Louter toeval en lariekoek beste lezers, want het Duitse dorpje wordt al in 854 genoemd ook al is dat dan nog niet bij diens huidige naam. Die krijgt het pas in 1954 en in 1969 wordt het een stadsdeel van de stad Euskirchen. Het dorpje heeft minder dan duizend inwoners en zou bij de meeste van onze vaderlandse off-roaders zeer vermoedelijk volslagen onbekend zijn ware het niet dat er een pracht van een zandafgraving ligt waar off-roader liefhebbers hun hart kunnen ophalen. Het weekend van 22 april strijkt de Roan 4×4 Challenge daar neer voor haar tweede challenge van seizoen 2018. We mochten er gelukkig bij zijn.
Boven: Pieter van Beers zakt van de lange helling op Proef 2.
Aankomst ritueel. Het is die 22e april tropisch warm in Nederland en dat houdt niet op als we de grens met buurland Duitsland passeren. Met in Duitsland legio wegwerkzaamheden en inclusief het per abuis nemen van een verkeerde afslag verloopt de reis naar Dom-Esch niet heel voorspoedig. Als we arriveren is de briefing net achter de rug en maken de rijders zich juist op om naar de proeven te gaan. Maar dat is voor ons nog altijd geen belemmering om eerst even te genieten van een heerlijke kop koffie van ‘moederkloek’ Jolanda (Gijsberts). De gebruikelijke vijf proeven moeten maar even wachten op ons.
Boven: Ard van Meer van Custom Offroad op Proef 5. Om de ‘kosten’ te drukken heeft Ard een setje ruitenwisserbladen van een Suzuki Vitara in de aanbieding… En nee, het ruitensproeier pompje is niet te koop. Dat gebruikt hij zo nu en dan, zodat het lijkt of hij heel erg zweet van inspanning…
De proeven en een niet ter zake doende zijsprong… Maar al snel begint het te kriebelen en haasten we ons naar de proeven. Vier zijn gesitueerd boven aan de groeve en liggen bij elkaar gegroepeerd. De vijfde proef start ook boven aan de groeve, maar dan wel aan de andere kant van de zandafgraving. Het mooie van een groeve is dat deze behept is met al dan niet steile hellingen. Op twee proeven heeft de organiserende Stg. 4×4 Offroad Challengesport gebruik gemaakt van de maximale lengte van de hellingen, met andere woorden, daar zakken de deelnemers vanaf de bovenrand naar de bodem van de afgraving. Heel lang zijn de proeven deze keer niet. Heel moeilijk ook niet. Relatief korte proeven dus van een gemiddeld niveau. Wat daarbij meespeelt is dat het op de proeven tamelijk droog is. De lange hellingen vinden we op Proef 2 en op Proef 5. Op Proef 2 is de helling begroeid met lage struiken, gras en meer van het spul dat het gros van de Nederlanders uit zijn tuintje zou trekken omdat het ‘onkruid’ is. Hebben we altijd onze bedenkingen bij. Stel dat één zo’n ‘onkruid’ het ultieme geneesmiddel tegen jeugdpuistjes, haaruitval, zweetvoeten, loopneus of wie weet zelfs een ergere dan wel dodelijke ziekte op onze planeet bevat. Zouden we het dan nog steeds onkruid blijven noemen? Net zo gek is het als we langs een weiland lopen vol met gele bloemen. De een is een paardenbloem en noemen we ‘onkruid’ als hij tussen de tegels van ons stoepje omhoog komt maar daarnaast staat een boterbloem waarvan niemand het in zijn hoofd haalt deze als onkruid te betitelen. Een helaas te vroeg overleden vriend van ons en afgestudeerd aan de Middelbare Tuinbouwschool werd met het fenomeen ‘onkruid’ geconfronteerd nadat hij vrijwel zijn hele leven bij een handelskwekerij had gewerkt en deze failliet ging. Het arbeidsbureau had een baantje voor hem bij een bedrijf dat bermen, plantsoenen etc. voor de gemeente onderhield. Die spoten en/of schoffelden alles plat dat maar omhoog durfde te komen tussen de van gemeentewegen geplante struiken of bomen. Een pure verschrikking voor mijn vriend die iets van 3.500 planten bij naam kende. Wonende in een rijtjeshuis midden in de stad met maar een klein tuintje was zijn tuin vrijwel het hele jaar één grote bloemenpracht met vele tientallen, misschien wel honderden, verschillende planten en bloemen (ook ‘onkruid’) waar de meest bijzondere vogels en vlinders op af kwamen. De rest van de buurt wist niet eens dat er vogels en vlinders bestonden….
Boven Richard van Helvoort met hieronder zijn co-piloot Erik van Ligteringen, eveneens doende op Proef 5.
De ‘achter het oor krabber’ proef. Proef 2 en 5 herbergen weliswaar de langste afdaling maar zijn ondanks dat geen van twee de moeilijkste. Die eer valt te beurt aan Proef 3. Proef 3 vertoont veel overeenkomsten met een proef tijdens de laatste Challenge wedstrijd van vorig jaar, welke ook in Euskirchen werd verreden. De Proef ligt, net als vorig jaar, gedrapeerd op dezelfde korte, maar wel flink steile helling. In de vorige wedstrijd werd hij, van bovenaf gezien, tegen de wijzers van de klok in gereden. Deze keer tegengesteld, dus met de wijzers van de klok mee. Voor mensen zonder klok of met een foute, achteruit lopende klok; rechtsom dus… Weliswaar komen er stukken overeen, maar hij volgt niet helemaal dezelfde route. En, als gezegd, de helling wordt tegengesteld gereden en samen is dat voldoende om van een heel andere uitdaging te spreken. Hij is in ieder geval pittig genoeg voor de deelnemers om de proef eerst grondig te verkennen, vervolgens eens goed achter de oren te krabben en als laatste met een soort van fatalisme in je bolide te stappen en aan de proef beginnen.
Boven Patrick van Boxstaele met hieronder zijn bijrijder Remco Huijdink.
Boven: Jeroen en Sander den Teuling op de helling van Proef 5.
Onder: Official Jo Forster bekijkt de scorelijst.
Boven: Binnen afzienbare tijd ‘mevrouw’ (Karlijn) Coumans…
Boven en onder: Pieter van Beers, niet met Michel van Diessen deze keer, maar met zijn vroegere co-piloot Barry Smits.
Proef 1 ontrafeld. Proef 1 begint direct na de start met een korte maar steile beklimming welke eindigt halverwege de heuvel. Alleen het eerste deel van de bult is zo steil, want het tweede deel glooit veel minder steil. Niet iedere deelnemer ontkomt op dat eerste steile deel aan een korte lieractie om je net dat laatste stukje over de scherpe rand te helpen. Direct op de rand gaat het haaks naar rechts, gevolgd door een slinger tussen half volwassen boompjes door. Het genomen steile deel van de helling is onderdeel van een langgerekte, gekartelde richel waarvan het eerste stuk tevens onderdeel is van het parcours. Na de boompjes kom je daar angstvallig scheef zijwaarts te hangen omdat de rand daar deels is ingestort. Links de helling die hier flauw omhoog gaat maar rechts dus de ‘afgrond’. Alhoewel deels ingestort is het nog altijd steil genoeg voor de teams om de toplier hier aan te spreken, in vrijwel alle gevallen in combinatie met de voorlier, want je moet ook nog vooruit. Het is het meest lastige deel van Proef 1 en vergt ook de meest tijd. Daarna volgen twee korte en steile afdalingen alvorens overgestoken wordt naar een tweede sectie. Ook hier zijn het enkele korte beklimmingen en afdalingen in combinatie met het nodige stuurwerk, maar voor deze doorgewinterde off-roaders is het hier door en overheen manoeuvreren meer de schil van een peul die ze bijna achteloos achter zich laten.
Boven en onder: Eric Gijsberts en (de hier tijdelijk onzichtbare) Aga van Esch.
Boven en onder: Frans van Esch en Ton van Nuland, de helft van Team General. Volgens goed ingelichte bronnen is Ton in zijn jeugd, inmiddels enkele eeuwen geleden, actief geweest in de zeilsport. Precies, nog in de tijd dat de schepen van hout waren en de mannen van staal…
Onder: De andere helft van Team General, Jermain van Esch en diens ‘co-piloot beul’ Sjef Jansen.
Boven en onder: Pieter Beers en Bart Smits op de helling van Proef 2.
Proef 2 ontrafeld. Proef 2 begint ter hoogte waar Proef 1 is geëindigd. Een niet heel lang, bijna gezapig begin wordt lastig als de rand van de groeve wordt bereikt. Je komt daar via een wat hoger gelegen deel recht op af rijden en net voordat je denkt dat de rest van de wereld uit alleen maar lucht bestaat zie je voor je een iets lager deel van de helling liggen. Haaks naar links ga je daar en volg je ook hier de rand van de groeve. En juist dat haaks naar links is tamelijk lastig, met name omdat daar rechts naast je die afgrond van de groeve gaapt. Juist omdat je scherp naar links moet en nog altijd op die helling kom je benauwd schuin zijwaarts te hangen. Bomen zijn ‘in geen velden of wegen’ te bekennen, dus degenen die hun toplier willen gebruiken zijn aangewezen op hun grondanker. Opvallend genoeg zijn er maar weinig teams die daar gebruik van maken. Een aantal keren steken blijkt net wat sneller te gaan krijgen we de indruk. Na pakweg vijftien meter vrij horizontaal de richel te hebben gevolgd mag je haaks naar rechts en volgt de lange helling naar beneden die we al noemden. Manshoog struikgewas doet de bolides bij tijd en wijlen bijna volledig aan het oog onttrekken. Het geronk van de motoren wordt gedempt door het dichte struikgewas, evenals de stemmen van de deelnemers en het snerpende geluid van een lier. Dan, als uit het niets verschijnt vanuit het struikgewas een bolide die zich aan zijn achterlier laat zakken. Nog een kort steil stukje zonder begroeiing en de proef is verleden tijd. Terzijde, de teams die deze proef rond het middaguur rijden zijn het best af. Zij kunnen namelijk gelijk aan tafel schuiven bij Jolanda Gijsberts en Evy Heijmans, want die hebben de catering rond die tijd in ‘kannen en kruiken’.
Boven en onder: Ard van Meer en Yves Cieters van het Custom Offroad team in actie op Proef 5.
Boven: De cateringdames met links Evy en rechts Jolanda, nog even ontspannen voordat de troep uitgehongerde ‘challenge wolven’ arriveert. Uitstekende catering mag gerust gezegd worden, want niet alleen kunnen de op off-road evenementen bijna gebruikelijke hamburgers worden geserveerd, maar ook bijvoorbeeld saté met satésaus en chips en gehaktballen in overheerlijk jus. Tja, krijg je met een ‘meesterkok’, links letterlijk en figuurlijk ‘op de achtergrond’…
Onder: De titel ‘held van de dag’ gaat onvoorwaardelijk naar Cliff van de Rijt, de tijdelijke bijrijder van Edwin van der Maas (jeepparts.nl team) zo lang broer Johan nog revalideert. Hij laat zien hoe na de challenge sport bij deze mannen aan het hart ligt. Cliff stapte dezelfde ochtend om kwart over zeven pas uit het vliegtuig vanuit Chicago, USA. Is vanuit Schiphol linea recta naar Dom-Esch gereden en is hier nu zo’n 36 uur op de been! De prestaties hebben er geenszins onder te lijden gehad bewijst vooral de uitslagenlijst; pas na afloop van de wedstrijd slaat de vermoeidheid onverbiddelijk toe. Uhhh, mag wel een keer toch?
Boven: Robert van Asseldonk heeft zijn maatje, een leuke hond, gevonden. Of is het andersom…?
Boven en onder: Edwin van der Maas van jeepparts.nl en Cliff van de Rijt van het gelijknamige team jeepparts.nl.
Proef 3 ontrafeld. We noemden al dat proef 3 als meest lastige wordt beoordeeld. Die bewering komt niet alleen van ons, maar ook van de rijders. Toch kunnen we de omschrijving kort houden. De proef begint met een steile afdaling in twee fasen. Het eerste deel is de helling ter plekke vrijwel kaal, tot een kort horizontaal deel met de lengte van nauwelijks een auto. Dan volgt fase twee van de afdaling en die gaat tussen de bomen door. Beneden aangekomen is het even horizontaal slingeren in het dal (een vroeger deel van de afgraving) alvorens je weer terug komt bij de helling. Daar volgt het meest lastige deel van de proef. Kort steil omhoog en dan links zijwaarts, tussen twee bomen door de helling volgen. Ben je eenmaal tussen die bomen door dan mag je na hooguit vijf meter weer haaks naar links, opnieuw de helling af het dal in. In feite dus een soort van U-vorm met de dichte kant van de U wijzend naar de top. We schrijven het makkelijk, maar heb je die U-vorm achter je weten te laten, dan volgt opnieuw een wijde slinger om verderop de helling voor een laatste keer te beklimmen. Dwars door het struikgewas en tamelijk steil, maar in een vrij rechte lijn schuin omhoog is het weliswaar lastig, maar voor deze mannen opnieuw niet meer dan de schil van een peul…
Boven en onder: Team Black-Orange maar niet helemaal in de bezetting waarin ze debuteerden in Spaarnwoude. In de ‘Orange’ Suzuki is alles nog bij ‘het oude’ en vind je derhalve Martijn Gelissen en Bart van den Boogerd die beurtelings achter het stuur zitten dan wel als bijrijder fungeren. In de zwarte Suzuki opnieuw Jos Coumans achter het stuur maar nu heeft hij assistentie gekregen van Bart Mommers. De eerste challenge in Spaarnwoude is het nog even aftasten geweest krijgen we de indruk, maar op deze tweede challenge maken ze nog meer indruk. Stuk voor stuk beheersen deze mannen het klappen van de challenge zweep. Met beheerst rijden en respect voor de techniek kun je heel ver komen hoef je deze mannen niet te vertellen, want dat hebben ze uitstekend onder de knie.
Boven en onder: Een dubbel omkiepertje (omkiepertje één op zijn zij, omkiepertje twee op zijn dak) als gevolg van bewust een risico nemen. Het gebeurt Eric Gijsberts op Proef 5 als hij poogt zonder hulp van zijn toplier een bult aan de voet van de helling te omzeilen. De schade is nihil zoals je kunt zien, met dank aan het zand op de proef en de externe rolkooi.
Boven en onder: Team General verlaat Proef 5…
Boven en onder: Team General op Proef 1.
Proef 4 ontrafeld. Als er een meest pittige proef is in een wedstrijd, is er ongetwijfeld ook een proef met het minste drama in zijn parcours. Dat klopt als ‘een zwerende vinger’ in deze tweede challenge en is weggelegd voor Proef 4. De proef voert over een aantal in het verleden ogenschijnlijk achteloos opgeworpen bulten zand met intussen wilde begroeiing. Omhoog, omlaag, omhoog, omlaag etc., waarbij je zo nu en dan niet ontkomt aan het optillen van een wieltje. Kruiselings los kan ook, maar vormt geen probleem voor challenge bolides omdat ze stuk voor stuk uitgerust zijn met differentieelsperren. Het meest ’tricky’ deel is pal voor het einde van de proef. Daar moeten de rijders ietwat schuin een steile bult op. Het linker voorwiel wordt onherroepelijk opgetild in geval je zonder al te grote problemen de top op wilt. Boven op de bult moet je 90° naar rechts, flink schuin en steil naar beneden. Met geen bomen in de buurt kiezen de meeste rijders voor enkele keren steken zodat je recht voor de afdaling komt. Daarna is het opnieuw voor deze mannen, en daar hebben we hem weer, de bekende schil van de peul….
Boven en onder: Ivo van Bree en Ralph Deckers. De ‘beetje pechvogels’ van de dag, want ze kunnen als gevolg van een kapotte accu in het 24 Volt systeem (voor de lier) niet alle vijf de proeven rijden. Oorzaak van het ‘overlijden’ moet de ‘winterslaap’ zijn volgens Ivo. Ze rijden derhalve alleen de proeven waar de lier niet noodzakelijk is. Het is de reden dat we ze ook alleen maar op Proef 1 voor onze camera weten te krijgen. Toch kijken de mannen tevreden terug op de wedstrijd. Ze hebben de wintermaanden namelijk gebruikt om een andere motor in het vooronder te leggen en Nissan Patrol assen onder het chassis te plaatsen. Maar dat niet alleen. Ook is de Jeep Wrangler een andere versnellingsbak en een Dana 300 tussenbak rijker. Tegen de ‘heersende mode’ in welke we tegenwoordig in wedstrijd auto’s zien (automatische versnellingsbakken) hebben ze ‘lekker eigenwijs’ een handbak in de Wrangler gezet. “Vind ik zelf veel fijner, met name tijdens pittige afdalingen omdat het veel mooier afremt op de motor, je meer gevoel geeft” is Ivo zijn verklaring. Daar heeft hij absoluut een punt. Het is duidelijk een geval van de keus die je zelf maakt. Ivo kiest er voor om het gemak van een automaat en trekkracht vanuit stilstand op te geven voor de betere controle met een hand geschakelde versnellingsbak tijdens pittige afdalingen.
Boven: Sander den Teuling.
Twee maal een ‘Bart’. Boven Bart Smits en onder Bart Mommers.
Boven en onder: Jos Coumans en Bart Mommers (de helft van Team Black-Orange) in ‘een puik gevecht’ met de zwaartekracht ergens halverwege Proef 5.
Boven en onder: Gert Wolters en Rob Hoesen. Deze keer strijden ze zonder de ‘van der Burg mannen’.
Boven: Eric Gijsberts en Aga van Esch met een klein beetje hulp van Sjef Janssen.
Onder: Let op het liertouw als het strak komt te staan.
Boven en onder: Patrick van Boxstaele en Remco Huijdink in hun indrukwekkende OMM (One More Meter) buggy.
Boven: Edwin van der Maas. Onder: Pieter van Beers. Beiden tijdens de afdaling op Proef 5.
Proef 5 ontrafeld. Voor zover wij het hebben kunnen zien de een na moeilijkste, maar met voorsprong voor toeschouwers visueel de meest aantrekkelijke uitdaging en dan hebben we het over de ‘geschreven’ hekkensluiter Proef 5. Die begint met een lange, steile afdaling. De achterlier is aan te bevelen en voor zover ondergetekende heeft kunnen zien maken alle teams ook gebruik van dit utilitaire hulpmiddel op hun bolide. Onder aan de helling is het haaks naar links alwaar een paar listige bulten wachten. Die bulten verheffen de toplier tot een ’tijdelijk onmisbaar attribuut’ zoals je op de foto’s kunt zien. De enige die het gebruik daarvan poogt te omzeilen, Eric Gijsberts, wordt ‘genadeloos’ afgestraft met een ‘dubbele omkieper’ zoals je hebt kunnen zien. De bulten zijn met voorsprong ook de plek waar we de meest wieltjes de lucht in zien gaan. Eenmaal voorbij die bulten wordt het makkelijker. Een nog redelijk rottige afdaling onder een transsportband door eindigt in de enige modderplas die de proeven ‘siert’ deze wedstrijd. Niet heel zwaar en ook niet heel diep, maar dat betekent niet dat je er te makkelijk over moet denken. Het gas een fractie dieper intrappen is voor de teams voldoende om de uitgang te bereiken.
Boven en onder: Jos Coumans en Bart Mommers op Proef 5 ( de ‘black’ van Team Black-Orange).
Boven en onder: Martijn Gelissen en Bart van den Boogerd op Proef 5 (de ‘orange’ van Team Black-Orange).
Boven: De hele dag schitterend weer en bloedstollend warm en dan dreigt in de verte een zwaar onweer. Voor de groeve in Dom-Esch blijft het bij een dreiging, maar het levert wel en fraai plaatje op met de Jeep van Edwin van der Maas van jeepparts.nl
Boven: Bart van den Boogerd en hieronder gooit hij met Martijn Gelissen zijn gewicht in de schaal om het grondanker van teamgenoten Jos Coumans en Bart Mommers op de plek te houden waar het hoort: in de grond!
Nuchter ontrafelen van de challenge sport… Eind van de dag is het helaas over voor de meest uitdagende tak binnen de 4×4 sport. Wat rest is de herinnering die ondersteunt wordt door foto’s, wellicht een filmpje en de uitslagenlijst. Wil je die uitslagen weten, dan surf je naar de site van Roan 4×4. Onder het kopje ‘Challenge’ kun je alle uitslagen vinden. Wat ons nog steeds verbaast is dat de challenge nog wel deelnemers kan gebruiken. We bezoeken legio off-road evenementen en komen daar talloze offroad modderfreaks tegen die op deze evenementen veel verder gaan dan op challenges gebeurt. Of moeten we hier misschien de hand in eigen boezem steken? Als verstokte liefhebber van de challenge sport kijken we wellicht teveel door een roze bril naar de wedstrijden. Omschrijven we het dermate zwaar dat het potentiële deelnemers wellicht afschrikt? Het beste advies dat we kunnen geven is dan om niet af te gaan op ons schrijven. Sterker, luister naar absoluut niemand in dat geval, want iedereen heeft zijn eigen mening en ‘van iedereen’ is deze meestal ook anders. En denk na, eigenlijk telt alleen jouw mening toch?. Heb je interesse in de challenge sport, of is die gewekt, dan is de beste optie om gewoon eerst een keer te gaan kijken. Beter nog om enkele keren te gaan kijken, zodat je een beter algemeen beeld krijgt. Wedstrijden zijn immers ook sterk afhankelijk van het beschikbare terrein. Word je belangstelling verder gewekt, dan doe je gewoon een keer mee. Daarna wordt het pas oppassen, want dan is de kans tamelijk groot dat de verslaving toeslaat…
Fotografie: Ad Woolthuis & Martin Brink. Tekst: Martin Brink.