar vermoedelijk zullen ze hem wel gauw weer te pakken hebben zodat hij de rest van zijn straf kan uitzitten. Welingelichte bronnen weten te vertellen dat de lengte van zijn strafblad voltooien twee ballpoint vullingen heeft gekost…. (LOL).
Boven: Kristine en Bart.
Boven: Nee, niet op zoek naar hun ‘kluts’, maar naar de nummerplaat van een Jeep.
Boven: Voedertijd!
Geschiedenisles. Het is Willys die de naam Jeep in juni van 1950 officieel geregistreerd krijgt. Zowel de Jeep hier boven van Joost en de Jeep hieronder van Richard zijn dus afstammelingen van de Willys uit de oorlog (officieel nog geen ‘jeep’ en daarom nog met kleine letter geschreven). Beide ‘Willys Jeeps’ zien we hier in een ‘wolk van stoom’. Onmiddellijk denken we dan aan de vooruitziende blik van Walt Disney, want die maakte al in 1928 de tekenfilm ‘Steamboot Willie’! Steamboot Willie was een van de eerste tekenfilms waarvan het geluid synchroon loopt met het beeld. Velen denken ook dat Steamboot Willie de eerste kennismaking is met Mickey Mouse, wellicht het meest beroemde figuurtje in de tekenfilms van Walt Disney. Dat klopt echter niet, want we zien Mickey, samen met Minnie Mouse, voorheen al verschijnen in twee eerdere tekenfilms uit 1928 (Plane Crazy en The Gallopin’ Gaucho). Tegenwoordig is Mickey min of meer het symbool van Disney, net als dat de Jeep het symbool geworden is voor vrijheid.
Boven en onder: Gepromoveerd die-hard Jeeper Richard van Helvoort geeft even later in dezelfde plas een demo hoe je ook via de dwarsweg deze hindernis de baas kunt. Gezien de heftige wielspin en de imposante stoomontwikkeling niet een heel erg gemakkelijke onderneming.
Boven: Als we ons niet vergissen Wim van Hezik.
Boven: Kenneth van Huët, maar het is ons een raadsel wat hij tussen de middag gegeten heeft….
Boven: Ik werk bij Kamera Express en ik fotografeer met….. (Joost Fokken).
‘IJzeren spelbrekers’… Rond drie uur ’s middags hebben de eerste Jeepers voldoende off-road vitamines opgeslorpt en vertrekken richting huis. Of dat voor de mannen met de lekkende radiateur in hun Cherokee allemaal goed is gegaan durven we niet te zeggen. Ze hebben best wel een stukje rijden naar België voor de boeg en dan lekt een radiateur altijd harder dan je denkt. De laatste Jeepers vertrekken pas richting moeders pappot na de klok van vier. Sorry, de laatste Jeepers + één Mercedes G rijder en één Frontera rijder…
Fotografie: Eric Kleijngeld & Jan Houtkoop. Tekst: Jan Houtkoop.