Het terrein voor de Mudrace, met haar eigen ingang, ligt in de verre hoek van het festival terrein, daar waar nog genoeg ruimte is om de bolides een gezamenlijke parkeerplek te gunnen. De modderige ‘arena’ wordt, met daartussen voldoende ruimte voor publiek en catering, geflankeerd door de wit-geel gestreepte feesttent. Het strijdtoneel, de modderbak, ligt nu zo voor de wedstrijd nog schijnheilig te glinsteren in de zon. Water met hier en daar een streepje grond doet eerder denken aan een langgerekte, ondiepe plas dan aan een schier dodelijke modderbrij die er op uit is om iedereen die zich er in waagt meedogenloos te verzwelgen. Met zijn lengte van goed vijftig meter wijkt hij af van de meest gehanteerde ‘modderbak’ norm van tachtig of honderd meter, maar van voorgaande edities weten we dat de modder al bij aanvang een paar strepen venijniger is. Vooraf rondlopend op het terrein van de Mudrace, en met de meeste deelnemers al gearriveerd, waan je je al gauw in een vergeten scene van een Mad Max film. Van alle kanten grijnzen vreemde voertuigen je aan, sommigen vaag nog herkenbaar als de auto zoals ze de fabriek verlieten. Het is inherent aan het Mudracen natuurlijk, want als zinnig mens jaag je jouw zojuist aangeschafte gewielde trots of dagelijkse auto niet voor puur plezier de diepe modderbrij in, waarvan je bij voorbaat weet dat het héél zwaar zo niet onmogelijk wordt. Stuk voor stuk staan hier stevig, en vaak bijzonder creatief, onder handen genomen bolides met de bedoeling daar onvervalste lol mee te beleven. Jazeker, en mocht er enige twijfel bij je opborrelen, er bestaan heus dames en heren die pas tot leven komen zodra de eerste modderspetters hun velletje kleurt! Sterker nog, als we naar de deelnemerslijsten van Mudraces, en bijvoorbeeld Crazy Crosswedstrijden kijken, groeit dat aantal ook nog eens gestaag. De organiserende STTA houdt in de regel een maximum van veertig Murdracers aan, maar zijn het er een of twee meer doen ze ook niet moeilijk. Deze editie staan er eenenveertig coureurs op de deelnemerslijst, met dien verstande dat er in de praktijk veertig verschillende gezichten aan de start verschijnen. Het is namelijk Jordi Kremer die je zowel in de Standaard klasse tegen kunt komen als in de Specials.
Frappante verschillen. Gelukkig is er hier in Alphen wel een wezenlijk verschil met de Mad Max films. Daar waar de Mad Max films een post-apocalyptische en dystopische (denkbeeldige) samenleving laten zien, wanen de Mudrace deelnemers zich hier in Alphen meer in een soort van utopische enclave. Deelnemers zijn hier immers vrienden en liefhebbers met dezelfde passie. Hier ben je niet om het elkaar moeilijk te maken of de hersens in te slaan, maar je helpt elkaar zo nodig. En, verklappen we alvast, hier worden niet alleen vriendschappen gesloten!
Boven en indeling: Kort voorafgaand aan de wedstrijd natuurlijk een briefing voor de chauffeurs. De strijd wordt geleverd in vier klassen, te weten de Standaard klasse, de Standaard 4×4 klasse, de Grande 4×4 Klasse en de Special klasse. De Standaard klasse is natuurlijk voor de ‘gewone’ tweewiel aangedreven auto’s. De Standaard 4×4 klasse idem, maar dan hebben ze vierwiel aandrijving. In feite vind je in deze klasse de 4×4 voertuigen met niet al te zware motoren zoals onder andere in de Suzuki terreinauto’s. Die voertuigen met zwaardere motoren vind je in de Grande 4×4 klasse. Denk daarbij aan bijvoorbeeld de meest populaire auto in deze klasse, de Nissan Patrol. Zwaardere, vierwiel aangedreven voertuigen met daarom qua inhoud wat grotere, en dus pittiger motoren. De meest aangepaste voertuigen vind je in de Special klasse. Dikke, in de regel stevig opgepepte motoren en vierwiel aandrijving zijn daarin de standaard, naast lichte, buggy achtige racemonstertjes met venijnige, hoog toeren motoren.
Groen licht… Rond de klok van vier wordt gestart. Ruim voor die tijd staat het langs de hekken al vol met publiek. Die willen niets van het spektakel missen. De eerste die aan de start verschijnt is Jordi Kremer (drie foto boven, Standaard klasse). Hem een doorgewinterde Mudracer noemen is een bescheiden omschrijving. Twee groene vlaggen van evenzoveel baancommissarissen worden de lucht ingestoken. Het stoplicht, links aan het eind van de modderbak, springt eveneens op groen. Het voltallige publiek reikt de halzen. Het geluid van een plotseling tot het uiterste getergde motor zwelt aan en dan schiet de bolide met startnummer 43, als gestoken door een zwerm moorddadige ‘Killer Bee’s’, uit de startblokken. Slechts een dikke wolk stof welke langzaam neerdaalt op de aanloopstrook herinnert er aan dat de bolide daar zojuist ‘afgeschoten’ is. Vol overgave opent de bolide de aanval op de modder. Wielen spinnen, modder spat meters hoog op en als een soort reuzen ‘schaatsenrijder’ (je weet wel, dat insect dat over het water kan lopen) scheert de bolide met een huiveringwekkende huil de eerste meters kaarsrecht over het water van de modderbak. Edoch, de bolide verliest langzaam maar zeker snelheid en halverwege zie je de enorme voorwielen met hun felrode hart, eerst nog wat voorzichtig, de modder inzakken. Maar dan nog blijft de snelheid ruim voldoende. De grote schoepen op de banden klauwen zich een paar strepen feller in de dikke, vette modder en luttele seconden later bereiken Jordi en zijn gemotoriseerde moddervreter de plek waar de sponsachtige, absorberende ondergrond van modder overgaat in solide grond. Yep, een pracht van een ‘full pull’!
Boven twee keer: De volgende die aan de start verschijnt is Mariska Meeuwissen (Standaard klasse). Een dame die we al meerdere keren aan de start van de Mudrace hebben zien verschijnen. Sommigen betichten haar van hardnekkige haargroei op haar tanden, maar hoe het ook zij, we kijken niet heel vreemd op als ook zij de modderbak vlekkeloos doorkomt.
Onder twee keer: Hetzelfde geldt voor Martina Kremer (Standaard klasse). De bolide is een soort ’tweelingbroertje’ van het ‘wapentuig’ van Jordi Kremer en gezien het feit dat ze het gaspedaal ongeveer even ver weet in te trappen als Jordi zien we ook van haar een uitstekende full pull.
Boven: Elias Klessens (Standaard klasse) probeert het met een min of meer standaard Citroën Berlingo. Gezien de uitmonstering van zijn strijdwapen zal het duidelijk zijn dat meedoen voor hem belangrijker is dan winnen. Na enkele meters in de prut is de koek ook op. Een leuke spelregel van de Mudrace in Alphen is echter dat je de volgende run gewoon weer mee mag doen. Wie weet kom je dan verder. Ze, de jury, tellen gewoon alle pogingen bij elkaar op en dat is uiteindelijk je eindscore. En inderdaad kun je verderop zien dat Elias een volgende run verder weet te komen. Hoe dat afloopt kun je daar zien…
Onder twee keer: Remy Emmen bewijst dat je met een ‘woest uiterlijk’ en ’tot de tanden’ bewapend het pleit eveneens kunt winnen; nog net een full pull in zijn eerste run. Dat lukt een volgende run niet meer…
Boven: Geert van Laarhoven is de laatste starter in de Standaard klasse.
Boven: In het midden ‘de regie dame’ Bianca van Tilburg, links en rechts geflankeerd door de mannen die de in de modder afgelegde afstanden meten, de (letterlijk en figuurlijk) zogeheten ‘modder-meters’…
Boven en onder: Een beetje off-road en 4×4 liefhebbers herkennen deze blauw-rode bolide in de Standaard 4×4 klasse onmiddellijk. Yep, het is de ‘Sampie’ auto van Johan Droog en Samantha van Hoorn. Wie Samantha kent weet dat zij pas tot leven komt in de modder en welingelichte bronnen houden vol dat haar wiegje bestond uit een modderkuipje. Die ‘modderliefde’ openbaart zich steevast op ‘gewone’ off-road en 4×4 evenementen, maar dat houdt tevens in dat Sam inmiddels met veel plezier aan meerdere modderraces in den lande meedoet. Zij zit hier in Alphen dan ook achter het stuur, terwijl Johan haar professioneel coacht en de techniek in orde houdt.
Boven: En zowaar nog een die we kennen en tegen komen op tal van off-road evenementen en zo nu en dan trial wedstrijden van het VNTTK, Martin van der Zouwen. Eveneens strijd leverend in de Standaard 4×4 Klasse en met zijn ervaring tokkelt hij bij wijze van spreken met de vingers in zijn neus door de modderbak tijdens de eerste runs. Maar uiteraard blijft dat niet zo en naarmate de wedstrijd vordert moet hij zijn vingers uit de neus halen om daarmee meer off-road skills uit de kast te trekken.
Onder: Max Dijkmans (Standaard 4×4 klasse) kachelt in één vloeiende beweging door de modderbak.
Boven: Mike Camu (Grande 4×4 klasse).
Boven: Teun Ketelaars en onder Jef Goetschalx, beiden in de Grande 4×4 klasse. Het is de klasse met verreweg de meeste deelnemers en wil je een hoop Nissan Patrols bij elkaar zien, dan is de Mudrace in Alphen een regelrechte aanrader. Het leukste is wellicht dat er geen twee gelijk zijn omdat iedere coureur zijn auto anders geprepareerd heeft. En voeg dat dan nog bij de skills van de betreffende chauffeur, die zijn vanzelfsprekend ook wisselend. Dat valt al duidelijk te zien aan hoe ze de aanval op de modder openen. Waar de een het motto ‘gang is alles’ hoog in het vaandel heeft wapperen, zien we nummer twee bij wijze van sprekend tergend langzaam door de bak kruipen.
Boven: Twan Havermans en onder Tim Engelen.
Boven twee keer: Karl Baelemans (Grande 4×4 klasse) en onder Sébastien Engelmann (Grande 4×4 klasse) waarbij opvalt dat laatstgenoemde in de eerste twee runs zo snel door de modderbak sjeest dat het lijkt of de Jeep Grand Cherokee met een reuze katapult wordt afgeschoten. Je wordt die snelheid vooral gewaar in de buurt van de modderbak. Zodra de Jeep je gepasseerd heeft duurt het nog zeker een vijftal seconden voordat zijn geluid voorbij snelt. Na-ijlen heet dat….
Boven: Jasper Klessens en onder Joyce Bastiaansen, beiden strijden in de Grande 4×4 klasse.
Boven: Bij deze danken we de STTA organisatie nogmaals, want regelmatig zien we het terrein.nu logo op een groot scherm voorbij komen.
Boven en twee keer onder: Raf Ermens (Grande 4×4 klasse), maar welke dame er naast hem zit moeten we je schuldig blijven.
Boven: Wesley Bastiaansen en onder twee keer Jens Lachi. Het wordt wellicht eentonig, maar beiden in een Patrol en beiden dus in de Grande 4×4 klasse.
Boven: Pieter van der Velden (Grande 4×4 klasse).
Boven: Nee, niet die mooie dame, maar die jeugdige tweevoeter in het blauw. Zogezegd de verpersoonlijking van het woord ‘metamorfose’, want je ziet hem ook op de openingsfoto als we hem zo ver krijgen dat hij zijn tong nog een keer uitsteekt. Je herkent hem alleen aan zijn helmpje…
Boven en onder: Tja, en dan heb je daar Jerom Wals, alias Gijskapzeis, alias de sigaar (het waarom zie je op de foto onder), met naast hem Jimny Wals. Strijden in een op het oog Suzuki Samurai, maar worden door zijn geprepareerde uiterlijk op voorhand al ingedeeld in de Grande 4×4 klasse. Wij weten echter wel beter, want we kennen de mannen onder meer van Hannibal Offroad, maar ook van de derde en laatste King of Kragle wedstrijd van Offroad Poland (Steven van Lier). We weten daarom dat onder de kap van de Samurai een potente achtcilinder huist. De eerste run door de modderbak is derhalve sneller voorbij dan de gemiddelde mens met zijn ogen kan knipperen. Na die eerste run is ook de STTA regie daarvan op de hoogte en dan is het niet meer dan logisch dat ze van de Grande 4×4 klasse verhuizen naar de Specials.
Boven twee keer: Soms komen we nog andere voertuigen tegen in de Grande 4×4 klasse zoals deze Jeep Cherokee XJ met achter het stuur Nicolas Engelmann.
Onder: Lode Bastiaansen (Grande 4×4 klasse).
Boven: Corne de Waal en onder Niek van de Wal, beiden in de Grande 4×4 klasse.
Boven: Sam Van Verseveld en onder Jarno Alphen. Yep, beiden eveneens in de Grande 4×4 klasse.
Boven: Duco Sprangers en onder: Geron Baggerman. Jazeker, Grande 4×4 klasse voor beiden.
Boven twee keer: We vermoeden dat Seppe van Gestel in de Standaard 4×4 klasse is ingedeeld? Tenminste, als dit Seppe is….
Onder drie keer: Weten we honderd procent zeker: Matthijs Varweg in de Special klasse.
Boven twee keer: En daar-is-ie-weer, Jordi Kremer, maar nu als deelnemer in de Special klasse. Hij strijdt, net als vorig jaar, in de voormalige race bolide van Arie Strijker. En net als met Arie destijds oogst de ‘Lelijke Eend’ ook in handen van Jordi mateloze bewondering bij het publiek. Daar waar de Standaard 4×4 en Grande 4×4 klassen de modderbak nog aanvallen met venijnig roffelende en grommende motoren is dat bij de meeste Specials een klasse apart. Dikke, in de regel flink gekietelde achtcilinders doen eerder denken aan een zware, op hol geslagen dieselloc. Niet alleen door de lucht dreunt het door het geweld dat op de modderbak wordt los gelaten; ook de grond rondom de modderbak trilt, dreunt en kreunt zo nu en dan. En we verbeelden ons dat we keer op keer de modderbak een tikje zien verbleken als een Special bolide de aanval op de modder opent….
Boven twee keer: Jeremy Lorenzi (Specials).
Onder: Soms vragen we ons af hoe de mens er in de toekomst uit zal gaan zien. Zal één hand evolueren naar meer dan vijf puntige vingers zodat we de telefoon sneller en doeltreffender kunnen bedienen? En krijgen we vierkantere ogen zodat we het vierkante telefoonscherm beter kunnen overzien?
Boven twee keer: Rene de Cort (Specials) en samen met zijn co-piloot weten ze, net als vorig jaar, de lachers op hun hand te krijgen.
Boven drie keer: John Kloppenberg (Specials) in de auto van Dick, een Russische Moskvitch 400 420. Deze eerste Russische ‘compact car’ heeft een rijke na-oorlogse geschiedenis en was gebaseerd op een Ford Prefect. De 1,074 cc motor leverde een bescheiden 23 pk, deels te danken aan een lage compressie van slechts 5.6:1 zodat de motor genoegen neemt met laag octaan benzine. Je moest derhalve eveneens genoegen nemen met matige prestaties, want bijvoorbeeld het sprintje van 0-80 km/u nam 55 seconden in beslag. Met de motor die nu voorin ligt gaat het een stuk sneller en in de handen (en onder de voeten) van John mag je zelfs spreken over ‘bloedsnel’. Het is een tijdje geleden dat we meermalen met John in contact komen tijdens Mudraces in de noordelijke helft van ons land. Het is John ook die jaren geleden een Mudrace organiseert waar ondergetekende via gemeenschappelijke vriend Renaldo zijn Mudrace debuut beleeft.
Boven en onder: Na iedere run wordt de bak met modder vakkundig een stukje dieper omgewoeld. Voeg water naar behoefte toe en de volgende run wordt navenant moeilijker voor de deelnemers.
Boven en onder: Nogmaals Elias Klessens (Standaard klasse) maar dan tijdens zijn tweede poging. Hij weet verder te komen dan tijdens zijn eerste run, maar desondanks rest hem ergens halverwege alleen nog een reddend sleepje. Alleen blijkt de voorzijde van de Citroën wat minder stevig dan gedacht wordt.
Boven: Martin van der Zouwen, onder twee keer Samantha van Hoorn.
Boven en onder: Er komt een moment dat de bolides in de Grande 4×4 klasse nauwelijks nog van elkaar te onderscheiden vallen. Nissan Patrol’s zijn stuk voor stuk bedekt met een dikke laag donkerbruine modder.
Boven: Naarmate de wedstrijd vordert en de modderbak zwaarder wordt zien we uiteraard vaker sleephulpjes.
Boven: Gianni Goos (Specials) in de bolide welke je ook op de openingsfoto ziet.
Boven en onder: We komen meerdere modder/4×4 liefhebbers tegen die we ook op andere 4×4 en off-road evenementen tegen komen. Van Ramon Appels (boven, op de foto in het midden) kijken we niet vreemd op, hij woont tenslotte niet ver van Alphen. Behalve 4×4 (en Land Rover) liefhebber is Ramon ook begenadigd automonteur en slinks probeerden we hem al eens over te halen de pen ter hand te nemen voor terrein.nu. Wie weet gebeurt dat nog eens? Of anders is er wellicht nog een 4×4 techneut die kan schrijven? Helemaal rechts op de foto Jennifer de Man met naast haar, niet zichtbaar, haar partner Erwin van de Ven. Op de foto onder helemaal links Lisa Alblas die we eveneens veelvuldig op 4×4 evenementen zien. We herkennen haar niet direct, maar dat komt omdat onze ogen oud worden…
Boven: Het moment dat ondergetekende en filmer Jan Houtkoop een modder douche ontvangen van John Kloppenberg.
Boven en onder: Gijskapzeis en Jimny nogmaals, vooral omdat ze het tot een keurige derde plaats weten te schoppen. Niet slecht natuurlijk voor een eerste deelname. Gijskapzeis Sigaar Jerom heeft er een sigaartje voor opgestoken.
Boven en onder: We schreven hierboven al dat er niet alleen vriendschappen gesloten worden tijdens deze Mudrace in Alphen. Zowaar vraagt Johan Droog zijn Samantha (Sam voor vrienden) voor de tweede run ten huwelijk. Hun gezamenlijk kroost rolt het spandoek uit en daarna moet Johan natuurlijk op de knieën. Wat ze geantwoord heeft laten we hier in het midden; dat moet je Sam zelf maar vragen…
Slotwoord: Later in de middag krijgt Rene de Cort Bianca van Tilburg zover om een keer als co-piloot te fungeren tijdens een run. Die laat zo’n buitenkansje natuurlijk niet voorbij gaan. Dat de twee lol hebben valt wel van hun gezichten af te lezen. De wedstrijd eindigt pas als de schemering al lang is ingevallen. Wat resteert is de prijsuitreiking en de feestelijke afsluiting met live muziek in de feesttent. Wil je zo’n spectaculaire en sfeervolle Mudrace in Alpohen liever live meemaken, dan zul je geduld moeten hebben tot volgend jaar 9 augustus. Dan staat de elfde Mudrace tijdens de eenenveertigste Boerendag op de Agenda!
Tekst & fotografie: Martin Brink.
Ook nog even genieten van Jan Houtkoop’s bewegende beelden? Klik op: