Voorafgaand aan een paar uurtjes off-road plezier houdt de Mercedes Benz G-Klasse Club Nederland haar jaarlijkse algemene leden vergadering, niet geheel onlogisch de ‘MB G-Klasse Club Nederland Jaarvergadering’ genoemd…
Wat gaat de middag brengen aan off-road pret? We geven er maar even een gekke draai aan, want voor buitenstaanders is een jaarvergadering natuurlijk niet heel spannend. Voor de clubleden zelf is dat een ander verhaal. Na de jaarvergadering is het echter off-road pret voor de iets meer dan twintig leden die op de uitnodiging van de club ingaan. En die vallen met hun edele reukorgaan in zachte off-road ‘boter’. Heb je het off-road verslag van het NK Trial gelezen, dan zul je wellicht een vermoeden krijgen. Wat is het geval? ’s Morgens bij aankomst is de grond nog hard bevroren. Immers, een week lang heeft ‘koning vorst’ geregeerd over ons landje. De dooi treedt precies deze zondag 4 maart in. Als we in de vroege ochtend over het terrein wandelen, en insiders weten dat dit over het algemeen flink modderig is, dan is de grond nog zo hard bevroren dat we bij wijze van spreken met onze ‘zondagse schoenen’ rond hadden kunnen lopen. Smerig zouden ze niet geworden zijn. Maar naarmate de ochtend vordert wint de zon aan kracht en begint het te dooien. Logisch dat eerst de grond aan het oppervlak zacht en smeuïg wordt. Maar dat is slechts een flinterdun, bovenste laagje van de grond. Daaronder is het echter nog ‘ijzig’ hard. Een spekgladde combinatie die menig NK Trialrijder parten speelt en dat zijn doorgewinterde off-roaders….
Je getallen om de oren smijten als onomstotelijk bewijs… Je raadt het al? De leden van de MB G-Klasse Club Nederland worden kort na de middag pas ‘vrij gelaten’ van de jaarvergadering. Dan is dat flinterdunne gesmolten bovenlaagje al een feit. Gelukkig niet op alle plaatsen, zodat er ook nog gewoon leuk gereden kan worden zonder dat direct de hulp van een lier of collega off-roader ingeroepen moet worden. Maar zoek de modderige uitdagingen op en het wordt een ander verhaal. Daarop worden beklimmingen of afdalingen toch listig. Weliswaar heb je qua aandrijving twee extra wielen in vergelijk met ‘gewone personenauto’s, maar als twee wielen door kunnen slippen of glijden, kunnen vier wielen tegelijk dat ook. Dan wordt klimmen of afdalen niet gecontroleerd rijdend genomen, maar meer een kwestie van ‘oncontroleerbaar carambolerend…’ Plassen met ijs krijgen ineens ook een heel ander karakter. Het ijs is lang niet dik genoeg om een G te houden, dus zak je er door. Dat levert brokken en brokjes ijs onder de wielen op, vermengd met modder en water. Als je dan weet dat ijs met water de laagste wrijvingscoëfficiënt heeft van alle soorten ondergrond, dan zegt dat genoeg. Om je daar een idee van te geven: ruw beton of asfalt met maximale grip heeft een wrijvingscoëfficiënt van 100 procent. IJs met een dun laagje water: 0,05 procent! Vertaal je dat naar de praktijk waarin je een bocht op ruw asfalt kunt nemen met 100 km/u voordat je gaat slippen, dan zul je diezelfde bocht met ijs en daarop een laagje water moeten nemen met slechts 5 km/u, want met een hogere snelheid ga je dan al in de slip.
Boven: Ben Kooijmans, penningmeester binnen de Mercedes Benz G-Klasse Club Nederland. En kijk eens wie we daar achter het reservewiel ontwaren van Ben? Rink de Jong, in het verleden actief in het NK Trial met zijn knalgele Mercedes Benz G ‘Tweetie’.
Boven en onder: Marco den Hartog en Jan Hol. Niet heel verwonderlijk voor ondergetekende zijn Marco en Jan de eersten die de modder induiken na de jaarvergadering. Die-hard off-roaders weten namelijk dat zij actief zijn in de organisatie van de ANVT en bovendien in de startblokken staan voor deelname aan de Roan 4×4 Challenge. Mannen dus met een duidelijke off-road verslaving. Detail: en die hebben niet eens een Mercedes G! Het is namelijk een Franse halfbroer van de Mercedes G en die heeft als naam met type aanduiding Peugeot P4. De P4 is niet het enige naaste familielid van de Mercedes G. In een aantal Europese landen (Oostenrijk, Zwitserland, Liechtenstein, Groot-Brittannië, Joegoslavië en de daarop volgende staten Servië, Slovenië, Kroatië, Macedonië, Bosnië, Herzegovina en delen van Afrika) werd de G verkocht onder de naam Puch. Het Duitse Mercedes-Benz en het Oostenrijkse Steyr-Daimler-Puch (tegenwoordig Magna-Steyr) ontwikkelden in de zeventiger jaren immers de G gezamenlijk. Sinds 2000 wordt de auto in principe alleen nog onder de naam Mercedes gemaakt, maar het blijft nog altijd mogelijk om ze te voorzien van Puch emblemen en belettering. Gelukkig is de Mercedes Benz G-Klasse Club Nederland ruimdenkend en niet moeilijk en zijn zowel de Puch als de Peugeot P4 eigenaren van harte welkom bij de club.
Boven: Noord-Korea en de USA die elkaar in mei ‘historisch’ gaan ontmoeten? Laat ons niet lachen. De ‘historische off-road ontmoeting’ op de foto boven maakt vele keren meer indruk op ons en is vooral sportief. Niks geen twee als regeringsleiders vermomde kleuters die het liefst elkaars bloed zouden willen drinken, maar “de MB G-Klasse Club Nederland meets het NK Trial”. Links Cor Millenaar van ‘Cor Millenaar Mercedes-Benz’ en rechts Thera en Edwin van der Maas (van jeepparts.nl). In het verleden streed Rink de Jong, is overigens ook aanwezig deze dag, in een Mercedes G in het NK Trial. Hij deed dat zeker niet onverdienstelijk, maar gezegd moet worden dat hij met zijn lange G weinig tot geen tegenstand ondervond omdat hij vaak als enige strijd leverde in de Verbeterd 3 klasse. Zo lang de klasse nog bestond nam hij dan ook bijna steevast een beker mee naar huis. Goed ingelichte bronnen melden dat hij nog altijd leeft van de metalen bekers naar de oud ijzer boer brengen…. Gekheid natuurlijk, maar zou het niet leuk zijn als een aantal leden van de MB G-Klasse Club Nederland tegelijk, met elkaar dus, in het NK Trial zouden stappen? Gewoon, en dat is mogelijk binnen het NK Trial, een aparte MB G-Klasse Klasse in het leven roepen bijvoorbeeld? Immers, wat is er eigenlijk leuker dan met meerdere vrienden/mede clubleden strijden in gelijkwaardige auto’s? De auto kun je de schuld dan niet geven, zodat het puur aankomt op je eigen stuurkunsten en off-road skills (vaardigheden).
Boven: Bas Jongejan zien we ineens in een prachtige G op het evenement verschijnen. “Maar je hebt je Pinzgauer toch nog wel” is prompt onze eerste vraag als we hem spreken. Ooit schreven we een verslag over Bas zijn Pinzgauer, een ontmoeting waar we door de bijzondere en afwijkende techniek van de Pinzgauer met plezier op terug kijken. “Jazeker” is Bas zijn geruststellende antwoord en vervolgt met: “het was weer eens tijd om hem onder handen te nemen”. Zijn korte G cabriolet met voorop de vermaarde Husky lier (van Superwinch) mag er ondertussen ook zijn….
Boven: Cor Millenaar, inderdaad, ook nog altijd van het G-Center. Hij is er met zijn bedrijf zelfs in gespecialiseerd.
Wetenswaardig. Mocht je denken dat alleen Land Rover de naam ‘Wolf’ gebruikt voor speciale militaire Land Rover modellen, fout. Ook de militaire Mercedes-Benz G modellen worden aangeduid met ‘Wolf’.
Boute bewering gestoeld op jarenlange ervaring… Met op de achtergrond de strijd in het NK Trial zijn de G mannen (en vrouwen) de hele middag lekker ‘recreatief actief’ met hun G. Ruimte genoeg op het terrein van Action Planet. Al is de G op en top een enorm terrein vaardige auto; ook bij deze off-road allrounder kan ‘de voortgang tijdelijk worden belemmerd’. Dus wordt zo nu en dan gelierd en gesleept en geprobeerd, maar bovenal plezier gemaakt. Totdat het laat in de middag tijd wordt om op huis aan te gaan, alwaar moeder vermoedelijk al in de pappot staat te roeren in geval ze niet mee geweest is. ’s Avonds moe maar voldaan met de benen omhoog en een glaasje circulerend geestrijk vocht in de hand kun je dan tevreden terugkijken op een dag heerlijk of-road plezier. Dat ‘voldaan’ is absoluut geen loze bewering van onze kant. We hebben in onze decennialange loopbaan in het off-road namelijk nog nooit en te nimmer een off-roader van een evenement zien vertrekken met zijn of haar mondhoeken naar beneden.
Boven: Jeroen Roelofs van het NK Trial biedt Marco en Jan een helpend handje.
Fotografie: Ad Woolthuis, Jan Houtkoop & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.