King of Kragle (Deel 2)

Organiseren is een leerproces, net als dat proberen te verbeteren een eeuwigdurend streven is. Ondanks dat de deelnemers geen enkele klacht van betekenis lieten horen tijdens de eerste King of Kragle heeft de organisatie toch wat veranderingen doorgevoerd in de opzet van de wedstrijd. Veranderingen die inderdaad tot een verbetering hebben geleid, met name de doorstroming tijdens de wedstrijd. De eerste twee dagen liggen er acht proeven op de deelnemers te wachten, plus een negende die alleen op de tweede dag gereden kan worden. Stuk voor stuk zijn de proeven langer dan vorig jaar. Een proef kan bestaan uit verschillende secties. Om dat wat te kunnen verduidelijken helpt enige topografische kennis van het gebied. Het terrein waar het SVL Support van Steven van Lier (Offroad Poland mag je ook zeggen) de beschikking over heeft is 1.000 ha groot. Het is heuvelachtig en ongeveer veertig procent is bedekt met weelderige bossen welke afgewisseld worden door circa zestig procent golvende graslanden. Het is tamelijk logisch dat juist in de dalen tussen de heuvels veruit de meeste geulen en stroompjes te vinden zijn. Regenwater stroomt nu eenmaal niet tegen heuvels op. Relatief meer water en dat verklaart tevens een uitbundiger vegetatie, zijnde bomen, struikgewas en meer van dat groene spul. Bovendien zorgt die hogere vochtigheid ook voor meer modder. Niet heel vreemd dus dat de organisatie de proeven juist op dat soort plekken heeft uitgezet.   

Boven: De dagelijkse briefing met rechts Mark Geljon, deze tweede editie min of meer de wedstrijdleider van de King of Kragle.

Significante verbetering. Vorig jaar kregen de deelnemers coördinaten opgegeven die ze naar de start van een proef bracht. Gestart vanuit het kamp werd ook de tijd genoteerd die ze nodig hadden om op de startplek te komen. De tijd die ze vervolgens over de proef deden werd apart gemeten, doodgewoon omdat ze nog wel eens moesten wachten op een deelnemer die nog in de proef zat. Bij elkaar opgeteld vergde dat enorm veel rekenwerk voor de organisatie. Dit jaar heeft de organisatie dat een stuk flexibeler aangepakt. De tijd die ze nodig hebben om de proef te vinden en naar toe te rijden wordt niet meer geteld. Alle proeven hebben nu een letter gekregen. Heeft een team een proef gereden, dan rijden ze terug naar het kamp waar een rij paaltjes staan met letters die corresponderen met de proeven. Ze zetten hun auto neer bij een letter van een proef die ze nog moeten rijden. De wedstrijdleiding, die in verbinding staat met de Marshals op de proeven, kijkt of er op dat moment teams in die proef bezig zijn en/of er wellicht al teams staan te wachten bij die proef. Is dat het geval, dan kan door het betreffende team gekozen worden voor een andere proef. Of het team vraagt aan de wedstrijdleiding welke proef op dat moment ‘leeg’ is. Mede door deze opzet wordt het voor teams ook makkelijker om, nadat ze een proef gereden hebben, een korte pauze te nemen of, en dat komt natuurlijk veel meer voor, kunnen ze een probleem dan wel pech met hun bolide wellicht oplossen. Daar wordt dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. Eerlijk is eerlijk, het blijkt al snel een goede verbetering aangaande de doorstroming.

Onder: Kort voor de start. Links van de start- of finishboog en rechts van de Polaris SSV van het Engelse team staat een bord met de letter C welke correspondeert met een proef met de letter C. Andere letters worden aan het oog onttrokken door de bolides van de deelnemers.

Off-road multitasken. Als gezegd zijn de proeven langer in vergelijk met vorig jaar. Ze vergen ook meer technisch 4×4 rijden is onze indruk. Trajecten die heen en weer slingeren in de geulen tussen de dalen. Omhoog, en weer naar beneden en hup, opnieuw omhoog maar nu op de tegenover liggende helling. Dat vergt het nodige lierwerk, ook zijwaarts (denk aan de toplier). Modder en dode stammen van bomen liggen daarbij nog wel eens ‘in de weg’. De deelnemers hebben twee dagen de tijd voor die negen proeven en de meeste deelnemers hebben die tijd hard nodig. Niet direct voor het veroveren van de proeven, maar inclusief het nodige sleutelwerk. Want ook dat is part of the game, wanneer je de techniek zo zwaar belast als tijdens deze uitdagende King of Kragle. Er sneuvelt de nodige techniek. Het overkomt vrijwel alle teams wel een keer dat een stukje van de techniek het ergens opgeeft. Maar vergis je niet, toch is ook dat een wezenlijk onderdeel van dit soort zware Challenge wedstrijden. Niet alleen komt het aan op uitstekend rijden, een buitenaards goede co-piloot, onderling vertrouwen en improvisatietalent, maar ook op het kunnen repareren van techniek, inclusief de al dan niet doordachte techniek die direct in relatie staat met het fenomeen 4×4. De derde dag is weggelegd voor de proef die vorig jaar ‘Wed Wednesday’ werd genoemd. Die wordt voorafgegaan door een Night Stage en als laatste volgt er dan nog een Circuit Race. Dan krijgen de auto’s en de teams rust, want de aansluitende prijsuitreiking en het overwinningsfeest zien we als ‘ontspanning’.

Boven: Opnieuw aanwezig, het Medische Team. Je hoopt op voorhand dat die mannen werkeloos blijven en op een pijnstillertje na is dat ook zo gebleven deze King of Kragle.

Sub-B, de Belgische delegatie.

Negatief en positief. De off-road skills van de Belgische teams Vicious Racing Team (Kenzo Deraeve en Brent Bombeke in de felgele Defender) en Alanius (Alain en Serge Cavrois in de rechts gestuurde Defender) staan buiten kijf. Blijft over de techniek en het Vicious Racing Team krijgt daarbij de meeste pech om haar oren. Niet de band die er op een van de proeven af vliegt, want dat kost maar weinig tijd. Nee, halverwege de wedstrijd vervangen ze in de avond de tuimelaars in de motor. Het heeft er zeer weinig mee te maken, maar de volgende dag worden ze geconfronteerd met een oliepomp die geen druk meer levert. Dat is desastreus en de oorzaak dat ze de wedstrijd op moeten geven. Bij deze pech valt de misère waarmee team Alanius geconfronteerd wordt in het niet. Die hebben een keer last van een afgebroken schokdemper en een klein ruitje op de hoek van hun cabine dat ze verliezen. Zij weten de wedstrijd derhalve wel met succes uit te rijden.

Boven: Serge Cavrois, co-piloot in het team Alanius.

Boven: Alain Cavrois van team Alanius.

Boven en onder: Brent Bombeke, co-piloot in het Vicious Racing Team. Boven in de ‘relax modus voor de foto’; onder in de dubbele relax ‘zwemmodus’… Althans, dat vermoeden we bij het zien van zijn schaterend lachen.

Off-road magie? Een van de proeven die de eerste twee dagen gereden moet worden herbergt een passage door een vennetje dat we herkennen van vorig jaar. Toen al was het vennetje niet groot, maar dit jaar is het nog een stuk kleiner. De reden is simpel; er staat gewoon minder water in. Aan de bomen rondom het ven is te zien waar het water eerder gestaan heeft en dat stemt overeen met onze herinneringen en de foto’s van een jaar eerder. Een voorzichtige schatting is dat het water zo’n driekwart meter lager staat. Gek genoeg lijkt het vennetje wel dieper te zijn dan vorig jaar. Daar waar het water toen net iets hoger dan de wielen reikte, zien we dat het dit jaar tot bijna de motorkap reikt! Weliswaar slechts een kleine vijf tot tien centimeter dieper, maar opvallend omdat er duidelijk minder water in het vennetje staat.

Boven en onder: Kenzo Deraeve in opperbeste stemming. Niet veel later geeft de oliepomp er de brui aan.

Boven en onder: Op de foto boven zie je het liertouw van het Vicious Racing Team nog strak gespannen staan, maar slechts een fractie van een seconde later knapt het kun je zien op de foto hieronder.

Onder: Het team Alanius wordt gepasseerd door team Muttley Off Road (Willem Vellinga en Eric Plomp).

De pittigste. De dag welke vorig jaar halverwege de wedstrijd ‘Wet Wednesday’ werd genoemd, met voorsprong de meest zware dag van de eerste King of Kragle, wordt nu anders genoemd. Hoe precies is nog niet helemaal zeker. Sponsor John de Leur van Applitech heeft ondertussen een forse, geldelijke beloning uitgeloofd aan het team dat het snelst deze proef achter zich weet te laten. Dat rechtvaardigt de naamswijziging voor de volle honderd procent ons inzien. In de loop van dit verslag zullen we verklappen wie die prijs in de wacht heeft gesleept. Vooralsnog buigen we ons over de naam van deze proef, maar de Applitech Challenge is een goede kanshebber. Die houden we daarom voorlopig aan.

Sub-D’. De teamnaam welke John Jongeneel en Bart Doeswijk aanhouden is een beetje duister. We horen eerst de naam Red Devil vallen en die houden we dan ook maar aan. Krijgen we de inschrijving onder ogen, dan zien we de naam Domestic Pirates achter hun namen staan. Enfin, ‘what’s in a name’ oreerde Shakespeare op papier in zijn Romeo and Juliet terecht, want een naam doet er niet toe. Prestaties wel en dat geldt ook voor deze mannen. De auto hebben ze nog niet lang schreven we al, maar gezien hun prestaties zou je dat niet zeggen. Ze doen het behoorlijk goed en bewust blijven we daarbij aan de bescheiden kant. Heel veel problemen ondervinden ze niet tijdens de wedstrijd. We krijgen een keer te horen dat de diesel brandstof wat sneller door de leidingen richting de motor verdwijnt dan waarop de mannen rekenden, maar het daarop volgende tekort in de brandstoftank overkomt je maar één keer. Een scheurtje in een olieslang is ook een probleem dat ons ter oren komt maar te overzien valt en dan hebben we het zo ongeveer gehad. 

Boven en onder: Een stoïcijns kijkende John Jongeneel stuurt zijn bolide strak richting de in de verte opdoemende oever.

Slimme ‘overtocht’. De leukste herinnering die de mannen op het geheugen van uw scribent achterlaten is tijdens het doorwaden van het eerste meertje in de Applitech Challenge. Het eerste deel moeten de mannen nog een keer hun lier aanspreken, maar dan krijgt chauffeur John de smaak goed te pakken en ‘koerst’ hij zonder een moment te haperen naar de tegenover liggende oever. Daarbij passeert hij al snel Bart (alias Sjoerd Witbak, maar alleen voor echte vrienden) die zich geen moment bedenkt en zich vastgrijpt aan de achterzijde van de auto. In plaats van moeilijk door het meertje met zijn modderige bodem waden laat hij zich door de bolide meeslepen. Het ziet er uit alsof er een soort levend roer achter de auto hangt.

Sub-F. Team Flieroffroad zijn Robin Flier en Jesse Burgmeijer. Of ze die teamnaam blijven handhaven vragen we ons af. Niet heel lang voor de wedstrijd begint schrijven zij zich in en dan komt alles in een stroomversnelling. De auto tip-top in orde maken, reserve onderdelen samenstellen, vervoer en uitrusting optimaliseren, vrij zien te krijgen bij je werkgever zijn een paar zaken die je snel moet regelen. Dat het kiezen van een teamnaam dan even op een laag pitje komt te staan is vrij logisch, dus wie weet komt er nog een keer een pakkende teamnaam uit de bus rollen. We hebben al verteld dat deze jeugdige mannen, ze zijn het jongste team in de King of Kragle strijd, het off-road rijden al geruime tijd uitstekend onder de knie hebben. Die kunde is voornamelijk gebaseerd op off-road praktijk ervaringen. Is het daarom dat we enkele keren zien dat ze hun eigen plan trekken bij pittige uitdagingen? Niet blind een uitdaging te lijf gaan zoals andere teams die aanvallen? Een voorbeeld zien we bij de Circuit Race waar. De ruimte is er en daarom kiezen ze niet voor een korte maar steile, gladde helling waar de meeste teams voor kiezen maar voor een langere, minder steile helling rechts welke bovendien minder glad is. Ze worden weldra gevolgd door enkele andere teams die hun ‘slimme voorbeeld’ volgen. Helemaal ongeschonden komen ook zij niet uit deze voor hen serieuze debuut wedstrijd. Een knappende olieslang van de hydro besturing is noemenswaardig, evenals een band wisselen tijdens de wedstrijd omdat ze een velg krom rijden. Daar blijft het bij en krijgen we alleen maar mooie beelden van de mannen voorgeschoteld. Met voorsprong de mooiste beelden zijn deels uit ‘nood’ geboren. De mannen hebben namelijk nog geen snorkel op hun Jeep Wrangler en op voorhand laten ze weten dat, in geval een doorwading te diep zou zijn, ze die niet tackelen. De meest spraakmakende doorwading is die van de Applitech Challenge. Ze kijken even de bekende kat uit de boom (in dit geval is Jesse de kat die de route door het water voor loopt), maar dan besluiten ze ook die te rijden. Nimmer zagen we zo’n beheerste doorwading als deze mannen laten zien. Een doorwading waarbij het water nauwelijks in beroering komt kun je op de vijfde foto hieronder zien. We krijgen alleen modderspatten op de foto als de oever opklauteren. Hoe ze het er vanaf gebracht hebben kun je onder in dit verslag zien.

Boven: Jesse Burgmeijer.

Boven: Robin Flier met hieronder het moment van de rustige, zeer beheerste doorwading waarbij het water nauwelijks in beroering komt. Niet spectaculair voor de fotograaf, maar wel doordacht van de mannen.

Sub-WM. De ‘Friezen’ hebben we ze voor het gemak genoemd in onze map voor de foto’s. We hebben het dan over team Wild Power (Bokke en Hiske Nijdam) en Muttley Off Road (Willem Vellinga en Eric Plomp). Gaan ongelooflijk goed en het schriftelijke bewijs wordt geleverd zodra de eerste resultaten bekend worden, terwijl je het visuele bewijs op de foto’s kunt zien. Team Wild Power staat op een voorlopig eerste plaats en die plek weten ze vrijwel de hele wedstrijd te handhaven, op de hielen gezeten door team Muddog 4×4 (Brian de Jong en Lars van Bergen), Team General 2 (Jermain van Esch en Sjef Jansen) en Muttley Off Road. Vrijwel schrijven we bewust, want de laatste dag slaat het noodlot tijdens de Circuit Race toe. Geen ‘wilde power’ meer en dat terwijl alles onder de kap in orde lijkt, inclusief de slang van de turbo. Maar dat is een geniepige, want in werkelijkheid zit hij los en staat hij zodanig op de aansluiting dat het lijkt of er niets aan de hand is. Zonder turbo kun je nog wel rijden, maar als de dynamo de geest geeft, dan is het over. Te weinig spanning betekent dat ook de computer te weinig stroom krijgt zodat deze de motor in noodloop gooit. Ze moeten opgeven en eenmaal de proef uit is het over. Lijdzaam moeten ze toezien dat de overige teams de nodige rondjes meer kunnen rijden. Hun eerste plaats raken ze derhalve kwijt en dat is wrang als je de hele wedstrijd op een hebt gestaan. Gelukkig doet de nuchtere Bokke er tamelijk laconiek over en is hij blij dat er niets ernstigs aan de hand is met de motor. Immers, een goede week later wacht de Wild Boar Challenge. Een schrale troost voor Bokke en Hiske is dat ze wel de snelste zijn in de Applitech Challenge en dus de door John de Leur uitgeloofde geldprijs binnen mogen harken. 

Boven: Op het moment van kantelen weet Bokke op deze steile afdaling beheerst de goede kant op te sturen om het gevaar van omrollen te elimineren.

Boven en onder: Respectievelijk Willem en Eric (Muttley Off Road). Na de pech tijdens de proloog verloopt de wedstrijd een stuk beter bij deze mannen. Bijna historisch is hun ‘optreden’ op de laatste dag tijdens de Circuit Race. Een soort Max Verstappen in off-road uitvoering, met als extra natuurlijk een co-piloot die van wanten weet. Draait zijn hand er bijvoorbeeld niet voor om, om een enorm formaat boomstam voor de wielen weg te slepen. Normaal gebruik je daar ‘paardenkrachten’ voor en dan moeten ze nog goed gezond zijn ook….

 

Vurige toewijding. De mooiste ‘live beelden’ bij de Friezen kunnen we schieten van Hiske Nijdam. Zij is nog de enige dame in de strijd die de eer van dames hoog kan (en moet) houden schreven we al. Ze doet dat met een bevlogenheid en enthousiasme die je niet voor mogelijkheid houdt in geval je het niet gezien zou hebben. Ze levert absoluut een flinke bijdrage aan het lang op de eerste plaats balanceren van team Wild Power. Kijk ook maar eens naar de foto’s een stukje verder.

Boven en twee keer onder: Hiske opnieuw in een spetterende actie, een stukje verder in dezelfde proef.

Boven en onder: Respectievelijk Muttley Off Road en Wild Power op snelheid tijdens de Circuit Race. We vragen ons af of ze in het voorbijgaan oog hebben voor het voorzichtig losbarsten van de herfstkleuren.

Sub-SMUK. Team Sweden ( Klas Melman en Kristian Larsson) in hun prachtige bolide. Slechts twee uur hebben ze hun indrukwekkende bolide kunnen testen. Niet gek dus dat er tijdens deze wedstrijd enkele probleempjes op komen borrelen. We noemden al het lucht happen, maar in de loop van de wedstrijd krijgen ze ook nog eens te kampen met een problematische lier achter en een poelie van de waterpomp die het begeeft. Ze lossen de probleempjes op, maar hetgeen ze echter definitief de das omdoet is de Circuit Race op de laatste dag. De elektronica van de automatische versnellingsbak krijgt teveel vocht voor haar kiezen en weigert verdere dienst.

Boven: Klas Melman van team Sweden.

Boven en onder: Mark Burfitt en Will Hall in hun SSV. Team MWuk en dat lijkt een vreemde naam voor een team, maar neem de voorletters van de inzittenden en het land waar deze heren vandaan komen, de United Kingdom, en het zal duidelijk zijn. Deze mannen doen het heel goed. Een te diepe doorwading (op de proef met letter E) laten ze voor wat deze is, maar verder gaan ze weinig uit de weg. 

Boven en onder: Kristian Larsson van team Sweden in actie. Nou ja, op de foto onder alleen sporen van ‘verleden tijd’ actie…

Boven: Klas Melman is onderweg (‘onderpad’ benadert de waarheid beter) een spatje modder tegen gekomen… 

Boven: Mark en Will in hun SSV in de Applitech Challenge.

Boven en onder: Klas en Kristian als ze strijd leveren in de Applitech Challenge. Op de openingsfoto kun je ze eveneens bewonderen.

Onder: Team Sweden in een gezellig onderonsje met de ‘handbalploeg’, Harald Peters (links in rode jas) en Joost Priesthof, in de andere rode jas.

Onder: Mark Burfitt, team MWuk. Aan zijn staart hangen team Wild Power (links) en Muddog 4×4.

Onder: Indrukken van de Nightstage. Met geen enkele lichtverontreiniging in de omgeving en de sterren en maan die meestal aan het oog onttrokken worden door schier onzichtbare, voortijlende wolken is het gedurende de Night Stage beslist aardedonker. De bekende hand voor de ogen raak je kwijt als je niet oppast. We hebben geprobeerd die beleving een beetje vast te leggen.

Onder: Het team Sweden mag na het uitrijden van de Night Stage aan de slag, het wisselen van een lekke band.

Sub-G1. Het team Generaal bestaat uit vier bolides met evenzoveel generaals. Om toch onderscheid te maken zijn ze genummerd. Generaal 1 is Frans van Esch, met naast zich ‘luitenant co-piloot’ Andreas Blonk. Helemaal vlekkeloos verloopt de strijd niet van Frans en Andreas. Relatief kleine mankementen die te herstellen zijn, maar die verhinderen om een proef uit te rijden. Een brandstof drukregelaar en koelproblemen tijdens de Circuit Race zijn de reden voor voortijdige uitval. Een liertouw dat verwikkeld raakt in de voorwielophanging vergt weliswaar tijd, maar eenmaal opgelost rijden ze het eerste deel van de Applitech Challenge in één vloeiende rush door.   

Boven en onder: Andreas Blonk.

Sub-G2. Een stukje beter vergaat het General 2 met aan het stuur generaal Jermain van Esch en co-piloot annex luitenant Sjef Jansen. Een homokineet moet er een keer aan geloven zodat ze een proef moeten zien uit te rijden met tweewiel aandrijving. Het lukt ze, met de nodige krachtinspanning, boven wel. Tijdens de Circuit Race zorgt een ontploffend expansievat voor het nodige oponthoud. Niet genoemd hebben we dan een actie waarbij Jermain voor korte tijd de horizon in een verticaal perspectief in ogenschouw neemt. Een tikje scheef staand aan de voet van een helling poogt het linker achterwiel enthousiast een boom in te klimmen. Dat gaat pakweg een driekwart meter goed, maar dan rolt de bolide langzaam op zijn kant. De mannen hebben de auto razendsnel weer op vier wielen staan. We weten het niet zeker, maar we hoorden iemand grinniken toen die zijn pad vervolgde…

Sub G3. We hebben ze al genoemd, maar de inwoners van het General 3 team, Eric Gijsberts en Aga van Esch, moeten al na de proloog opgeven ondanks hun verwoede pogingen het juiste onderdeel nog te vinden. Terloops mondt de pech van generaal Eric en luitenant Aga uit in een voordeeltje voor uw verslaggever. Eric werpt zich de laatste dag tijdens de Circuit Race op als een begenadigd assistent fotograaf.

Sub G4. Weinig beter dan generaal Eric en luitenant Aga vergaat het team General 4, chauffeur/generaal Robbert van Asseldonk en luitenant/co-piloot Jan Pullens. Ze kunnen in ieder geval nog een tweetal keren de arena betreden, maar moeten dan al snel opgeven. Een serieus stroomprobleem met de voorlier krijgen ze niet opgelost.

Boven: Sjef Jansen.

  

Boven en onder: Frans van Esch tijdens een oogstrelende doorwading van het kleine vennetje. Daarmee oogst je mateloze bewondering van je kleinkinderen als ze, zittend op je knie, het foto album doorbladeren. “Goh opa, wat stoer, ben jij dat echt met die auto in dat water”? En ja knik je dan, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.

Boven Sjef en onder Jermain (General 2 voordat je in de war raakt).

Boven en twee keer onder: Het moment vastgelegd dat bij team General 1 het touw van de voorlier verstrikt raakt in de ophanging van het linker voorwiel. Het gebeurt tijdens een klein stukje achteruit rijden. Het heeft best wel wat voeten ‘in de aarde’ (de aarde ligt in dit geval onder water) voordat Andreas het liertouw weer vrij heeft.

Boven en onder: Team General 4, met onder Jan Pullens.

Sub-HO. Team Double J en waarom de naam niet helemaal meer klopt hebben we in deel 1 uitgelegd. Jaap Hiemstra en Mark van den Oord gaan in eerste instantie goed. Het op een avond vervangen van de startmotor vergt weliswaar de nodige tijd omdat deze lastig onder het inlaatspruitstuk huist van de Lexus V-8 motor, maar dat lukt zonder noemenswaardige problemen die een goede nachtrust zouden uitsluiten.

Boven en onder: Het Disco team met Thijs Kersten en de mysterieuze ‘alias mister X’. Deze mannen zijn niet direct uit op een hoge eindnotering. De Land Rover Discovery heeft daartoe zijn beste tijd al een poosje achter de rug. Voorop staat bij hen het plezier van meedoen. Bijzonder slecht doen ze het zeker niet. Ze verliezen een paar ruiten ‘onderweg’ en een keer raken ze per abuis de knop van de brandblusser omdat ze na een klein accubrandje vergeten die te vergrendelen. Een korte wolk witte poeder ontsnapt in de cabine, maar voor de rest is het grootste oponthoud een dag dat ze niet kunnen rijden omdat ze de sleutel van de vrachtwagen kwijt zijn.

Boven en onder: Mark van den Oord.

Rollercoaster. Het Double J team is het enige team dat een complete rol maakt tijdens deze 2022 King of Kragle. Althans Jaap, die op dat moment alleen in de auto zit. Jaap is, om het voorzichtig uit te drukken, nog wel eens een tikje nonchalant met rijden. Dat komt omdat hij ‘voor de duvel’ niet bang lijkt te zijn en derhalve ook minder snel gevaar ziet. Op een helling hangt hij tamelijk scheef zijwaarts naar links. Als op zijn beoogde route dan rechts een boomstronk opdoemt denkt Jaap al gauw dat hij daar nog wel overheen kan. Dat is een misrekening wordt hem al gauw duidelijk als hij zijwaarts twee keer over de kop naar beneden rolt. Zijn bolide heeft niets, maar Jaap zelf houdt er wat rugpijn aan over “en dat is vervelend genoeg” volgens zijn nuchtere commentaar. De een na laatste dag gaat het serieus verkeerd als de aandrijving stokt. Helemaal zeker zijn ze niet, maar gedacht wordt aan een flexplate (de plaat met starterkrans waar de koppelomvormer aan vast zit bij automatische versnellingsbakken) waar het hart van gebroken is.

Boven: Huub Ockers van Swad 2 team kijkt geamuseerd toe hoe Jaap Hiemstra hem passeert.

Kortstondige off-road symbiose. Het Double J team ondervindt nog enig oponthoud bij de eerste doorwading van de Applitech Challenge. Net als het Swad 2 team, dat ze even daarvoor gepasseerd hebben, komt er een moment dat hun voortgang tijdelijk belemmerd wordt. Helaas is van beide teams het liertouw te kort om met lierkracht de oever te bereiken alwaar het tractor ankerpunt gloort. Met een beetje improviseren van linten en touwen weten beiden uiteindelijk de oever op te klauteren.

Onder: Thijs Kersten van het Disco team.

Sub-M. Het Muddog 4×4 team met Brian de Jong en Lars van Bergen. Het team dat de hele week het Wild Power team het dichtst op de hielen zit. Uitstekend rijden en een snelle, schier onvermoeibare co-piloot mag je gerust als parameters zien voor de off-road wereld. Toch is ook de techniek bij hen een bepalende factor. We zijn er bij als ze een proef uitgesleept moeten worden omdat een portaal unit van de achteras de geest geeft. Het zorgt voor een vastzittend wiel en het heeft de nodige voeten in de aarde om daarmee het kamp te bereiken. Ze weten de boel te repareren en verschijnen de volgende dag gewoon weer aan de start. 

Boven: Brian de Jong.

Boven: Lars van Bergen. 

Onder: Brian de Jong samen met technicus Jan Scheerboom bezig met de reparatie van de portaal unit.

Boven en onder: Het Muddog 4×4 team is met voorsprong het team dat het meest spectaculair door een korte moddersectie ‘knalt’ tijdens de Circuit Race. Alle overige teams proberen de diepe sporen in het midden te ontwijken door met een kant van de auto over de hoge kanten te rijden. Brian en Lars, met dank aan hun portaalassen, kiezen er steevast voor om gewoon door het midden te rijden. En het loont zich, want niet alleen is hun doorkomst aldaar het meest spectaculair, hij is ook het snelst.

Oeps. Helaas krijgt het Muddog 4×4 team tijdens de Circuit Race te kampen met een laatste stukje pech. Het A-vormige frame van de achteras legt het boeltje er bij neer, samen met een schokdemper. Wat dat voor gevolgen heeft lees je verderop.

Sub-S1S2. Teams Swad 1 en Swad 2 en daarvan zitten respectievelijk Tjarko en Huub Ockers achter het stuur. Tjarko weet zicht verzekerd van de hulp van Sybolt Bruinsma terwijl Huub terzijde wordt gestaan door Klaas Oenema. Tjarko en Sybolt komen we vaker tegen op zware Challenge wedstrijden en die twee zijn absolute kanshebbers. De eerste dag gaan ze uitstekend en vervangen ze een keer een liertouw, maar dat is dan ook alles. Helaas is hun ‘geluk’ van korte duur, want de volgende dag begeeft hun (gereviseerde) versnellingsbak het. Slijpsel in de olie verklapt dat het een serieus probleem is en er zit voor hen niets anders op dan de strijdbijl te begraven. Sportief als ze zijn gaan ze met zijn allen stevig aan de slag om Huub en Klaas in de wedstrijd te houden.

Vereende krachten. Dat blijkt een goede tactiek, want Huub en Klaas krijgen een aantal kleine probleempjes om hun oren. Als eerste een relais van de achterlier en een kapot stuurhuis. De volgende dag een spoorstang die tot twee keer toe krom is, een ruit uit de linker deur, een voorscherm met de nodige frommels en een stuurhuis dat wat blijft haken. Ze weten die problemen stuk voor stuk op te lossen en de beloning is er naar, want ze finishen als de King of Kragle ten einde komt.

Boven en onder: Tjarko Ockers en Sybolt Bruinsma als alles nog volgens plan verloopt.

 

Boven: Sybolt Bruinsma (team Swad 1).

Boven en zes keer onder: Team Swad 2 met Huub Ockers en Klaas Oenema in actie.

Sub-HAWM. Team Olli zijn Rob Henrion Verpoorten en Arjen Brookman. De aanvang van de wedstrijd verloopt bij deze mannen niet zoals ze gehoopt hebben. Een slechte start mogen ze claimen. Eerst loopt de motor niet goed. Zeer slecht is een betere omschrijving en het verhindert dat ze de proloog kunnen rijden. Dat weten ze uiteindelijk op te lossen, maar we zijn vergeten wat het problemen nu was. Het volgende probleem dat zich aandoet zie je hieronder als ze binnen komen sukkelen. Let maar eens op de stand van de twee voorwielen en als je goed kijkt zie je dat de stuurstang er, letterlijk en figuurlijk, ‘gebroken’ bij hangt. Voor dit soort mannen geen probleem en voor de zekerheid vervangen ze ook maar vast een tikje zwetend stuurhuis. Maar allengs gaat het beter met de mannen; groeien ze tevens in de wedstrijd. Navenant stijgt het plezier van de mannen dan natuurlijk ook. 

Boven: De Husar lieren, in beginsel alleen gemaakt voor het leger, zijn afkomstig van een Pools bedrijf en dan is een stukje sponsoring in eigen land natuurlijk tamelijk logisch. 

Boven: De helling in de Circuit Race is niet alleen stijl, maar weldra ook spekglad.

De grootste pechvogels. Team Fronteratje zijn Wouter van der Gaast en Manus Mense. Een leuke teamnaam is het eerste dat bij ons opkomt, want het is een samentrekking van Frontera, waar de auto op gebaseerd is, en ‘ratje’. De wedstrijd verloopt ook voor hen niet wenselijk. Allereerst vertikt de voor- en achterlier het tijdens de proloog. Een tandwiel probleem horen we later. Wordt opgelost. Het volgende probleem dat zich aandient is een naaf waarvan de bouten er vandoor gaan. Wordt eveneens opgelost. Op de derde dag is het een aandrijfas voor die de geest geeft. Je raadt het al, wordt opgelost. Maar op de vierde dag, de beruchte dag met de Applitech Challenge, geeft hun motor de moed op. En zoveel ellende is teveel van het goede; ze moeten helaas opgeven en de Circuit Race laten voor wat deze is.

Boven en onder: Team Fronteratje met Wouter van der Geest en Manus Mense.

Boven: Manus Mense van team Fronteratje.

Onder: Arjen Brookman van team Olli.

Onder twee keer: De Circuit Race begint met een massastart.

Boven: Kenzo Deraeve met enkele ‘passagiers’…

Onder: ‘Paashaas’ Roan Burgmeijer.

Met plezier. Aansluitend aan de Circuit Race volgen de prijsuitreiking en de feestavond. Net als vorig jaar hebben de dorpsbewoners van Kragle gezorgd voor een uitstekende, culinaire afsluiting met veel lokale lekkernijen. Alle deelnemers krijgen een tastbare herinnering ter ondersteuning van de allermooiste herinneringen welke voor eeuwig in je grijze massa huizen. Dat iedereen heeft genoten van deze fantastische tweede King of Kragle staat buiten kijf. Stuk voor stuk zijn de deelnemers laaiend enthousiast over de wedstrijd. Maar laten we niet de sponsoren vergeten, want zonder hen zou de King of Kragle wedstrijd er een stuk minder ‘flamboyant’ uitzien zijn we van overtuigd. Daarom noemen we ze hier in willekeurige volgorde voordat we naar de winnaars gaan!

  • Offroad Poland
  • Applitech
  • de Beij elektra b.v.
  • DSG Industrial Energy
  • Offroad & Adventures
  • Alanius
  • Vicious
  • Autobedrijf Bisselink & Gerrits
  • ASK! for graphics

Zomaar willekeurig. We hebben alle deelnemers uiteraard op de foto gezet, dus sta je er niet bij, dan weet je bij wie je moet aankloppen. Boven het Zweedse team dat een lier mee naar huis mag nemen. Onder Rob Henrion en Arjen Brookman.

Boven team Alanius, Alain en Serge Cavrois met hun prachtige shirts en onder team Wild Power, Bokke en Hiske Nijdam die tevens de geldprijs in de wacht slepen.

De podiumplaatsen. Je hebt in het verslag al kunnen lezen dat team Wild Power, dat vrijwel de hele wedstrijd op de eerste plaats heeft gestaan, die plek kwijt raakt. Je zou zeggen dat dan Muddog 4×4, Brian de Jong en Lars van Bergen die eerste plaats over zouden nemen. Maar helaas hebben ook zij enige pech heb je kunnen lezen. Team Muttley Off Road profiteert daarvan dankzij een vlekkeloze en magistrale Circuit Race en verovert, vergezeld door een werkelijk zinderende spanning en met een miniem verschil, de eerste plaats. Brian en Lars behouden de tweede plaats en een magnifieke derde plaats wordt onverwacht ingenomen door de debuterende Flieroffroad, Robin Flier en Jesse Burmeijer. En ja, feliciteren en klappen mag!

Boven: Wij zijn geen expliciete liefhebber van rookworst, behalve van deze Poolse ‘modellen’…

 

Ondertussen wachten wij nu al met smart op de derde King of Kragle en laten we Steven van Lier van Offroad Poland (SVL Support) ‘de rommel’ opruimen….

Tekst & fotografie: Martin Brink (fotografie Circuit Race deels Eric Gijsberts van Offroad & Adventures).

2 thoughts on “King of Kragle (Deel 2)”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.