Al bijna sinds het ontstaan van het fenomeen automobiel zijn er knappe koppen bezig met het uitvinden, en soms pogen aan de man te brengen, van hybride voertuigen. Niet hybride qua krachtbronnen en energiedragers voor de aandrijving, maar hybride qua toepassing. Auto’s waarmee je dus niet alleen kunt rijden maar ook bijvoorbeeld kunt vliegen of varen. Met een klein beetje goede wil zou je onze 4×4 ook al een hybride kunnen noemen, want we kunnen met onze 4×4 op het verhard (asfalt, beton) rijden of op onverhard in tal van gradaties en dat zijn toch twee heel verschillende dingen.
Boven: De Amphibus. Om misverstanden te voorkomen: op de voorgrond in het geel…
Boven: De Amphicruiser op het droge.
Onder: Let op het prachtige logo in de naam, dat tevens in de grille te vinden is.
Boven: Een ‘vervlogen’ idee van een vliegende auto (voor militaire doelen) van AVX Aircraft.
Ter land, ter zee en in de lucht… Auto’s waarmee je naast rijden ook kunt vliegen zijn er niet heel veel, ondanks dat het eerste patent al iets meer dan honderd jaar oud is (3 december 1918) en de eerste auto die daadwerkelijk kon vliegen uit 1937 stamt. In de oorlog is ook geëxperimenteerd met het laten vliegen van een Willys, maar pas na de oorlog zien we meer vliegende auto’s verschijnen, al dan niet met enig succes. In 2012 is in Nederland begonnen met de PAL-V die inmiddels ook gevlogen heeft. Hij zou momenteel zelfs verkrijgbaar zijn. De prijzen van vliegende auto’s zijn door hun complexiteit aan de hoge kant, want bijvoorbeeld aan die Nederlandse PAL-V hangt een prijskaartje van € 300.000 of van een half miljoen euro’s (twee modellen leverbaar).
Boven: Dit zou het eerste amfibische voertuig geweest moeten zijn, de door stoom aangedreven Orukter Amphibolos.
Boven: Dat we al veel langer met ‘varende auto’s’ bezig zijn laat onder meer deze grappige Peugeot uit 1925 zien.
Onderscheidend. Een combinatie van rijden en varen komt veel meer voor. Het (vermoedelijk) eerste amfibische (stoom)voertuig wordt geclaimd door Oliver Evans uit Philidelphia die in 1805 op ’s werelds eerste motor show de Orukter Amphibolos ten toon stelt. Het duurt een poosje, maar dan verschijnen er meer. In WW II zien we onder meer de Ford GPA en DUKW bij de geallieerden en bij de tegenpartij de Porsche 166 en 128 (wordt later de Schwimmwagen). Zeker genoemd moet worden de Duitser Hans Trippel, die na de oorlog verantwoordelijk is voor de eerste in serie gebouwde amfibie voor de publieke markt, de Amphicar. Tegenwoordig zijn er legio al dan niet succesvolle amfibische voertuigen te koop uit net zoveel landen en zijn er zelfs clubs van amfibische voertuigen. Het is echter het Hollandse DAT dat zich duidelijk onderscheidt van de rest.
Welgemeende excuses. We schrijven dit met het schaamrood op onze kaken, want al in 2018 brengt off-roader Jos Beekman ons op de hoogte van de dan kersverse Amphicruiser van DAT BV (Dutch Amphibious Transport). Die Amphicruiser is op zich al bijzonder, maar voordat deze in beeld komt laat het bedrijf wereldwijd van zich spreken door het ontwikkelen en bouwen van de eerste en enige weg en water gecertificeerde bus ter wereld, de Amphibus! In ons eigen landje rijden en varen er inmiddels met groot succes twee, als eerste in Rotterdam (2011) en daarna Amsterdam. De leeg circa 22 ton wegende Amphibus heeft plaats voor meer dan 40 passagiers en wordt geëxploiteerd door Splashtours. Wil je een keer mee, zorg dan wel voor een reservering vooraf, want de tours door de stad en haven van Rotterdam met de Amphibus zijn vrijwel altijd volgeboekt.
Boven en onder: Zowel voorin als achterin is de zitpositie ruim.
Herkansing. We krijgen een nieuwe kans als we op de 4×4 Rhein-Waal beurs Dirk-Jan de Jong op zijn stand tegen het lijf lopen. Op zijn stand pronkt de Amphicruiser, zoals je wellicht begrijpt het ‘fotomodel’ dat je in dit verslag kunt bewonderen. Een afspraak is een logisch volgende stap maar moet een eerste keer uitgesteld worden vanwege stormachtig ‘code oranje’ weer. De tweede keer is het weer ons gelukkig goed gezind en worden fotograaf Jan Houtkoop en ondergetekende halverwege de ochtend in Nijmegen door Dirk Jan de Jong verwelkomd met geurende koffie.
Historie I. Van Dirk Jan leren we dat ‘papa’ de Jong in 1968 zijn eigen bedrijf opricht onder de naam J. de Jong Las & Constructie techniek (voor de binnenvaart). In 1998 komt Dirk-Jan, na zijn studie werktuigbouwkunde, bij pa als diens compagnon in de zaak, in 2001 gevolgd door broer Jeroen als deze zijn studie aandrijftechniek heeft afgerond. In feite hebben de jongens, jong als ze nog zijn, dan al een volwaardige carrière achter de rug, want pa leert ze serieus werken in hun vrije tijd. Dingen maken die goed functioneren, lassen zien als een kunst en ruimte voor eigen ideeën en inbreng zijn enkele sleutelwoorden, met als resultaat tal van jongensdromen die Dirk Jan en Jeroen kunnen realiseren, zoals het bouwen van auto’s, boten en motoren. Het gaat goed met het bedrijf en achtereenvolgens zien we J. de Jong Scheepsservice en het eerder al genoemde DAT verschijnen die in 2014 ondergebracht worden in de Jong Holland. In 2006 gaat senior ‘met pensioen’, alhoewel. Laten we het er op houden dat hij wat minder actief is in en op de zaak…
Historie II. Voeg een verregaande kennis van boten en een liefde voor auto’s, techniek en vervoer bij elkaar en het is niet heel gek dat het ‘amfibische balletje’ een keer begint met rollen. De ontwikkeling van de al genoemde Amphibus is in 2010 begonnen in opdracht van Tonnissen, die idee heeft in een amfibisch pannenkoeken boot. Niet een bus aan de buitenzijde met achter diens huid bijvoorbeeld een licht aangepaste, Amerikaanse DUKW cargo truck uit WW II dat meermaals gedaan is, maar een geheel eigen ontwerp waarbij uiteraard een aantal bestaande (OEM) componenten worden gebruikt als bijvoorbeeld chassis en motor. We gaan hier niet al te diep in op die Amphibussen (onder aan dit verslag ook enkele foto’s van een Amphibus in wording), maar inmiddels zijn er over de hele wereld een aantal operationeel en is de Jong Holland momenteel bezig met de bouw van nummer zeven en acht.
Boven: Een blik in de achteruitkijkspiegel. In plaats van ‘achteropkomend verkeer’ opspattend water.
Opdracht binnengesleept. Die amfibische kennis van de bussen komt goed van pas als Samsung Zuid-Korea ze vraagt mee te bieden op een amfibische SUV. Het is 2014 als de Jong Holland van Samsung de opdracht krijgt tot de ontwikkeling en bouw van ‘een varende auto dan wel een rijdende boot’. Het zal de basis worden voor de Amphicruiser op de foto’s. Het is makkelijk geschreven, maar vergis je niet in de complexiteit van het ontwikkelen en bouwen van de Amphicruiser. In totaal heeft dat het lieve sommetje van zo’n 3,5 miljoen euro gekost! Als resultaat staat er nu een amfibische terreinwagen welke ingezet kan worden als adventure voertuig of als werkvoertuig. De Amphicruiser voelt zich thuis op zowel verhard als onverhard en draait er ‘zijn versnellingspook’ niet voor om als al dan niet diep water overgestoken moet worden.
Techpraat. De techniek van de Amphicruiser stoelt op die van de Toyota LandCruiser. Vier motoren van dat merk zijn er mogelijk, de diesel gestookte 4,2 liter zescilinder lijnmotor van 96 kW (Euro 3), de 4,5 liter V8 turbodiesel van 151 kW (Euro 6) en de 4,0 liter V6 benzinemotor van 167 kW (Euro 6). Tot zover de motoren die gebruik maken van fossiele brandstoffen. De vierde mogelijkheid is een elektrische variant met een 60 kW elektrische motor en een 45 kWh accupakket van Huber. Het chassis is van een Toyota LandCruiser HZJ79 met diens techniek. Dat betekent standaard achterwiel aandrijving, een handgeschakelde vijfbak, een tussenbak met inschakelbare reductie en starre assen met voor schroefveren en achter bladveren. Verder voor en achter schijfremmen en optioneel ARB sperdifferentieels. Anders dan de HZJ 79 zijn onder meer twee brandstoftanks die samen goed zijn voor 120 liter, drie elektrische bilgepompen en natuurlijk de hydrajet van Almarin (omkeerbaar) die circa 75 kW (100 pk) consumeert en maximaal 4.200 t/pm draait. Deze jet krijgt zijn aandrijving via de PTO aansluiting op de versnellingsbak. De Amphicruiser heeft op de weg een topsnelheid van 135 km/h en in het water circa 9 km/h. Voor op de weg heeft de Amphicruiser een TüV certificaat en voor op het water komt dat van Lloyd’s Statement. En nee, een vaarbewijs is niet nodig; je rijbewijs is voldoende. Is de auto niet op voorraad, dan geldt een levertijd van 24 weken. Opties zijn onder meer een stalen (lier)bumper, een elektrische lier, een softtop, airbags, extra stoelen en andere banden.
Mogelijke modellen. Drie uitvoeringen van de Amphicruiser zijn inmiddels leverbaar, de Pick-up (Amphicruiser Rescue) en een gesloten versie welke als Worker of als Adventure besteld kan worden. Beide modellen wegen circa 2.600 kg. en hebben een G.V.W. van 3.500 kg. De pick-up versie met zijn open laadbak biedt plaats aan drie personen. De Wagon heeft zitmeubilair voor vijf en ruimte voor 300 kg. bagage. De maten zijn gelijk, namelijk (in mm.) 5552 x 2270 x 2210 (LxBxH). De bodemvrijheid van beiden bedraagt 23,5 cm. De bovenbouw (carrosserie) van de Amphicruiser is geheel zelf gebouwd door de Jong Holland en gemaakt van aluminium 5058, hetgeen zoveel betekent als dat het bestand is tegen zeewater. De motorkap en het dak zijn van fibreglass (glasvezel) terwijl de onderzijde van de Amphicruiser, de romp zou je kunnen zeggen, gemaakt wordt van het roestbestendige en flexibele chroomstaal 441 Thyssen Krupp. De LED verlichting (IP67 geclassificeerd) ‘op het droge’ is van JW Speaker en de LED verlichting voor op het water van Hella, eveneens IP67.
Boven: We worden tijdens onze vaart vereeuwigd…
Weg- en vaargedrag. Op de weg gedraagt de Amphicruiser zich vrijwel als een gewone Toyota Landcruiser, met de kanttekening dat het, afhankelijk van de motor ook, wat minder snel gaat door zijn hogere gewicht (circa 300 kg.). Ook met het formaat zul je rekening moeten houden, want bijvoorbeeld een Smart Fortwo past er ruim twee keer in. Een heel andere ervaring is het water in met de Amphicruiser. Een plasje water, dunne modder of een bescheiden doorwading zijn we wel gewend en worden we niet benauwd van, maar heel anders wordt het als je op de oever klaar staat om het water in te gaan en er tuft pal voor je neus een forse rijnaak voorbij. Dirk Jan verblikt of verbloost niet en stuurt zonder te dralen de Amphicruiser vanaf de schuine oever met, naar ons idee, flinke snelheid het water in. Een grote boeggolf ontneemt luttele seconden het uitzicht, maar dan verheft de neus zich uit het water. De hydrajet aan, een draai aan het stuur en we kiezen ‘het ruime sop’. Om ons heen? Niets dan water….
Boven en onder: Terug naar het droge.
‘Waterproof’. Het eerste waar we stiekem naar kijken is of er geen water via de portieren naar binnen sijpelt, je weet immers maar nooit. Geen druppel is de conclusie, dankzij de deurrubbers welke middels een schakelaar onder druk (lucht) gezet worden en dan de deuren hermetisch afsluiten. Op ons verzoek stuurt Dirk Jan de Amphicruiser richting een tweetal een stuk verder gelegen bruggen. Dat krijgt nog een staartje. Met 9 km/h gaat het vlotter dan we in eerste instantie verwachtten. Oké, niet voldoende om er achter te waterskiën, maar met een roeiboot zul je wel heel hard je best moeten doen wil je het tempo bij kunnen houden. Niet veel later varen we onder de brug door, maken we een scherpe draai en vangen we met de ’terugweg’ aan, ook al is dat in ons geval een ongelukkige woordkeuze. We passeren twee vissers in een bootje. Grote grijnzen op hun gezichten bij het zien van de voorbij varende Amphicruiser en ogenblikkelijk wordt de telefoon tevoorschijn gehaald en worden we op de digitale plaat vastgelegd. Aan bekijks op het water kom je met de Amphicruiser niet tekort.
‘Kant-tekening… Enkele tientallen meters op de plek waar we te water gingen proberen we de oever op te klimmen. Dirk-Jan heeft vooraf al zijn twijfels of dat gaat lukken. Hij kent de plaatselijke oever. Het water staat namelijk laag en op een aantal plaatsen vertaalt zich dat in een dikke laag zachte klei. Twee of drie pogingen lopen op niets uit. Inderdaad zakken de voorwielen ogenblikkelijk diep weg in de zachte smurrie. Tijdens de derde of vierde poging blijft de Amphicruiser zelfs even ‘op zijn buik hangen’ op een verborgen, minder diepe plek. De hydrajet een aantal keren wisselend in vooruit en achteruit en ‘onder begeleiding’ van dikke wolken omhoog borrelend zand komen we weer vrij zodra we ‘meer water onder de kiel’ krijgen. Daar waar we het water ingingen klautert de Amphicruiser als een gediplomeerde berggeit de oever op; de techniek van de Toyota LandCruiser staat daar garant voor. We staan maar nauwelijks op het droge of een tikje argwanende oom agent verschijnt ten tonele! De beste man heeft een bericht binnen gekregen als dat er een auto te water geraakt zou zijn. Onwillekeurig schieten we in de lach. Vermoedelijk heeft een vrachtwagen chauffeur vanaf de brug ons gezien en gedacht dat die auto ‘daar beneden’ wellicht vanaf de brug te water was geraakt. Dirk Jan overtuigt de man snel dat het toch echt met die rode auto is geweest en dat deze echt kan varen.
Boven: Bilgepompen voeren het overtollige water af.
Boven: Dirk Jan de Jong.
Omdat je vooraf nooit weet hoe de oever er uit zal zien op de plek waar je het water wilt verlaten, is een goede lierbumper met dito lier een serieuze optie bedenken we, hetgeen beaamt wordt door Dirk-Jan. Dat er een markt is voor de Amphicruiser bewijst een bomvolle orderportefeuille. Althans, bomvol ‘B.C.’ en dan bedoelen we met B.C. ‘Before Corona’. De Corona crisis heeft toch onmiskenbaar ingehakt op die orderportefeuille laat Dirk Jan weten. Het verdere verloop is een kwestie van koffiedik kijken. Voorlopig zijn ze bij de Jong Holland nog volop aan het werk. Aan Amphicruiser 8 is zojuist de laatste hand gelegd. Dirk Jan doet ons bij vertrek nog een uitstekend idee aan de hand. Wie weet krijgt dit verhaal nog een tweede staartje….
Onder: Geen 4×4, de Amphibus, maar toch laten we je enkele beelden van de Amphibus zien zodat je een idee krijgt van de complexiteit.
Boven: Hydrajet’s zijn in de Amphibus ‘een slagje groter’ dan die van de Amphicruiser.
Boven en onder: Typerend voor de Amphicruiser. Boven de opblaasbare deurrubbers en onder de nautische verlichting.
Fotografie: Jan Houtkoop & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.